Overslaan en naar de inhoud gaan

'Werk is de beste zorg'

Gepubliceerd op 29 juni 2018

Geestelijke gezondheidszorg en Werk & Inkomen zoeken elkaar op.

Arbeid bevordert het herstel van GGZ-cliënten. Maar in de praktijk is de afstand tussen sociale diensten en GGZ-instellingen vaak groot. In de regio Drechtsteden loopt een pilot om de samenwerking tussen beide instanties te verbeteren. Het doel: twintig GGZ-cliënten plaatsen bij een reguliere werkgever. 'Twee werelden bij elkaar brengen'.

Afdelingen Werk & Inkomen bij gemeenten hebben relatief weinig kennis over GGZ-ziektebeelden en psychische kwetsbaarheid. Andersom zijn GGZ-instellingen niet erg bekend met de ondersteuningsinstrumenten van de Participatiewet en de mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor hun cliënten. "GGZ-cliënten zitten vaak opgesloten in het zorgtraject. Sociale diensten laten deze doelgroep een beetje links liggen omdat ze 'nu eenmaal in zorg zitten'. Ook de GGZ-instellingen stimuleren hen niet tot nauwelijks om aan het werk te gaan. Maar dat is zonde. GGZ-cliënten die geen betaald werk hebben, gaan vaak gebukt onder een gebrek aan deelname aan de maatschappij. Werk geeft hun een rol, ritme en zingeving. Bovendien verwachten we dat arbeidsdeelname hun zorg- en ondersteuningsbehoefte kan doen afnemen", vertelt Lenne van de Merwe, senior beleidsadviseur Participatiewet bij de sociale dienst Drechtsteden. 

Genoeg redenen voor de sociale dienst, Werkgeversservicepunt Baanbrekend en GGZ-instelling Yulius in de regio Drechtsteden om de handen ineen te slaan. Tijdens een pilot van een half jaar proberen deze partijen gezamenlijk veertig GGZ-cliënten duurzaam aan de slag te laten gaan bij reguliere werkgevers. De pilot is geslaagd als dit lukt voor de helft van de deelnemers. Deze doelstelling is haalbaar, aldus Van de Merwe. "Op dit moment hebben we 29 deelnemers, van wie er tien aan het werk zijn. Vier zijn aan het solliciteren en dertien zijn er in bemiddeling. Het gaat om mensen met zwaardere psychische problemen, zoals psychoses en schizofrenie. Het type werk dat zij doen, loopt uiteen van laag- tot hoogopgeleid."

TIPS 

  • Goede begeleiding bij de start van het werk is cruciaal; beginnen met werken is een life event dat stress en een tijdelijke terugval in de psychische problematiek kan veroorzaken.
  • Benoem bij de start zowel bij de gemeentelijke organisatie als de GGZ-instelling een functionaris die zich specifiek gaat bezighouden met de samenwerking.

Maatschappelijke motivatie werkgevers

Werkgevers hebben zo hun eigen redenen om mee te doen. Soms kennen ze persoonlijk mensen met een GGZ-achtergrond, soms hebben ze een algemene maatschappelijke motivatie. "Baanbrekend heeft voor werkgevers een businesslunch over dit onderwerp georganiseerd. Wat betekent het om iemand aan te nemen die in behandeling is bij de GGZ? Welke ondersteuningsinstrumenten zijn er? Waar kan je terecht met vragen of problemen? Het bleek dat hier nog een wereld te winnen is; werkgevers hebben weinig kennis op dit gebied”, zegt Manon van Bommel, account specialist bij Baanbrekend.

Sommige werkgevers hebben genoeg aan een no-riskpolis als zij iemand in dienst nemen die GGZ-zorg ontvangt, maar het merendeel wil graag een jobcoach, zo blijkt. Van de Merwe: "Goede begeleiding bij de start is cruciaal. Aan het werk gaan is namelijk een grote gebeurtenis in een mensenleven, die stress en een terugval kan opleveren. In twee gevallen ging dit niet goed  – we hebben het gelukkig kunnen rechtzetten – maar daar hebben we wel van geleerd. Overigens onderzoeken we nog de mogelijkheid om een begeleider van Yulius in te zetten als jobcoach. Het is namelijk niet bij alle GGZ-cliënten verstandig om hiervoor een nieuwe, onbekende persoon in te schakelen." 

Sleutelfiguren leggen de verbinding

In het begin verliep de communicatie tussen de sociale dienst en Yulius nogal stroef. In de woorden van Van Bommel: het waren twee werelden. Het keerpunt kwam toen beide instanties met behulp van subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een zogenoemde sleutelfiguur aanstelden: een speciale functionaris die de verbinding tot stand moest brengen. "Als deze sleutelfiguren elkaar gemakkelijk weten te vinden, ontstaat er in de gehele organisatie meer begrip. Yulius weet welk type cliënt ze kunnen aanmelden; wij weten wat we van deze kandidaten kunnen verwachten en wat er nodig is aan begeleiding."

Professionals van beide instanties steken inmiddels regelmatig de hoofden bij elkaar om de casussen door te nemen. De begeleiders van Yulius leveren een formulier aan met de relevante informatie over hun werkzoekende cliënt. Werk & Inkomen vult dit aan met 'hun' informatie om het cliëntbeeld compleet te maken. Vervolgens worden de vervolgstappen samen besproken. "Aangezien beide organisaties anders kijken naar deze cliënten en hun mogelijkheden om aan het werk te gaan, is goede afstemming heel belangrijk”, aldus Van Bommel.

De samenwerking biedt mogelijkheden voor individueel maatwerk – iets wat voor GGZ-cliënten bij uitstek nodig is. Van Bommel: "Wij gaan met de cliënt en de werkgever in gesprek over de mogelijkheden en grenzen van de cliënt. Soms vindt zelfs een deel van de behandeling op de werkplek plaats. Een standaardaanpak past niet. Want GGZ-cliënten moeten vaak worden gestimuleerd om aan het werk te gaan, maar net zo vaak afgeremd. "

Lagere maatschappelijke kosten

Uiteindelijk is het doel van de samenwerkende partijen aantonen dat arbeidsdeelname inderdaad leidt tot een hogere kwaliteit van leven en lagere maatschappelijke kosten. GGZ-cliënten die een betaalde baan hebben, doen immers een kleiner beroep op de uitkering. Daarnaast is de veronderstelling dat zij minder Wmo- en GGZ-zorg nodig hebben. Van de Merwe: "Deze rekensom gaan we per casus maken, dus aan het einde van de pilot kunnen we hierover definitieve uitspraken doen. Hierbij denkt ook zorgverzekeraar VGZ mee. Dit vanuit de gedachte dat 'werk als beste zorg' op termijn winst oplevert voor álle partijen: cliënt, uitkeringsverstrekker, GGZ en verzekeraar."