Overslaan en naar de inhoud gaan

Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

Block
Link naar Van leerbaan naar baan Stap 7: Van leerbaan naar baan Link naar Leren en werken Stap 6: Leren en werken Link naar Vastleggen afspraken Stap 5: Vastleggen afspraken Link naar Betrekken MBO Stap 4: Betrekken MBO Link naar Bemiddeling Stap 3: Bemiddeling Link naar Zoeken leerbaan bij werkgever Stap 2: Zoeken leerbaan bij werkgever Link naar Kandidaten Stap 1 : Kandidaten
Link naar Van leerbaan naar baan Stap 7: Van leerbaan naar baan Link naar Leren en werken Stap 6: Leren en werken Link naar Vastleggen afspraken Stap 5: Vastleggen afspraken Link naar Betrekken MBO Stap 4: Betrekken MBO Link naar Bemiddeling Stap 3: Bemiddeling Link naar Zoeken leerbaan bij werkgever Stap 2: Zoeken leerbaan bij werkgever Link naar Kandidaten Stap 1 : Kandidaten
Block

Voilà, een processtappenplan

In het Steun- en Herstelpakket van november 2020 is voorzien in subsidie van 63 miljoen euro voor verschillende vormen van kortdurende bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo. Dit is een tijdelijke maatregel die echter wel een mooie kans biedt om deze flexibele vorm van onderwijs voor werkenden en werkzoekenden goed op de kaart te zetten.

Om professionals in de arbeidsmarktregio’s te ondersteunen bij het benutten van de mogelijkheden van bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo, hebben de Programmaraad en Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven SBB een processtappenplan ontwikkeld met veel praktische informatie en uitleg.

Voor wie is het stappenplan bedoeld?

De publicatie is bedoeld voor drie groepen uitvoerenden: professionals die spreken met kandidaten die ander werk zoeken en willen onderzoeken of praktijkleren in het mbo passend kan zijn; professionals die spreken met werkgevers die nieuwe medewerkers zoeken en willen onderzoeken of praktijkleren in het mbo passend kan zijn én professionals die werkgevers adviseren over de mogelijkheden van praktijkleren in het mbo voor om- en bijscholing van eigen medewerkers.

Waarom dit stappenplan?

Directe aanleiding voor het maken van dit stappenplan is de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening Covid-19 die in maart 2021 is gepubliceerd. Deze Tijdelijke regeling voorziet onder meer in budgetten voor verschillende soorten scholing en ontwikkeling, met het doel zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen of te houden. Er is een specifiek budget voor scholing via praktijkleren in het mbo. Het gaat om mbo-opleidingen in de derde leerweg’, gericht op het halen van een praktijkverklaring, een mbo-certificaat of mbo-diploma. In de Tijdelijke regeling worden hiervoor de opleidingskosten vergoed voor de duur van maximaal 40 weken.

Daarnaast is subsidie beschikbaar voor werkgevers voor het realiseren van de benodigde praktijkplaatsen voor praktijkleren in het mbo. Ook deze vergoeding is voor maximaal 40 weken. Deze vergoeding wordt geregeld in de ‘Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg’, die in de zomer van 2021 wordt gepubliceerd.

Ook na afloop van de Tijdelijke regeling blijft scholing via praktijkleren in het mbo een uitgelezen instrument om mensen in leerbanen, via een combinatie van werken en leren, aan een stevigere positie op de arbeidsmarktmarkt te helpen.

Voor de regionale mobiliteitsteams (RMT’s) is een handreiking ontwikkeld voor het realiseren van scholing via praktijkleren in het mbo met onder meer informatie over de verschillende manieren om mbo-instellingen te contracteren.

Welke soorten beroepsonderwijs zijn er?

Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) kent drie zogenoemde leerwegen. Vrij bekend zijn de beroepsopleidende leerweg (de bol-opleidingen) waarbij het onderwijs op school afgewisseld wordt met stages bij erkende leerbedrijven, en de beroepsbegeleidende leerweg (de bbl-opleidingen), waarbij een groot deel van de opleiding plaatsvindt op de werkplek bij een erkend leerbedrijf.

