Behoefte aan juiste informatie
Een betere ondersteuning voor de arbeidsmigrant, dat is de ‘raison d’être’ van Work in NL. Het project is een uitvloeisel van een aanbeveling van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (commissie Roemer), die in 2020 twee adviezen uitbracht om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren.
“Met hun rechten wordt het niet altijd even nauw genomen”, licht Eelco Huijsing van het ministerie van SZW toe. “Arbeidsmigranten hebben behoefte aan juiste informatie en vervolgens aan advies.” Het advies gaat in eerste instantie over wat er nodig is om aan hun recht te komen bij werk en aspecten die daarmee samenhangen zoals wonen. “Af en toe moet ook concreet een juridisch geschil worden opgelost.”
WIN-punten in alle arbeidsmarktregio’s
Het project biedt een landelijk arrangement dat uit meerdere elementen bestaat. Op de website Work in NL is in negen talen veel informatie te vinden. Daarnaast komt er in alle 35 arbeidsmarktregio’s een Work in NL-punt (WIN-punt). Eelco: “Dit is het eerste aanspreekpunt voor arbeidsmigranten als zij in Nederland komen.”
Er zijn nu zo’n tien informatiepunten operationeel. “De charme is dat we op verschillende plekken een onderkomen hebben gevonden, bijvoorbeeld een bibliotheek, een buurtcentrum of een RNI-loket. Wij zijn nog een beetje aan het bekijken wat hierbij de succesformule is.” Hierbij wordt sterk aangesloten bij bottom-up initiatieven in de regio’s, vertelt Eelco. Zuid-Holland en Noord-Brabant zijn de koplopers. “Onze volgende pijlen zijn gericht op Noord-Holland, het midden van het land en Noord-Limburg.”
Bij het WIN-punt wordt eerstelijns advies gegeven. “Soms is doorverwijzing naar een specialistische instantie geboden omdat die de arbeidsmigrant verder kan helpen. Daarom werken we samen met verschillende organisaties, zoals het Juridisch Loket en de stichtingen BARKA en FairWork.”
Ook aanbod aan werkgevers
Verder is er een aanbod aan werkgevers, vertelt Eelco. “Hoewel in de publiciteit de aandacht vooral uitgaat naar werkgevers die het niet zo nauw nemen met de regels, zijn er echt voldoende werkgevers die hun verantwoordelijkheid wel willen nemen. Wij verzorgen het publiek-private aanbod samen met deze werkgevers en met de vakbonden en andere instanties die daarvoor in aanmerking komen. Dan gaat het bijvoorbeeld om instituten voor taalonderwijs en op het gebied van wonen.”
Dit is volgens Eelco vergelijkbaar met wat er nu in de arbeidsmarktinfrastructuur gebruikelijk is. “Jullie willen zorgen voor een betere aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en wij doen iets soortgelijks, maar dan met een iets breder palet van diensten. Binnenkort wordt er een landelijk convenant gesloten met een aantal landelijke partijen. We hopen dat daaronder een paraplu van regionale convenanten ontstaat, om beter in te spelen op regionale behoeften.”
Een deelnemer vraagt of ook uitzendbureaus zijn of worden betrokken, want veel arbeidsmigranten werken via deze bureaus. Eelco reageert bevestigend. “Het project WIN heeft een goede band met de werkgeversverenigingen van de uitzendbureaus. Zij zijn dus nauw betrokken.”
Vertrouwen in regionaal inzicht
Het project Work in NL werkt niet vanuit een wettelijke opdracht, geeft Eelco aan. De samenwerking gaat over departementale grenzen heen en de doelgroep staat centraal. Daarbij horen uitgangspunten in de dienstverlening als outreachend en ‘no wrong door’.
Eelco noemt twee voorbeelden. “In de gemeente Den Haag staat een informatiestandje van het WIN-punt op de markt waar migranten vaak hun boodschappen doen. In de Kop van Noord-Holland waar nog geen WIN-punt is, zijn ondersteunende organisaties te vinden op locaties waar veel arbeidsmigranten gehuisvest zijn.”
Er wordt niet vanuit het Haagse opgelegd hoe de regionale dienstverlening aan arbeidsmigranten eruit moet zien. “Wij hebben wel ideeën over het pakket met basale kwaliteit, maar vertrouwen op de regionale autonomie en ook op het regionale inzicht over wat nodig is om het optimale dienstenpakket te leveren.”
Het project Work in NL is een langdurige oplossing, zegt Eelco. “Wij hebben een structureel budget. We stellen met behulp van decentralisatie-uitkeringen geld beschikbaar aan centrumgemeenten die een WIN-punt willen opstarten.”
Plek in landelijke en regionale meerjarenagenda
Volgens Eelco is er een duidelijke verbinding met de Werkcentra. “Wij zien veel overeenkomsten bij de opzet, de werkwijze en op sommige punten de inhoud.” Voor de projectleiders die nu WIN-punten aan het opzetten zijn, geldt dan ook: “Waar samenwerking en misschien zelfs integratie met het Werkcentrum mogelijk is, zou het fijn zijn om de kansen te pakken. Het is bij ons net als bij jullie vooral een kwestie van de regionale autonomie gebruiken.”
Binnen SZW is afgesproken dat de dienstverlening aan arbeidsmigranten een plek krijgt in zowel de landelijke als de regionale meerjarenagenda. “We streven ernaar dat dit leidt tot het aanbieden van duurzame oplossingen.” Eelco ziet ook veel kansen bij de publiek-private samenwerking door gebruik te maken van elkaars netwerk.
Hij wijst er nog op dat de projectleiders tijd nodig hebben voor het inrichten van de WIN-punten. “We zullen het vertrouwen moeten winnen van arbeidsmigranten, want zeker voor veel Oost-Europeanen is de overheid bijna synoniem met corruptie. Ook is er tijd nodig voor het goed inregelen van zaken.”
Dicht bij Werkcentrum gepositioneerd
Een aantal deelnemers geeft aan dat ze de samenwerking met een WIN-punt al hebben opgepakt. Sommigen hebben in hun regio het WIN-punt heel dicht gepositioneerd bij het Werkcentrum. Dat gaat prima.
Iemand voegt er nog aan toe. “Als mensen aankloppen met problemen op andere gebieden dan werk, kunnen we er vanuit het Werkcentrum niet direct iets mee. Maar gaat het om vragen over onder meer loopbaan en opleiding, dan kunnen we juist helpen. Het is belangrijk om dan eerst het goede gesprek met de arbeidsmigrant aan de voorkant te hebben, alvorens door te verwijzen naar een partner voor bijvoorbeeld matching.”
Ron Stoop van SZW ziet in de aanvragen dat veel arbeidsmarktregio’s het Werkcentrum en het WIN-punt willen combineren. “Ze gaan ook na wat ze al aan dienstverlening voor arbeidsmigranten hebben. Eigenlijk kijken regio’s in hun aanvragen hoe ze de dienstverlening heel slim kunnen organiseren.”