Programmaraad-lid Judith Duveen: ‘Alles moet draaien om betere dienstverlening aan onze burgers’

Duveen is lid van de Programmaraad geworden op het hoogtepunt van de coronacrisis. Die crisis levert een bepaald momentum op, ziet ze. “De Commissie-Borstlap en de rapporten van de SER en de WRR wezen er al eerder op: te veel mensen staan aan de kant en de kansen om duurzaam aan het werk te zijn op de arbeidsmarkt zijn niet voor iedereen gelijk. De coronacrisis heeft dat nog eens extra laten zien. Het is nu aan onze organisaties die problemen aan te pakken. Waar we kunnen, dragen we bij aan het begeleiden van mensen van werk naar werk.”

“Tegelijkertijd moeten we ervoor waken om mensen uit het oog te verliezen die soms al jaren buiten de arbeidsmarkt staan en die nauwelijks zekerheid hebben. Tijdens de hoogconjunctuur is er meer aandacht gekomen voor die groep. Die aandacht moeten we vasthouden.”

Duveen wil ook wat doen aan de beeldvorming over mensen zonder werk. “De samenleving oordeelt soms hard over mensen die geen werk hebben. Niet iedereen kan zich voorstellen dat het voor sommige mensen heel moeilijk kan zijn om deel te nemen aan de samenleving en de arbeidsmarkt. Iemand kan door allerlei omstandigheden kwetsbaar zijn, waardoor hij of zij niet goed weet hoe te handelen op de arbeidsmarkt. Het komt bijvoorbeeld voor dat iemand zich verslaapt, vervolgens zijn baas niet durft te bellen en dan helemaal niet meer gaat. En dan heb je opeens geen baan meer. Als je al jaren fijn aan het werk bent, kan je je dit niet voorstellen, maar het gebeurt.”

Ze vervolgt: “Niet voor iedereen geldt dat als je maar goed je best doet, je je droom kunt waarmaken. Werk emancipeert: Zelfstandig in je bestaan kunnen voorzien geeft iemand zelfvertrouwen. Het maakt trots en geeft perspectief. Dat maakt ook dat ik het zo’n geweldig mooie opdracht vind om mensen te ondersteunen naar werk en meedoen.”