Overslaan en naar de inhoud gaan

Mensen kunnen meer dankzij nieuwe technologie

Gepubliceerd op 21 september 2018

Laten we alsjeblieft ophouden met louter doemdenken als het gaat om de gevolgen van nieuwe technologie voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. De inzet van augmented reality, cobots en exoskeletten biedt hen ook extra kansen.

Laten we alsjeblieft ophouden met louter doemdenken als het gaat om de gevolgen van nieuwe technologie voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. De inzet van augmented reality, cobots en exoskeletten biedt hen ook extra kansen. Dat is de vaste overtuiging van de Kennisalliantie Inclusie en Technologie. 

“Rond 1300 was er een simpele uitvinding die een enorme verbetering opleverde voor slechtziende mensen. Ik heb het natuurlijk over de bril.” Met dit voorbeeld uit de oude doos wil Harry de Boer, business developer bij TNO, maar aangeven: waarom wordt er zo gesomberd over de huidige technologische ontwikkelingen? “Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt krijgen hierdoor juist ook meer kansen op duurzaam werk.”

Tips

  • Onderzoek welke taken in de eigen organisatie zich goed lenen voor technologische ondersteuning.
  • Kijk naar lichamelijke, cognitieve én sociale steun.
  • Bekijk of er behoefte is aan lichamelijke ondersteuning van een medewerker door bijvoorbeeld een cobot of exoskelet.
  • Ga na of met behulp van ‘augmented reality’ cognitieve vaardigheden kunnen worden gestimuleerd, zodat een medewerker gemakkelijker leert of complexere werkzaamheden kan uitvoeren.
  • Zorg ervoor dat begeleiders zich goed kunnen voorbereiden op de veranderingen in hun rol.

Visuele instructie

Leendert Bos - CedrisLeendert Bos, senior adviseur bij Cedris, wijst op de resultaten van twee pilots die eerder dit jaar bij de sociale werkbedrijven Amfors en Senzer zijn gedaan. Hier is voor een aantal medewerkers een zogeheten operator support system ingezet. De medewerkers kregen met behulp van ‘smart beamers’ - projectoren met sensoren en een ingebouwd besturingssysteem - stap voor stap visuele instructie over het uitvoeren van assemblagewerkzaamheden. 

“Door deze ondersteuning kunnen medewerkers complexere taken uitvoeren”, zegt Bos. “Ze maken minder fouten en beleven meer plezier aan hun werk. Amfors en Senzer onderzochten de nieuwe technologische mogelijkheden en investeren daar nu ook in.”

Vijf pilots in 2018

De twee pilots zijn de eerste initiatieven van de in het voorjaar opgerichte Kennisalliantie Inclusie en Technologie. Hierin hebben Cedris, TNO en SBCM (kenniscentrum en A&O-fonds voor sociale werkgelegenheid) hun krachten gebundeld. De kennisalliantie organiseert in 2018 vijf pilots. De derde is inmiddels gestart bij het sociaal werkbedrijf UW. Er wordt een collaboratieve robot ofwel kortweg cobot ingezet. 

Bos licht toe: “UW heeft een goedlopende productielijn voor frames voor zonnepanelen, maar de beschikbare medewerkers kunnen bepaalde onderdelen van het proces lichamelijk niet helemaal aan. We gaan het huidige productieproces bekijken en verwachten dat een cobot een mogelijke technologische oplossing is. De cobot, een soort eenarmige robot, kan dan het zware montagewerk voor zijn rekening nemen. Dat waarborgt de duurzame inzetbaarheid van mensen en daarmee het hele team.”

De tot nu toe georganiseerde pilots zijn volgens De Boer een goede start maar ook niet meer dan dat. “Wij gaan grotere projecten draaien om hardere metingen te kunnen uitvoeren. We spreken nu met enkele arbeidsmarktregio’s die de nieuwe technologie veel uitgebreider willen inzetten. De betrokken overheden vinden dit heel goed passen in hun human capital agenda.”

Verbinden van twee werelden

Het hoofddoel van de kennisalliantie is het creëren van meer werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar er is ook een andere kant, vertelt Bos. “De inzet van nieuwe technologie verhoogt de kwaliteit en productiviteit van het werk van mensen. Wij verbinden de wereld van het sociaal domein met die van ondernemers die vooral bezig zijn met innovatie en technologie. We hebben opeens contact met mensen van de operationele en commerciële kant in bedrijven. Zij hebben veel interesse, omdat ze een tekort aan handjes hebben.”

Nieuwe technologie kan mensen op drie manieren helpen: lichamelijk, cognitief en sociaal. Denk bij lichamelijke steun aan onder meer cobots en exoskeletten. Een belangrijke methode om de cognitieve vaardigheden te stimuleren is ‘augmented reality’, waarbij de computer elementen toevoegt aan het beeld van de werkelijkheid. Hiervoor kunnen bijvoorbeeld ‘smart beamers’, ‘smart glasses’ en hololenzen worden gebruikt. Ook voor sociale ondersteuning is ‘augmented reality’ een geschikt middel, evenals onder andere sociale robotica die gericht is op communicatie en interactie. “Er zijn legio mogelijkheden”, zegt Bos. “We concentreren ons nu op de cognitieve en lichamelijke aspecten, maar gaan later ook zeker iets doen met psychosociale support.”

Harry de Boer - TNOWat betekent dit alles voor begeleiders op de werkplek? Volgens De Boer is er minder intensieve begeleiding nodig. “Bij Amfors en Senzer moest een begeleider een op een de werkzaamheden bij de assemblageprocessen voordoen. Door de inzet van visuele instructie hoeft dat niet meer. Zelfs mensen zonder enige voorkennis kunnen taken op eigen houtje oppakken. Het vakmanschap van begeleiders krijgt een andere invulling: minder gericht op instructie, meer op mensen zelf. Hierover willen we ook meer kennis opdoen.” 

Kennis breed gedeeld

De kennisalliantie barst kortom van de ideeën en plannen. Zowel publieke als private partijen zijn nieuwsgierig, merkt Leendert Bos op. “Wij willen onze kennis zo breed mogelijk delen. Binnenkort gaat een website in de lucht waarop veel informatie te vinden is. Ook organiseren we seminars.”
Harry de Boer heeft het over een ‘positieve vibe’ wat betreft de combinatie van inclusie en technologie. “De inzet van nieuwe technologische mogelijkheden voor mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt is aantrekkelijk voor bedrijven en aanbieders van kandidaten én voor de maatschappij als geheel. Bij de berichtgeving over het sociaal domein gaat het vaak over problemen, maar dit onderwerp zet ons juist positief op de kaart.”