Overslaan en naar de inhoud gaan

Lekstroom: doorschakeling hulpvraag jongere versnelt door opzet jongerenloket

Gepubliceerd op 30 juni 2020

Hoe begeleid je jongvolwassenen in een kwetsbare positie op weg naar participatie zonder ze onderweg kwijt te raken? Met een integrale aanpak. De regio Lekstroom richtte daarvoor een jongerenloket in, dat in één jaar ruim 600 jongeren op weg hielp.

Jongvolwassenen met meervoudige problematiek zijn vaak teleurgesteld als ze niet na één bezoek geholpen worden. Om dit te voorkomen zijn bij het jongerenloket van Lekstroom collega’s van Werk en Inkomen (W&I) en het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) voortijdig schoolverlaten beiden aanwezig bij een eerste gesprek. Gekeken wordt welke hulpvraag het eerst moet worden opgepakt. Indien nodig wordt er gelijk geschakeld met ketenpartners als schuldhulp, jongerenwerk en wijkteams.

Door de breedte van de hulpvragen zijn er meer ketenpartners betrokken bij het jongerenloket. Dit zorgt ervoor dat een jongere zijn verhaal niet meerdere keren hoeft te vertellen. Jongerenconsulent onderwijs en arbeidsmarkt Kirsten Rossèl: “Het jongerenloket laat de jongere pas los als deze wordt geholpen. Goede begeleiding en vaste contactpersonen zijn daarbij belangrijk”.

Tips voor integrale aanpak bij jongvolwassen:

  • Verzamel data en laat zien welke vraagstukken er spelen zodat er geen discussie is over dat er iets moet gebeuren.
  • Profielen van de doelgroep laten inzien over wie er wordt gesproken.
  • Laat als partijen het eigen eiland los. Kijk wat de jongeren nodig hebben en houd allemaal hetzelfde doel voor ogen. 
  • Ken elkaar en weet wat je aan elkaar hebt. Heb korte lijnen en blijf met elkaar in contact.
  • Integraal samenwerken voelt vaak complex, maak samen de omslag.

Overlap in casuïstiek 

Sinds een aantal jaar bemensen het RMC en W&I het jongerenloket Lekstroom. Een aanleiding was de grote overlap van binnenkomende hulpvragen. Bij monitoring bleek dat 30% van de vragen die bij Werk en Inkomen binnenkwam, onder RMC viel. Met het jongerenloket wordt de casuïstiek bij de voordeur verdeeld. “Daar waar je elkaar raakt moet je elkaar opzoeken en samenwerken.” aldus Lazlo van Donkelaar, RMC-coördinator Utrecht Zuid. 

Bereikbaarheid jongeren

Per jongere wordt gekeken wat nodig is op weg naar zelfredzaamheid. Daarbij wordt gelet op de juiste manier van benaderen. Jongeren zijn niet huisgericht, maar groepsgericht. Dit heeft invloed op de manier van werken. Zo kunnen gesprekken beter op school worden gevoerd dan vanuit de woongemeente, waar een jongere niet altijd is te vinden. 

Lekstroom blijft zoeken wat werkt voor jongeren. Ze kunnen zonder afspraak binnenlopen en veel contact gaat via de app. Ook is het loket gegroeid van één locatie, naar vestigingen in meerdere gemeenten. Dat jongeren het loket weten te vinden ligt volgens Van Donkelaar en Rossèl aan een goed relatienetwerk en dat jongeren zich gehoord voelen. 

Vijf gemeenten, één dienstverlening

Lekstroom bestaat uit de gemeenten Nieuwegein, IJsselstein, Houten, Vijfherenlanden en Lopik. De dienstverlening is in alle gemeenten gelijk, wel vraagt het om vijf keer besluitvorming. Omdat de dienstverlening hetzelfde is, zijn alle gemeenten aanwezig bij overleggen over het jongerenloket. Zowel beleid als uitvoering. Ook de verschillende ketenpartners sluiten aan. Tijdens de overleggen worden signalen en eventuele obstakels besproken.  

