Overslaan en naar de inhoud gaan

Nijmegen bespreekt het dilemma van jongeren met een psychische aandoening

Gepubliceerd op 25 januari 2017

Een gebroken been maakt het dagelijkse leven wat ingewikkelder, maar niemand wantrouwt je erom. Als het een beetje meezit, kun je je werk gewoon doen en vragen je baas en je collega’s uit zichzelf of ze je ergens mee kunnen helpen. Nee, dan een psychische aandoening …

‘Vertel ik mijn werkgever over mijn depressies?’

Een gebroken been maakt het dagelijkse leven wat ingewikkelder, maar niemand wantrouwt je erom. Als het een beetje meezit, kun je je werk gewoon doen en vragen je baas en je collega’s uit zichzelf of ze je ergens mee kunnen helpen. Nee, dan een psychische aandoening …

De cijfers

Het CBS bracht in mei 2015 naar buiten dat voor het eerst meer mensen niet kunnen werken door psychische problemen dan door fysieke aandoeningen. In januari van dat jaar waren bijna 823.000 mensen arbeidsongeschikt van wie er ruim 415.000 thuis zaten met een psychische aandoening of een gedragsstoornis. Van alle ‘gezonde’ mensen werkt 65 procent. Van de mensen met een psychische kwetsbaarheid 15 procent. Driekwart van de psychische klachten begint voor het vijfentwintigste levensjaar.

‘Psychische kwetsbaarheid of niet, het loont om samen af te tasten hoe iemand het beste tot zijn recht komt’

ADHD, een bipolaire stoornis, autisme, depressie, een angststoornis… Je kunt lang niet altijd aan iemand aflezen of hij of zij met een psychische aandoening kampt. Dat is ergens prettig, maar het stelt de mensen die het treft voor een groot dilemma. Licht je je leidinggevende en je collega’s in over je depressies? Vertel je tijdens een sollicitatiegesprek over je schizofrenie? Sta je dan nog in je kracht? En wát vertel je dan precies?

Selle van der Woude is onderzoeker en adviseur op het gebied van werk, onderwijs en zorg. De laatste jaren deed hij meerdere onderzoeken naar de arbeidsparticipatie van jongeren met een psychische kwetsbaarheid. “Een open gesprek over de impact van een psychische aandoening is van groot belang voor de kans op werk en werkbehoud, maar bepaald niet vanzelfsprekend. Heel wat jongeren hebben er slechte ervaringen mee: ze worden niet meer serieus genomen of zelfs niet meer vertrouwd sinds zij hebben verteld dat zij borderline hebben of kwetsbaar zijn voor psychoses. Ik begrijp goed dat mensen soms terughoudend zijn om over hun beperkingen te vertellen. Gemeenten moeten deze mensen hier echt bij helpen.”

Wie is klaar om aan het werk te gaan?

Els Makaay is IPS-trajectbegeleider van ggz-instelling Pro Persona in Nijmegen. Al vijftien jaar leidt zij jongeren na een eerste psychotische episode naar werk. “In 2014 merkte ik dat het lastiger werd om goede werkplekken te vinden voor deze jongeren. De economie zat niet mee, de werkloosheid nam toe en steeds minder werkgevers waren bereid hen een kans te geven. We zijn toen met de gemeente en UWV in gesprek gegaan over een gezamenlijke aanpak. Alweer dik twee jaar schuiven we nu elke twee weken bij elkaar aan. Ik kom dan met een lijstje met namen van mensen die klaar zijn om aan het werk te gaan, waarna UWV door haar bakken bladert of er passende vacatures zijn. Per persoon nemen we de mogelijkheden door.”

Makaay somt de voordelen op van deze werkwijze: “Wij - de gemeente en UWV - benaderen de ondernemers in de regio of zij openstaan voor werknemers met een psychische kwetsbaarheid. Dat deden we voorheen ook, maar toen ieder voor zich. Nu gebeurt het veel meer in samenspraak. Ik ben veel minder tijd kwijt aan acquisitie en samen weten we veel meer mensen te plaatsen.”

Op dit moment volgen 83 cliënten van Makaay en haar collega’s een IPS-traject. IPS staat voor Individuele Plaatsing en Steun, een interventie die uit de Verenigde Staten is overgewaaid. Elke cliënt die een reguliere baan wil, kan meedoen aan IPS. De zoektocht naar een baan start snel, waarbij de arbeidswensen van de cliënt centraal staan. Wordt er een werkplek gevonden, dan krijgen zowel de cliënt als de werkgever en collega’s langdurig ondersteuning. Ondertussen loopt ook de ggz-behandeling door.

Tips

  • Zoek andere organisaties op met wie jongeren met een psychische kwetsbaarheid te maken hebben (UWV, ggz, GGD, wijkteam, onderwijsinstelling, …). Ga in gesprek over een gezamenlijke aanpak.
  • Benader ondernemers in de regio of zij openstaan voor werknemers met een psychische kwetsbaarheid.
  • Help jongeren bij het maken van de afweging of zij hun toekomstige werkgever wel, niet of deels op de hoogte willen brengen over hun psychische kwetsbaarheid.
  • Besluiten jongeren om hun werkgever in te lichten, zorg dan voor de nodige ondersteuning. Vergezel jongeren bijvoorbeeld als zij bij hun nieuwe werkgever gaan inwerken en licht werkgevers voor over ziektebeelden.
  • Doe wat nodig is en hou er rekening mee dat dit voor elke jongere nét even anders is.
  • Verken met uw ggz-partner de mogelijkheden en uitkomsten van IPS-trajecten. 

De kaarten open op tafel?!

Om erachter te komen of iemand er goed aan doet zijn nieuwe werkgever in te lichten over de aard van zijn psychische kwetsbaarheid gebruikt Makaay een eenvoudige vragenlijst over de voor- en nadelen van openheid. “Daarover ga ik met de jongere in gesprek en zo komen we tot een besluit om wel of niet open kaart te spelen.”

Van der Woude en Makaay ontwikkelden samen de workshop ‘De kaarten open op tafel?!’ over dit dilemma. Deze workshop geven zij aan jongeren, maar ook aan professionals van bijvoorbeeld sociale diensten. “Besluiten jongeren om hun werkgever in te lichten, dan is het enorm belangrijk dat zij goed ondersteund worden bij wat ze wanneer willen vertellen”, zegt Van der Woude. “En dan niet alleen tijdens hun sollicitatiegesprek, maar ook als zij al langer aan het werk zijn.” Makaay: “Wij ondersteunen vijf jaar lang. We vergezellen jongeren als zij gaan inwerken, lichten werkgevers voor over ziektebeelden – waarbij we eerlijk zijn over de kans op uitval –, voeren gesprekken met cliënten en werkgevers, kortom, we doen wat nodig is. En dat is bij iedereen nét even anders. Maatwerk dus.”

Wat heb je nodig?

Hoe kun jij goed functioneren in werk? Wat kun je daar zelf aan doen? En wat heb je van anderen nodig? Dat zijn de vragen die gesteld moeten worden, zegt Van der Woude. Door de klantmanager aan de werkzoekende en door de werkgever aan zijn werknemer. “Stel die vragen gewoon altijd. Want of iemand nu een psychische kwetsbaarheid heeft of niet, het loont om samen af te tasten hoe iemand het beste tot zijn recht komt.”
Makaay: “Ik vraag de jonge mensen die ik begeleid altijd naar hun dromen en hoe we die samen kunnen waarmaken. Dat kan de klantmanager of werkgever ook doen. Genereer hoop in plaats van wanhoop.”