Overslaan en naar de inhoud gaan

Regio Groningen: kruisbestuiving tussen RMT en praktijkleren

Gepubliceerd op 25 april 2022

Het regionaal mobiliteitsteam heeft zijn waarde inmiddels bewezen in de arbeidsmarktregio Groningen waarbij ook het noorden van Drenthe hoort. In een half jaar tijd klopten zo’n vierhonderd mensen aan met een ondersteuningsvraag. Tevens heeft het RMT vanaf het begin een nauwe band met het project voor praktijkleren met de praktijkverklaring, wat bijdraagt aan het succes hiervan.

De dienstverlening van het regionaal mobiliteitsteam voor werkenden en werkzoekenden wordt sinds het najaar van 2021 actief gepromoot op de populaire website Het Noorden werkt door. Ook slaan de vakbonden via hun eigen kanalen op de grote trom. En dat is te merken, vertelt Tamara Sloothaak, senior regionaal adviseur onderwijs/arbeidsmarkt bij SBB en lid van de werkgroep die het RMT aanstuurt. “We hebben het erg druk want de vraag van inwoners is groot. Er melden zich heel diverse groepen mensen aan. Zij hebben vooral behoefte aan advies over andersoortig werk dat ze kunnen gaan doen.”

Coördinator Bettien Stiksma van het regionaal mobiliteitsteam is echter niet bereid om water bij de wijn doen. “Ik wil absoluut niet dat de drukte ten koste gaat van de kwaliteit van de trajecten. Om het werk voor ons miniteam behapbaar te houden, gaan we ons netwerk nog veel sterker benutten.”

Tips

  • Zet steeds het belang van de klant voorop en doe bij drukte geen concessies aan de kwaliteit van de dienstverlening.
  • Promoot de dienstverlening van het regionaal mobiliteitsteam via een campagne op een laagdrempelige, drukbezochte regionale website voor werkenden en werkzoekenden. 
  • Maak met elkaar goede afspraken over de gezamenlijke waarden van het RMT.
  • Haal zaken op die in de bestaande regelingen niet goed werken, zodat deze kunnen worden opgepakt binnen de brede regionale samenwerking.
  • Zoek aansluiting bij praktijkleren met de praktijkverklaring om nieuwe doelgroepen te bedienen.
  • Bekijk hoe het RMT met zijn budget en netwerk de trajecten voor de praktijkverklaring kan ondersteunen.

Extra kans voor inclusieve arbeidsmarkt 

Een jaar geleden stond Stiksma als kwartiermaker aan de wieg van het RMT in de regio Groningen. “Het zag er toen al naar uit dat het niet zo’n crisis op de arbeidsmarkt zou worden als we met zijn allen hadden gedacht. De huidige krapte biedt nu een extra kans voor de inclusieve arbeidsmarkt.” 

Zij vindt de meerwaarde van haar team vooral de hulp aan mensen die verdwaald zijn geraakt in de huidige systemen. “Ik word af en toe koud van wat ik tegenkom. Voor de meest kwetsbaren die onder de doelgroep van de Banenafspraak vallen, is het bijzonder ingewikkeld georganiseerd. Onze kracht is de zeer laagdrempelige toegang en het maatwerk dat we bieden. Daarbij is het gaaf dat we als RMT een ontschot budget hebben.”

Het team kan samen met het netwerk veel oplossen, zegt Stiksma. “We zetten nog niet zoveel betaalde interventies in. Bij de meeste vragen geven wij een goed advies en verwijzen door naar de juiste plek. Zo zijn de loopbaangesprekken van de vakbonden een prachtig instrument waarmee mensen die ander werk zoeken, weer verder kunnen. En verder kunnen we veel mensen helpen met het aanbod van bijvoorbeeld het leerwerkloket en het werkgeversservicepunt.”

Uitgangspunten samen geformuleerd

De organisaties die meedoen aan het RMT – onder andere gemeenten, UWV, werkgeversverenigingen, vakbonden en scholingspartijen – vormen samen een lerende omgeving. “Wij halen dingen op die in de bestaande regelingen niet goed werken, zodat hiermee wat kan worden gedaan binnen de brede regionale samenwerking.” 

Is het regionaal mobiliteitsteam niet een beetje los zand omdat de leden vanuit verschillende organisaties komen? Dat is volgens Stiksma voorkomen doordat werkgroepjes de uitgangspunten voor onder meer communicatie en dienstverlening hebben geformuleerd. “We hebben gezamenlijk afspraken over de waarden gemaakt. Het is echt een team en daarop ben ik super trots. Het gedoe op landelijk niveau speelt bij ons niet. Centraal staat de hulpvraag van de mensen die zich bij ons aanmelden.” 

Er is nu een nieuwe fase aangebroken, zegt Stiksma. “Het RMT schakelt over van experimenteren naar neerzetten van een meer structurele organisatie voor de langere termijn. We zijn nog zoekende hoe dit het beste kan. Dat is spannend.” Sloothaak ziet als wenkend perspectief dat er een gezamenlijke aanpak voor de arbeidsmarkt in heel Noord-Nederland komt. “Hiermee verstevigen we dan alle bestaande initiatieven. Het is een logische ontwikkeling want de drie arbeidsmarkregio’s Drenthe, Friesland en Groningen werken nu al intensief samen.