Minder bekend is de derde leerweg, die niet door het ministerie van OCW wordt bekostigd. Anders dan de andere twee leerwegen kunnen deelnemers in de derde leerweg niet alleen de volledige mbo-opleiding volgen, maar ook alleen onderdelen hiervan. Bijvoorbeeld onderdelen die af te ronden zijn met een mbo-certificaat of praktijkverklaring. Dit biedt meer flexibiliteit voor onderwijsprogramma’s en dat is juist voor werkzoekenden en werkenden zeer waardevol. De opleidingen in de derde leerweg kunnen worden uitgevoerd door roc’s, aoc’s en vakinstellingen én door private mbo-instellingen die door OCW erkend zijn voor uitvoering van de betreffende mbo-opleidingen.

Voor meer uitleg over de verschillende soorten beroepsonderwijs: www.rijksoverheid.nl

Dit stappenplan gaat in op de opleidingen in de derde leerweg en de mogelijkheden voor financiering ervan in het kader van de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening Covid-19 en de Regeling praktijkleren in de derde leerweg.

Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

Wat zijn de voordelen van praktijkleren in het mbo?

Scholing via praktijkleren in het mbo biedt werkzoekenden en werkenden met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt een kans om werk te vinden en aan het werk te blijven. De kandidaat krijgt een leerbaan waarin werken en leren wordt gecombineerd. De kandidaat heeft dus een inkomen (loon van de werkgever of uitkering) terwijl hij een (deel van een) mbo-opleiding volgt.

Met scholing via praktijkleren in het mbo kunnen kandidaten een mbo-bewijsstuk ontvangen zoals een praktijkverklaring, mbo-certificaat of mbo-diploma. Dit bewijsstuk wordt herkend door andere werkgevers en onderwijsinstellingen en kan een vertrekpunt vormen voor een leven lang ontwikkelen.

Praktijkleren in het mbo stelt werkgevers in staat hun (toekomstige) werknemers te stimuleren om scholingsactiviteiten (weer) op te pakken. Het levert de werkgever een gemotiveerde werknemer op die beter en breder inzetbaar is in het bedrijf.

Meer over wat praktijkleren in het mbo kan opleveren voor de werkenden en werkzoekenden en het bedrijfsleven valt te lezen in de publicatie ‘Meerwaarde praktijkleren in het mbo’.

Welke vormen van scholing via praktijkleren in het mbo zijn er?

Bij praktijkleren in het mbo voor werkzoekenden en werkenden wordt werken (bij een erkend leerbedrijf) gecombineerd met een mbo-opleiding of een deel daarvan. Er zijn drie vormen:

  • Een mbo-opleiding gericht op het behalen van een diploma. Hierbij gaat het om een mbo-opleiding. Deze kan eventueel worden ingekort vanwege opgedane werkervaring of een eerder afgeronde opleiding. Bij een diplomagericht traject voert de kandidaat werkprocessen uit in het leerbedrijf, aangevuld met lessen en examens.
  • Een mbo-opleiding gericht op het behalen van een certificaat. Hierbij doet de kandidaat een deel van een mbo-opleiding, waaraan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een certificaat heeft verbonden vanwege de arbeidsmarktrelevantie voor werkzoekenden en werkenden. Bij een certificaattraject gaat het om uitvoering van een afgerond takenpakket dat deel uitmaakt van een beroep. Dit leert de kandidaat door het uitvoeren van een aantal werkprocessen in het leerbedrijf, aangevuld met lessen en een examen.
  • Een mbo-opleiding gericht op het behalen van een praktijkverklaring. Dit betreft praktijkleren op maat, waarbij in de praktijk van het leerbedrijf delen (werkprocessen) uit mbo-opleidingen worden geleerd op basis van de mogelijkheden van de kandidaat en het bedrijf. De praktijkverklaring vermeldt welke werkprocessen in het leerbedrijf zijn geleerd. De kandidaat ontvangt na afloop een mbo-verklaring waarin de praktijkverklaring is opgenomen. Als aanvullende lessen of examens zijn behaald, worden deze resultaten ook in de mbo-verklaring vermeld.

