Kijken vanuit elkaars perspectief
Volgens regiomanager Jeroen de Lange van VNO-NCW West-Brabant is er in de regio een enorme vraag naar werknemers. “Vaak worden vacatures vervuld door Oost-Europeanen, terwijl er hier zo’n 20 duizend mensen geen baan hebben.” Om te achterhalen wat er nodig is om meer mensen uit die groep aan werk te helpen, organiseert de regio werksessies met uitvoeringsorganisaties en werkgevers.
Daar werden ze verzocht om ook vanuit het perspectief van de ander te kijken. Deelnemers vertellen dat ze daardoor échte gesprekken voerden; iets waar ze normaal geen tijd voor hebben. Ondernemers luchtten hun hart en WSP-medewerkers vertelden wat ze wel en niet kunnen bieden. Er kwam een dialoog op gang en daardoor ontstond wederzijds begrip en respect. Dat bleek vruchtbaar, want alle belangen en de zwakke punten bij werkbemiddeling zijn zo geïnventariseerd. Perspectief op Werk kan daardoor het bestaande systeem aanvullen en verbeteren.
Meer ondersteuning van werkgevers
Wat kan er dan beter? De Lange: “Veel bedrijven zien al de noodzaak van een inclusieve arbeidsmarkt en willen daarin zelf stappen zetten. Maar niet iedereen beseft wat dat vergt aan extra aandacht en geduld. De mensen waarover het gaat, passen niet direct op een vacature. Je moet extra inspanning leveren: werkprocessen aanpassen, minder productiviteit verwachten. Bedrijven hebben daarbij coaching en ondersteuning nodig. Die gaan we ze geven.” Dan gaat het niet alleen over jobcoaching, maar ook over companycoaching. Het plan brengt bovendien werkgevers bijeen om van elkaar te leren. Dat gebeurt in vier ‘branchestraten’ – sectoren met veel vacatures die passen bij de doelgroep: techniek & logistiek, groen, schoonmaak & zorg, horeca & detailhandel.
Langer begeleiden van werknemers
Een ander verschil met de reguliere dienstverlening is dat werknemers na plaatsing niet zomaar worden losgelaten. Jeremiasse: “Als het nodig is zorgen we voor opleiding, begeleiding en coaching. Deels door het WSP, deels door derden. Een groot deel van de extra gelden willen we in opleiding van werkzoekenden stoppen. En als er iemand uitvalt, willen we ervan leren. Een werkgever kan niet zomaar zeggen dat iemand niet functioneert, maar moet bedenken waar de werknemer beter op z’n plek zou zijn.”
Volgens Jeremiasse is er in het huidige systeem van bemiddeling te weinig zicht op wat mensen wél kunnen. Het is de bedoeling om samen met de werkgevers binnen de twee jaar van het project een beter beeld te hebben. “De intentie is er alles aan te doen om iemand binnen die tijd op een vaste plaats te krijgen. Daar blijven we aan trekken, al moet hij daarvoor drie of vier bedrijven gezien hebben.”
Learning by doing
Hoe komt het dat West-Brabant vooroploopt met Perspectief op Werk? Eén reden is dat er al korte lijntjes tussen de partijen waren dankzij eerdere projecten. Toen opdrachtgevers centrumgemeente Breda en VNO-NCW de kaders hadden bepaald, maakte het project daardoor een vliegende start. Jeremiasse benadrukt verder dat ze niet te veel tijd staken in planvorming, maar snel aan de slag gingen: experimenteren, kijken wat er gebeurt en bijstellen. Learning by doing.
Het is de bedoeling om wat werkt te implementeren in de reguliere dienstverlening. “Dus niet een projectje dat na twee jaar klaar is, maar het geleerde vasthouden en borgen binnen bestaande structuren. Dat kan doordat we werken met de mensen die bij de WSP’s de werkbemiddeling uitvoeren. Op dit moment brengen we de vraagkant in kaart en zijn er nog geen matches gemaakt. Als we ook zicht hebben op het aanbod, bekijken we of die werkzoekenden extra opleiding nodig hebben. Dat zoeken we eerst in het regionale beroepsgericht onderwijs. Als het er niet is, gaan we met onderwijsinstellingen in gesprek om het alsnog in te vullen.”
Anders denken over je rol in het geheel
De grootste uitdaging is om bij het samenwerken niet vanuit de organisatie, maar vanuit de inhoud te denken. Mensen vinden dat volgens De Lange beangstigend. “Veel mensen zijn gewend terug te vallen op organisaties waaraan ze verantwoording moeten afleggen. Overheidsorganisaties denken soms nog dat arbeidsbemiddeling alleen hun taak is, terwijl ze maar een paar procent voor hun rekening nemen. De rest van de bemiddeling gebeurt door andere partijen: uitzend- en detacheringsbureaus en heel veel stichtingen. Allemaal parallelle initiatieven zonder bestuurlijke opdracht en met weinig of geen financiering van de overheid. Als alle partijen het gemeenschappelijk doel centraal stellen gaan we veel meer matches maken.”