Overslaan en naar de inhoud gaan

Rijk van Nijmegen: zelfstandige snel helpen

Gepubliceerd op 03 februari 2021

De gemeenten in het Rijk van Nijmegen hebben een goede start gemaakt bij de ondersteuning van zelfstandigen die hard zijn getroffen door de coronacrisis en zich bezinnen op hun toekomst. Daarvoor is met een procesplan inclusief routekaart de basis gelegd. Het uitgangspunt is simpel: de ondernemer zo snel mogelijk helpen.

De zelfstandig ondernemer is geen onbekende voor de zeven gemeenten binnen de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen. Maar de groep waarmee gemeenten nu in coronatijd te maken krijgen, is volgens Lucile Braam anders. “Deze zelfstandigen willen graag blijven ondernemen. Dat maakt het perspectief voor de uitvoeringsorganisaties ook anders. We zoeken natuurlijk aansluiting bij de wensen en behoeften van de ondernemers. Het vraagt van professionals dat zij goed mee kunnen denken.”

Braam is projectleider bij WerkBedrijf Rijk van Nijmegen, dat voor de gemeenten de arbeidsbemiddeling uitvoert. Deze organisatie fungeert eigenlijk als achterwacht bij de ondersteuning van zelfstandigen. In de frontlinie staan centrumgemeente Nijmegen – waarbij Lisanne Baltussen beleidsadviseur Werk en inkomen is – en Leerwerkloket Rijk van Nijmegen, met Marian Boumans als coördinator. Ondernemers die in de problemen zijn gekomen door de coronacrisis, kunnen met hulpvragen bij deze partijen terecht.

Tips

  • Begin gewoon met de dienstverlening aan zelfstandigen aan te bieden.
  • Maak een duidelijke keuze op welke zelfstandigen de dienstverlening in eerste instantie is gericht.
  • Beschrijf de vormgeving van het proces in een toegankelijk plan.
  • Stel een routekaart op met daarin het proces vanaf de aanvraag tot en met het gesprek met de ondernemer en vermeld wie wat doet. 
  • Vraag naar de behoefte aan ondersteuning op het aanvraagformulier voor de volgende Tozo-regeling.
  • Organiseer een belronde onder ondernemers om hun behoefte te peilen.
  • Zorg voor voldoende capaciteit door waar nodig met medewerkers te schuiven.

Vizier op aanvragers van Tozo 3

Het Rijk van Nijmegen richt in eerste instantie het vizier op de groep van ongeveer duizend zelfstandig ondernemers, die een aanvraag deden voor een uitkering op basis van de derde Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 3). Baltussen maakte in oktober 2020 het plan voor een brede dienstverlening. “Het uitgangspunt is dat de ondernemer zo snel mogelijk wordt geholpen. Het plan is enthousiast ontvangen. Iedereen ziet het als een goede basis voor samenwerking.”

Baltussen had er een routekaart bijgedaan, die gaat van aanvraag tot en met gesprek met de ondernemer. “Daarop is te zien welke organisaties waarbij kunnen helpen en wie de contactpersonen zijn. Dit was vooral in het begin handig voor een soepel proces.”

De ondernemer kon op het aanvraagformulier voor Tozo 3 aangeven of hij behoefte had aan ondersteuning in verband met geldzorgen of vanwege heroriëntatie en scholing. Ongeveer driehonderd ondernemers zeiden ‘ja’ en de helft daarvan maakte vervolgens een afspraak. Waarom waren er nog zoveel afvallers? Baltussen: “Nogal wat ondernemers dachten ten onrechte dat ze het vinkje moesten zetten om voor de uitkering in aanmerking te komen. Daarom hebben we het proces wat aangepast.”

Meeste ondernemers niet van plan te stoppen

Afhankelijk van zijn hulpvraag kwam de ondernemer vervolgens terecht bij schuldhulpverlening of het Leerwerkloket. De adviseurs van het Leerwerkloket spraken met 73 ondernemers. Het gaat vooral om ondernemers die al proactief nadenken over hun toekomst, vertelt Boumans. 

