Overslaan en naar de inhoud gaan

Saens Tois: ondernemen naar vermogen

Gepubliceerd op 18 april 2019

In Zaanstad biedt de sociale coöperatie mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans om te ondernemen. De deelnemers aan ‘Saens Tois’ doen zo weer echt mee in de samenleving. Een succesingrediënt is dat het initiatief zoveel mogelijk bij hen zelf ligt.

In Zaanstad biedt de sociale coöperatie mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans om te ondernemen. De deelnemers aan ‘Saens Tois’ doen zo weer echt mee in de samenleving. Een succesingrediënt is dat het initiatief zoveel mogelijk bij hen zelf ligt.

Mensen de kans geven om weer mee te doen in de samenleving. Dat is voor de gemeente Zaanstad de voornaamste reden om de sociale coöperatie Saens Tois - spreek uit: Zaans Toois - te faciliteren. André Meijer van Putten, kennisspecialist Participatiewet, licht toe: “De coöperatie kan een uitkomst zijn voor mensen die geen toekomstmogelijkheden op de arbeidsmarkt zien, maar wel het diepe gevoel hebben dat zij over goede vaardigheden beschikken. Onder de paraplu van de coöperatie kunnen ze in een eigen bedrijf hun vaardigheden ontwikkelen, met behoud van uitkering. Zelfstandig een onderneming opzetten lukt niet, bijvoorbeeld door de beperkingen die iemand heeft of een gebrek aan ervaring met bedrijfsmatig werken.”

De coöperatie Saens Tois is in april 2018 opgericht en telt nu zeven zelfstandige ondernemingen van onder meer een chiropractor, een ballonclown en een maker van lampenkappen. Er doen behalve bijstandsgerechtigden ook mensen met een UWV-uitkering mee. Meijer van Putten is positief over wat de deelnemers intussen hebben bereikt. “Bij iedereen is er progressie te zien, al is de ene ondernemer wat verder dan de ander. Het zou natuurlijk mooi zijn als de deelnemers zichzelf op den duur kunnen bedruipen, bijvoorbeeld via parttime werk. Is dat niet haalbaar, dan is het streven dat iemand actief blijft binnen de coöperatie.”

Tips

  • Stel een duidelijk doel: activeren van deelnemers richting ondernemen naar vermogen
  • Ga niet uit van uitstroom want dat zal voor slechts een deel van de ondernemers in de coöperatie weggelegd zijn
  • Zorg ervoor dat de gemeente vanaf het begin betrokken is bij de oprichting van de coöperatie
  • Leg het initiatief voor de invulling van de sociale coöperatie bij de deelnemers
  • Stel een lokale projectleider voor de coöperatie aan, van de gemeente of een andere partij in het sociaal domein
  • Zorg voor steun op alle niveaus: wethouder, beleidsmedewerker en klantmanager
  • Besteed bij de werving en voorlichting al veel aandacht aan de gemeentelijke spelregels over onder meer verdiensten en sollicitatieplicht

Onderlinge steun

Saens Tois is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen de gemeente Zaanstad, re-integratiebedrijf Odibaan en Cordaid. Deze hulporganisatie is vijf jaar geleden gestart met het Programma Coöperatief Ondernemen in Nederland onder het motto ‘ondernemen met een uitkering, het kan!’ “Inmiddels doen zo’n twintig gemeenten mee”, zegt programmanager Mieke van Tilburg van Cordaid. “Wij begeleiden sociale coöperaties vanaf de oprichting tot het moment dat zij helemaal gaan draaien. We verzorgen onder meer een training in ondernemersvaardigheden.”

De sociale coöperatie is de rechtspersoon en draagt de verantwoordelijkheid voor de administratie, boekhouding en huisvesting. Mensen worden lid en betalen contributie. Deze constructie heeft volgens Van Tilburg een duidelijke meerwaarde. “De deelnemers lopen minder financieel risico en het geeft hen wat meer rust en ruimte om hun bedrijf in eigen tempo op te bouwen. Een nog groter voordeel is de onderlinge steun. Soms heeft iemand een terugval en moet weer worden gemotiveerd door de anderen. Het opzetten van een bedrijf gaat immers vaak met vallen en opstaan.”

Initiatief bij deelnemers

Zaanstad hanteert als beleidsuitgangspunt dat het initiatief zoveel mogelijk bij de burger ligt. Zo ook bij Saens Tois. Meijer van Putten: “Wij hebben een aantal informatiebijeenkomsten georganiseerd, waarna een groepje mensen overbleef dat met de coöperatie wilde beginnen. De deelnemers hebben ook zelf de bestuursleden geregeld. Zij hebben hierdoor het gevoel dat de coöperatie echt van hen is. Wij hebben alleen in de opstartfase ondersteuning geboden en staan nu op afstand.” Van Tilburg vindt het een mooie aanpak. “Het proces duurt zo langer, maar er wordt een veel duurzamer resultaat behaald.”

Cordaid heeft bij de werving en selectie gelet op de marktkansen van de aangedragen activiteiten. Van Tilburg: “Het is echt ondernemen, al is het kleinschalig. Prijzen zijn marktconform. De mensen die mee wilden doen, hebben een kort ondernemingsplan geschreven waarin ze hun product of dienst specificeerden. Dat beoordeelden we op bedrijfskundige aspecten. Belangrijk is ook of mensen gemotiveerd zijn om samen met anderen iets te doen.”

Persoonlijke thermometer

De winst die een deelnemer maakt, blijft voor het afgesproken deel in de coöperatie. Hiermee wordt voldaan aan de regels van de Participatiewet. Een deel van het geld gaat in de vorm van contributie naar de coöperatie om de algemene kosten te dekken, een ander deel kan worden gebruikt voor persoonlijke ontwikkeling en investeringen in het eigen bedrijf. Hiervoor wordt per deelnemer een persoonlijke thermometer bijgehouden. Blijft er nog geld over, dan wordt dit één keer per jaar met de gemeente verrekend. “Naar die situatie gaan we nu toe bij enkele ondernemers”, zegt Meijer van Putten.

Het is voor deelnemers soms een teleurstelling dat ze inkomsten niet in eigen zak mogen steken. Van Tilburg raadt aan om al bij de werving en voorlichting de nodige aandacht te besteden aan de gemeentelijke spelregels. “Dan weten mensen waaraan ze beginnen. Bijvoorbeeld of zij wel of niet vrijgesteld zijn van sollicitatieplicht en of ze iets extra mogen bijverdienen.” 

Steun op alle niveaus

Meijer van Putten is tevreden over hoe het gaat bij Saens Tois. Er is nog wel een grote wens. “De bedrijfjes zijn nu ondergebracht op verschillende plekken binnen de gemeente. We willen de coöperatie een thuisbasis geven. Dat draagt bij aan het saamhorigheidsgevoel.”

Van Tilburg komt met enkele tips voor gemeenten. Doe vanaf dag één mee en wissel ervaringen uit met andere gemeenten. Zorg ervoor dat een coöperatie gesteund wordt op alle niveaus: wethouder, beleidsmedewerker en klantmanager. Verder is een lokale projectleider belangrijk. “Dat kan een medewerker van de gemeente zijn, maar ook een onafhankelijk iemand. Gemeenten vinden dat laatste vaak prettiger. Bij Saens Tois is er een projectleider vanuit Odibaan.” 

In gemeenteland is veel belangstelling voor het opzetten van sociale coöperaties, heeft Van Tilburg gemerkt. Cordaid is van haar kant graag bereid langs te komen om te vertellen hoe een coöperatie werkt.