Overslaan en naar de inhoud gaan

STiP-banen in Den Haag geven mensen met jarenlange uitkering perspectief

Gepubliceerd op 30 augustus 2021

Voor mensen die al jaren in de bijstand zitten, is de afstand tot de arbeidsmarkt heel groot. Juist voor die mensen komt de gemeente Den Haag in het geweer. De STiP-regeling - Sociaal Traject in Perspectief - geeft langdurig werklozen de kans om maximaal twee jaar werkervaring op te doen, in de hoop dat ze daarna een reguliere baan vinden. Een aanpak die verrassend goed werkt.

“We zijn vijf jaar geleden met dit traject begonnen. We zochten mogelijkheden om de groep mensen die al jaren in de bijstand zit, het zogeheten ‘granieten bestand’, ervaring op te laten doen op de arbeidsmarkt”, vertelt Dino Bodzinga, beleidsadviseur SZW bij de gemeente Den Haag. Hij is als coördinator nauw betrokken bij het STiP-traject. 
 

Om wat voor banen gaat het?

STiP-banen zijn gesubsidieerde, ondersteunende en aanvullende banen, die niet concurreren met bestaand werk. Het gaat met name om ondersteunende assistent-functies, zoals: 

  • Assistent-medewerker afdeling Sport (buiten) = terreinonderhoud, groenvoorziening e.d.
  • Assistent-medewerker afdeling Sport (binnen) = huismeester, catering in sporthal en zwembad 
  • Gastvrouw/-heer hotel, theater en museum 
  • Administratief ondersteuner theater (telefoon, kaarten reserveren)
  • Explainer museum 
  • Kantinemedewerker hotel 
  • Conciërge basis- en voortgezet onderwijs 
  • Assistent-huismeester woningbouwvereniging
  • Assistent-medewerker wijk  
  • Assistent-beheerder buurthuis

Duizend gesubsidieerde banen

“Bij de start in 2017 was het doel om in drie jaar tijd duizend gesubsidieerde banen te creëren in de semicollectieve sector, zoals de zorg, het onderwijs en sportclubs, en bij de gemeente zelf. In 2020 is het traject voor drie jaar verlengd. We zoeken nu ook STiP-banen in het bedrijfsleven. Voor de eerste drie jaar was 27 miljoen euro beschikbaar, voor de tweede periode 15 miljoen. Om de effecten van het project in beeld te krijgen, hebben we in 2020 door Regioplan laten onderzoeken wat het STiP-traject oplevert en wat de verbeterpunten zijn om de regeling te optimaliseren.” 

Verrassend positieve resultaten

Regioplan heeft bij de evaluatie tientallen betrokkenen geïnterviewd: STiP-deelnemers, werkgevers en begeleiders. Ook is gekeken waar de deelnemers na hun STiP-baan terecht komen. Adriaan Oostveen, senioronderzoeker bij Regioplan, was projectleider van de evaluatie van de STiP-regeling.  “Uit ons onderzoek blijkt dat ruim de helft van de deelnemers van wie de STiP-baan afloopt, erin slaagt om binnen zes maanden een reguliere baan te vinden; 30 procent van hen komt in dienst van de werkgever waar ze in hun STiP-baan werkten. Dat zijn voor deze toch moeilijke doelgroep verrassend positieve resultaten.”

De doelgroep voor STiP-banen zijn mensen met multiproblematiek, zoals gezondheidsproblemen, psychische kwetsbaarheid, schulden en slechte huisvesting. Oostveen: “Als ze in een STiP-traject komen, worden eerst die problemen aangepakt, want daar zit vaak juist de belemmering om weer te gaan werken. Vervolgens krijgen mensen een contract van twee jaar bij een werkgever; in het eerste traject was dat zelfs drie jaar. Dat geeft hun de tijd om te wennen aan het werkritme en werkervaring op te doen. Het streven is dat mensen na twee jaar in een reguliere baan de overstap maken naar een duurzame, reguliere baan, mogelijk bij dezelfde werkgever als waar ze de STiP-baan vervulden.”

De baten zijn niet alleen financieel

Voor gemeenten is het een hele uitdaging om voor juist deze groep uitkeringsgerechtigden een project op te zetten. Oostveen: “Hoe langer iemand in de bijstand zit, hoe moeilijker het is om die persoon aan het werk te helpen, en hoe meer tijd en geld daarmee gemoeid is. Het is mooi dat de gemeente Den Haag zich toch juist op die groep richt en hiervoor een deel van haar re-integratiebudget inzet.” De kosten van het project zitten in de organisatie van het traject, de begeleiding, coaching en opleiding van kandidaten en in subsidie (10.000 euro) voor werkgevers. 

Als het lukt om mensen aan het werk te krijgen die anders nooit meer uit de bijstand zouden komen, dan levert dat heel veel op. Oostveen: “Niet alleen aan geld, maar ook aan andere baten, zoals toegenomen zelfvertrouwen, een sociaal netwerk en persoonlijke groei. Dat zijn baten die je niet eens kunt uitdrukken in geld, maar enorm belangrijk zijn.”

Iedereen die meedoet, doet vrijwillig mee

Bodzinga bevestigt dat. “Het zou kunnen dat als je puur naar de financiële baten kijkt, dit project niet uit kan. Maar als je wil dat zoveel mogelijk mensen participeren en iedereen gelijke kansen krijgt, dan is de STiP-regeling een goede methode om mensen een kans te geven op de arbeidsmarkt, zeker omdat ze daar zelf ook voor gemotiveerd zijn. Want iedereen die meedoet, doet vrijwillig mee.”

De kracht van de STiP-regeling is volgens hem dat mensen maximaal twee jaar de tijd krijgen om werkervaring op te doen. “Die twee jaar zijn ook echt wel nodig. Als de ene baan niet lukt, proberen we een andere. Op die manier slagen we erin om mensen die al lang aan de kant staan, weer in het werkproces krijgen. Hopelijk is dit voldoende reden om het STiP-traject na afloop van dit project structureel voort te zetten. Als je wil dat deze groep mensen uit het granieten bestand komt, moet je een extra inspanning doen.”

Werkgevers interesseren

Hij hoopt dat ook het bedrijfsleven een flinke bijdrage gaat leveren. “We zien dat werkgevers in het bedrijfsleven terughoudend zijn om STiP-banen te creëren. Dat heeft alles te maken met de coronacrisis. Door een terugval in inkomsten vinden werkgevers het lastig om de intentie af te spreken om iemand na de STiP-periode een baan aan te bieden, terwijl dat vanuit het STiP-team wel een zeer gewenste voorwaarde is om de vervolgstap naar een duurzame baan te realiseren voor deze doelgroep.”