“De vragen zijn heel divers. De meesten willen hun eigen productenaanbod wat aanpassen, om daarmee meer opdrachten te krijgen. Sommigen willen tijdelijk of voorgoed een andere weg inslaan. Het is uitzonderlijk als iemand echt de stap maakt naar een dienstverband. Het komt regelmatig voor dat één goed gesprek al voldoende is voor de ondernemer om weer helder naar zijn situatie te kijken en verder te gaan.”

De ondernemer kan gebruikmaken van de reguliere dienstverlening van WerkBedrijf Rijk van Nijmegen. Daarom is Braam er al in een vroeg stadium bij betrokken. “Wij kunnen zelfstandigen helpen met bijvoorbeeld digitale trainingen of het zoeken naar ander werk. Zij hebben vaak geen cv en geen kennis van de arbeidsmarkt. We hebben ondernemers echt iets te bieden.”

Wil een zelfstandige een training in ondernemersvaardigheden volgen of zich laten scholen voor een ander beroep? Dan is er de TransitieVoucher. Daarmee kan hij maximaal 1.500 euro betalen van een kortdurende opleiding of training, die gericht is op het versterken van de arbeidsmarktpositie. 

Actieve benadering gewaardeerd door ondernemers

Hoe langer de lockdown duurt, hoe groter de zorgen van veel ondernemers worden. Het Rijk van Nijmegen was daarom benieuwd naar de situatie van zelfstandigen die eerder geen vinkje hadden gezet. Tijdens een belronde in januari is contact opgenomen met zeventig ondernemers uit deze groep. 

“Wij hebben goed doorgevraagd naar hoe het met het bedrijf gaat en of ondersteuning wenselijk is”, zegt Baltussen. “De hulpvraag bleek ook hier niet heel groot. Het zijn knokkers die in hun eigen netwerk allerlei mogelijkheden vinden om het hoofd boven water te houden. Zij waarderen wel onze actieve benadering en het een-op-een contact.”

Keuzes nodig in verband met capaciteit

De regio heeft volgens het drietal een goede start gemaakt. Tegelijkertijd er is nog genoeg te doen. “We kunnen niet achteroverleunen”, vindt Boumans. “Wij willen zorgen voor een echt integraal aanbod. We zijn nu aan het kijken hoe we de samenwerking en dienstverlening nog verder kunnen brengen, in ieder geval tot de zomerperiode, als hopelijk het ergste van de pandemie voorbij is.” 

Daarbij zullen keuzes moeten worden gemaakt, vult Baltussen aan. “Welke groepen zelfstandigen willen we actief benaderen? En hoe intensief? Wij krijgen voor de uitvoering best wel wat geld vanuit het Rijk, maar er zijn beperkingen aan de capaciteit die we kunnen inzetten. Het lukt vooral door te schuiven binnen de organisatie. Aan nieuwe mensen komen is lastig, want elke gemeente zoekt die.” 

Braam verwacht veel van het regionaal mobiliteitsteam, dat binnenkort aan de slag gaat. “Het gaat om ‘van werk naar werk’ en dat is de gemene deler in onze crisisdienstverlening. Het team kan de gemeenten ondersteunen bij alle gemêleerde vragen die op hen af komen. Het is belangrijk dat het mobiliteitsteam de taal van werkgevers spreekt, oog heeft voor kandidaten en ook weet wat er bij zelfstandigen speelt.”

De drie hebben een simpele tip voor andere regio’s die nog met de dienstverlening rond heroriëntatie beginnen: gewoon van start gaan. “Schrijf zelfstandigen aan en vraag hen of je ze ergens mee kunt helpen”, zegt Braam. “Vertrouw erop dat jouw eigen professionals kunnen bijdragen.” 
 

Foto's: v.l.n.r. Lisanne Baltussen, Marian Boumans en Lucile Braam