Onze kracht is de zeer laagdrempelige toegang en het maatwerk dat we bieden. Daarbij is het gaaf dat we als RMT een ontschot budget hebben.

Bettien Stiksma

Budget en infrastructuur vanuit RMT voor praktijkleren

Bijzonder is dat in de regio Groningen het RMT een nauwe band heeft met het project voor praktijkleren met de praktijkverklaring. Dit voor de werkgever herkenbare getuigschrift maakt in de praktijk opgedane kennis en vaardigheden inzichtelijk. Het is een uitkomst voor werkenden en werkzoekenden zonder startkwalificatie voor wie een mbo-opleiding – in ieder geval voorlopig – niet haalbaar is. 

In de provincie Groningen en de kop van Drenthe is in 2019 en 2020 een van de 23 regionale pilots gehouden. Besloten is om daarna door te gaan. Sloothaak licht toe: “Wij vonden dat we meer tijd nodig hadden om de nieuwe leerroute goed te implementeren. In dezelfde periode kwam het RMT. Toen hebben we beide aan elkaar verbonden, vooral ook omdat er vanuit het RMT een budget en infrastructuur beschikbaar waren. Dat is goed gelukt, de twee netwerken versterken elkaar.”

Dat kan Jan Dijkhuis van Werk in Zicht (samenwerkingsverband van gemeenten, UWV, leer- en ontwikkelbedrijven en de Provincie Groningen) alleen maar beamen. Als regionaal projectleider heeft hij in 2021 het vervolg van praktijkleren met de praktijkverklaring in de steigers gezet. “De aanpak staat nu als een huis. Acht leerwerkbedrijven doen mee en ook hebben alle veertien gemeenten in de regio een eigen team voor de praktijkverklaring.”

Sloothaak signaleert wel dat hoe concreter de samenwerking wordt, hoe meer praktische vragen er opborrelen. “Bijvoorbeeld of er collectief of los wordt ingekocht. Voor de oplossingen is afstemming nodig. Daarom is het goed dat Jan in zijn rol als aanjager knelpunten kan oplossen.”

Veel belangstelling voor de praktijkverklaring

Er is volgens Dijkhuis veel belangstelling van werkgevers, werkenden en werkzoekenden. “We hebben vorig jaar al 73 praktijkverklaringen uitgereikt en momenteel lopen er honderd trajecten. Ook wordt zo’n 10 procent van de deelnemers hierdoor gestimuleerd om een reguliere opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg te volgen. De praktijkverklaring laat mensen zien dat onderwijs minder eng is dan ze dachten.” Sloothaak heeft het over een olievlekwerking. “De goede voorbeelden doen volgen. Iedereen gelooft in het instrument.” 

Dijkhuis vindt dat de samenwerking met het RMT aanzienlijk bijdraagt aan het succes en niet alleen vanwege het extra geld dat beschikbaar is. Ook zijn nieuwe doelgroepen aangeboord in vergelijking met de pilot die viel onder Perspectief op Werk. “We kunnen nu veel meer doelgroepen bedienen, zoals mensen die niet onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Het is mogelijk om verschillende vormen van scholing aan te bieden vanuit meerdere budgetten.”
Dijkhuis geeft het voorbeeld van een werkgever in Assen die trajecten met de praktijkverklaring wil organiseren voor een aantal medewerkers die onder de Banenafspraak vallen. “Zij zijn niet schoolbaar maar wel leerbaar. Door de trajecten blijven hun vaardigheden up to date. Anders moet de werkgever hen misschien laten gaan.”

Vooral bij trajecten van werk naar werk ingezet

Bettien Stiksma vertelt dat de praktijkverklaring op het ogenblik vooral wordt ingezet bij trajecten van werk naar werk voor mensen die kwetsbaar op de arbeidsmarkt zijn. Ook is de praktijkverklaring een mooi instrument bij een bedrijfssluiting of reorganisatie, voegt ze eraan toe. “Met deze verklaring wordt vastgesteld wat iemand kan en dat versterkt de arbeidsmarktpositie.” Tamara Sloothaak wijst op het initiatief Doorzaam van de uitzendbranche om de duurzame inzetbaarheid van uitzendkrachten te stimuleren. “We zijn aan het bekijken of we ook voor deze groep de praktijkverklaring kunnen inzetten.”

Dit alles vraagt om heel wat uitvoeringscapaciteit, zegt Stiksma. “Daaraan kunnen we als RMT bijdragen, ook door het netwerk van het werkgeversservicepunt te benutten.” Zij heeft een tip voor regio’s die nog niet met de praktijkverklaring werken. “Begin er gewoon mee en breid het daarna uit.”

Momenteel worden vervolgstappen bij het project gezet, vertelt Jan Dijkhuis. “We zijn druk bezig om de trajecten voor de praktijkverklaring en andere vormen van praktijkleren te borgen in structurele budgetten.” Hij hoopt dat de praktijkverklaring over een aantal jaar net zo’n gebruikelijk instrument is als bijvoorbeeld een VCA- of heftruckcertificaat. “Het zou mooi zijn als accountmanagers dit onderwerp automatisch meenemen in hun gesprekken met werkgevers.”

Foto's v.l.n.r.: Tamara Sloothaak, Bettien Stiksma en Jan Dijkhuis