Overslaan en naar de inhoud gaan

Nagels lakken mag, nagels knippen niet

Gepubliceerd op 24 april 2019

In één klap konden in de regio Haaglanden 240 mensen aan het werk als huiskamerbegeleider in een woonzorgcentrum. Zonder strenge eisen of ingewikkelde sollicitatieprocedures.

Sinds journalist Hugo Borst en onderzoeker Carin Gaemers in 2017 het manifest ‘Scherp op ouderenzorg’ lanceerden, lijkt er opeens van alles mogelijk in de ouderenzorg. Het kabinet heeft 2,1 miljard euro beschikbaar gesteld voor zorginstellingen die het besteden aan één van zeven kwaliteitsdoelen, waaronder ‘meer aandacht’.

Bij Woonzorgcentra Haaglanden (WZH), een zorgorganisatie met 2.500 medewerkers, waren bestuur en zorgpersoneel het al snel eens waar ze het geld aan wilden besteden: huiskamerbegeleiders. In de woonzorgcentra zijn in totaal honderd huiskamers. De plek waar medewerkers met bewoners een kopje koffie drinken, een gesprekje voeren, naar ze luisteren. Kortom: aandacht geven.  

“We zochten op korte termijn veel nieuwe mensen”, vertelt projectleider Marjan Wedemeier. “En de arbeidsmarkt voor gediplomeerd zorgpersoneel, zoals verzorgenden en verpleegkundigen, is al erg krap. Daarom hebben we de functie zo laagdrempelig mogelijk gemaakt.”

Tips

  • Ken de zorginstellingen in jouw arbeidsmarktregio en zoek ze op. 
  • Ontdek wat zij willen en hoe jij ze daarbij kunt helpen.
  • Bespreek openlijk wat je voor elkaar kunt doen. Als gemeente bijvoorbeeld vacatures breed uitzetten en ondersteunen bij jobcoaching, werving en selectie.
  • Doe geen dingen dubbel. Bekijk per geval of locatie wat handig is, zonder vaste rollen of taken.
  • Hou het laagdrempelig. Er is óók behoefte aan mensen die niet per se gespecialiseerde diploma’s en ervaring in de zorg hebben.
  • Bereid de zorgteams en leidinggevenden goed voor. Een grote instroom van onervaren medewerkers kan zelfs op de beste organisaties een zware wissel trekken.

Fijne mensen

Er werden vooraf geen opleidings- en andere eisen gesteld en de sollicitatieprocedure werd heel eenvoudig gehouden. “We zoeken gewoon fijne mensen die graag contact hebben met ouderen”, zegt Wedemeier.

“‘Aandachtsbanen’, noemen wij dat”, zegt Frank Slingerland, projectleider Aansluiting Onderwijs en Arbeidsmarkt bij de gemeente Zoetermeer. “De zorg kampt met een groot personeelstekort en tegelijkertijd zitten wij nog steeds met onbenut arbeidspotentieel. Maar vaak zijn het specialistische functies waarvoor een opleiding nodig is.”

Roseanne Barr et al. zittend aan een tafel een boek te lezen

Aandacht voor de bewoners

De naam is overal weer anders (welzijnsassistent wordt ook gebruikt), maar de huiskamerbegeleiders doen in essentie drie dingen: aandacht voor de bewoners die in de huiskamer verblijven, de ruimte schoon houden en op sommige locaties helpen met het verzorgen van de maaltijden. “Eigenlijk is het te vergelijken met de moeder van een groot gezin”, zegt Wedemeier. “Je hoeft er geen opleiding voor te hebben, maar brengt veel tijd met de bewoners door. Je leert ze kennen en weet wat ze lekker vinden. En na een tijdje leer je ook herkennen of het goed met ze gaat. Eten ze wel goed? Hebben ze een gezonde kleur? En er is er altijd een gediplomeerde zorgmedewerker aanwezig om op terug te vallen.”
De vacatures voor de huiskamerbegeleiders werden breed uitgezet; op sociale media en met flyers in supermarkten en bij de huisarts. Geïnteresseerden konden zich aanmelden voor speedmeets, kennismakingssessies van tien minuten. Geselecteerde kandidaten konden daarna een paar uur meelopen op één van de locaties, om te ervaren of het werk iets voor ze is. 

Overweldigende resultaten

De resultaten waren letterlijk overweldigend, vertelt Wedemeier. “Facebook ging helemaal berserk. En ook op de flyers kwamen aardig wat reacties.” In korte tijd hebben zich 1.200 kandidaten aangemeld voor de speedmeets. Daarvan zijn er na de selectie 240 daadwerkelijk aan het werk in de huiskamers. 
“Dat waren er zo verschrikkelijk veel dat de zorgteams niet goed wisten wat ze ermee aan moesten. Hoe blij ze ook waren dat ze extra collega’s kregen, veel bestaande medewerkers voelden zich een beetje verrast. Vooral de werklast van onze teamleiders was extreem in die tijd. Dat hebben we echt onderschat.”

Er waren ook andere, praktische problemen. Zo was de ontvangst van de huiskamerbegeleiders in de bestaande zorgteams soms rommelig en ontstond er onduidelijkheid over wat de huiskamerbegeleiders nou precies wel en niét mogen doen. Nagels lakken mag wel, nagels knippen niet, om maar wat te noemen.

Goed voorbereiden op instroom

Daar leert WZH van. Behalve de verplichte inwerkperiode van twee weken - waarin nieuwe medewerkers leren hoe je omgaat met dementie en hoe je bijvoorbeeld op een verantwoorde manier een lekkere maaltijd kookt voor een groep - heeft Wedemeier nu heel duidelijk op een rijtje gezet wat wel en niet mag en wat ze moeten overleggen met de teamleider. Daarnaast probeert ze het zorgteam bij de volgende ronde zo goed mogelijk voor te bereiden op de instroom van nieuwe collega’s.

Die nieuwe ronde is al begonnen. In januari is de werving en selectie van start gegaan van tachtig nieuwe kandidaten. Daarbij is zeker ook plek voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van de huidige pool van 240 mensen hebben er 45 een maatschappelijke indicatie, vooral WIA, Wajong en ex-WAO’ers. Bij de nieuwe wervingsronde zoekt WZH expliciet de samenwerking met UWV en Werkgeversservicepunt om kandidaten uit WW en bijstand een kans te geven.

“Heel fijn”, zegt Slingerland. “We merken dat vooral vijftigplussers die al een tijdje thuis zitten dit leuk werk vinden. Maar we zouden het fijn vinden als er nog actiever geworven werd onder de mensen met een WW- of bijstandsuitkering. De welzijnsassistenten die recent in Zoetermeer zijn gestart, geven aan heel tevreden te zijn met hun werk. Zelf ben ik erg verrast door de aanpak van WZH. Hoe je in korte tijd twee vliegen in één klap kunt slaan, met zo’n praktische, laagdrempelige aanpak.”

Wat Wedemeier op haar beurt verbaast is dat haar werkwijze zo verrassend was. “Het verbaasde me enorm dat ik niet op voorhand vraag of iemand een Wajong-, WIA- of WW-labeltje heeft. Alsof ik als HR-manager met ‘normaal’ personeel nooit problemen heb. Ik kijk gewoon naar de mensen en hoe ik hun problemen kan oplossen. Niet naar labels.”