Het in beeld brengen van jongeren zonder diploma, zonder werk en zonder inkomen behoort tot de werkzaamheden van het jongerenloket. RMC heeft de opdracht de oud-voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) te vinden W&I heeft het project ‘jongeren in beeld 23-27 jaar, zonder startkwalificatie’. Samen met alle sociale ketenpartners wordt gekeken hoe ook deze jongeren kunnen worden gevonden. Zo bleek al dat acht van de tien jongeren met wie RMC geen contact mee kon krijgen, wel bekend waren bij jongerenwerk.

Hoe pak je het aan?

Het jongerenloket is begonnen als pilot. Vanaf het begin zijn er veel gegevens verzameld om zo een goed beeld van doelgroep en de hulpvragen te krijgen. Collega’s van verschillende organisaties werden tijdens en na de pilot betrokken om mee te kijken en te denken over de vormgeving. Dit zorgt ervoor dat er bij alle partijen draagvlak is voor het loket. Toch komt het voor dat een collega niet op de hoogte is van gemaakte afspraken. Van Donkelaar: “Integrale samenwerking is ondanks afspraken tussen partijen niet in één keer te regelen. Het is een levend netwerk van mensen die komen en gaan. Blijf collega’s daarom betrekken”.

Niet tussen de vingers glippen

Lekstroom is aangesloten bij het landelijke programma ‘Aanpak jongvolwassen in een kwetsbare positie van 16-27’. Voor deze doelgroep zijn nog weinig landelijke afspraken. Het programma ondersteunt gemeenten en andere organisaties bij het ontwikkelen van een integrale aanpak voor deze doelgroep. Naast gemeenten maken Nederlandse Jeugdinstituut (NJI), Divosa, VNG, Movisie en het Rijk deel aan het programma.

Edgar Oomen, projectleider jongvolwassenen in een kwetsbare positie bij VNG: “Uitgangspunt is dat we jongeren niet loslaten voordat alle problemen zijn opgelost. Het gaat dan over de ‘big 5’ onderwijs, werk, inkomen, zorg en wonen.”

In situaties met meervoudige problematiek, is het belangrijk om te kijken hoe de overgang tussen de verschillende ketenpartners soepel kan. Zodat een jongere onderweg niet kwijtraakt. In het gemeentelijk netwerk 16-27, met daarin ruim 40 deelnemende gemeenten, vindt elk kwartaal intervisie plaats. Hier worden vraagstukken besproken als: hoe krijg je stakeholders en actoren mee?

Daarnaast is er de toolkit 16-27, met daarin onder andere praktische tips, praktijkvoorbeelden, wetgeving en een stappenplan. In het stappenplan staan uitgewerkte voorbeelden die kunnen helpen bij het ontwikkelen en implementeren van een integrale aanpak. Daarbij helpt de datamatrix van het NJI om de situatie van de doelgroep in kaart te brengen.

Oomen: “Het neerzetten van een integrale aanpak vraagt tijd. Maar door nu slimmer met elkaar samen te werken, voorkomen we op een later moment hogere kosten”.
 

Onderzoek en inzichten integraal samenwerken

Gemeente Houten heeft jongeren aangedragen voor een onderzoek naar integrale samenwerking en het verbeteren van bestaande casussen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht en Movisie als onderdeel van het ZonMw programma ‘Vakkundig aan het werk’. Onderzoeker Joep Binkhorst: “Belangrijk is dat iedereen het doel voor ogen houdt. Wat lost het op zodat de jongere stappen zetten op weg naar participatie?” Inzicht in de volgende vier punten helpt daarbij. 

  1. Inwoner: is er zicht op de mate van ondersteuning, keuzevrijheid en regie van de jongeren?  
  2. Professionals: Hoe ziet de samenwerking er uit? Hoe organiseer je integraal werken, hoe monitor je de vragen en hoe kan je elkaars expertise benutten? 
  3. De organisatie: werk niet alleen integraal met professionals, maar ook met teammanagers.
  4. Beleid en bestuur: zorg dat de (wettelijke) kaders goed zijn.