Zie voor meer uitleg: www.rijksoverheid.nl

Praktijkleren in het mbo...

...past goed bij mensen die praktisch zijn ingesteld en biedt daarmee ook goede mogelijkheden voor bij- en omscholing van laagopgeleide mensen die door de Covid-19-crisis hard geraakt zijn. De kandidaat heeft dus een inkomen (loon van de werkgever of behoud van uitkering) terwijl hij een (deel van) een mbo-opleiding volgt

… leidt gericht op voor een (deel van een) beroep en draagt zodoende bij aan het omscholingsvraagstuk als gevolg van Covid-19-crisis

… kent, omdat scholing gecombineerd wordt met werken, geen ‘lock-in-effect’(als je scholing volgt, zoek je niet naar werk, wat leidt tot een langere uitkeringsduur

… is gestoeld op een landelijke infrastructuur, waarbij gebruik kan worden gemaakt van meer dan 400 mbo-opleidingen en 250.000 erkende leerbedrijven met door OCW vastgestelde waarborgen voor kwaliteit

… biedt de mogelijkheid tot modulair opleiden

… resulteert in documenten die herkenbaar zijn voor zowel werkgevers als onderwijsinstellingen, wat arbeidstoeleiding, overstappen naar een andere sector en doorontwikkeling op een later moment ten goede komt (‘civiele waarde voor de arbeidsmarkt’)

Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

Welke organisaties zijn bij het praktijkleren in het mbo betrokken?

Het opzetten en uitvoeren van bij- en omscholing via praktijkleren in het mbo voor werkzoekenden en werkenden vergt de nodige organisatie omdat er veel partijen bij betrokken zijn.

mbo Kandidaten K andid a ten : Die w er k en en he t doen v an een opleiding of een deel daa r v an w il len c ombine r en . Werkgevers W er k ge v ers bieden , aan nie uw e of ei g en med e w er k er s , leerbanen aan en be g eleiden , a ls er k end leerbed r ij f , de med e w er k ers bij he t p r a kti j k deel v an een mbo-opleidin g . Vso/proscholen Scholen voor praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs ondersteunen ex-leerlingen bij het vinden van werk en vervolgonderwijs. Regionalemobiliteits-team In het kader van de Tijdelijke regeling is per arbeidsmarktregio een regionaal mobiliteitsteam ingericht, met onder meer vertegenwoordiging van gemeente, UWV, vakbond en werkgeversorganisatie. Het regionaal mobiliteitsteam beschikt over een budget voor scholing via praktijkleren inhet mbo, in het kader van deTijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19. Gemeenten Gemeenten ondersteunen bij het zoeken naar werk van werkzoekenden met een bijstandsuitkering, met een uitkering op grond van de IOAW, IOAZ en Anw én van niet-uitkeringsgerechtigden. UWV U WV ondersteu n t bij he t z oe k en naar w erk v an w er k z oe k enden me t een uit k e r ing op g r ond v an de W W , W ajon g , W IA en Ziekt e w e t . Werkgeverservicepunten(WSP’s) Ontwikkel- en reïntegratie bedrijven Jobcoaches Regionalemeld-en coördinatie punten Mbo instellingen Leerwerk-loketten De adviseurs van de Leerwerkloketten geven onafhankelijk scholings- en loopbaanadvies voor burgers. Dit kunnen ook klanten zijn die een uitkering van bovenstaande organisaties ontvangen. SBB Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) heeft een wettelijke taak voor het adviseren, ondersteunen en het erkennen van leerbedrijven. De SBB brengt de leermogelijkheden bij leerbedrijven in beeld, en adviseert en ondersteunt bij de werving van leerbanen voor het mbo. Daarnaast adviseert en ondersteunt SBB bij in beeld brengen regionale kansberoepen en bijbehorende opleidingsmogelijkheden. Vakbonden De vakbonden zijn samenmet de werkgever eersteaanspreekpunt voor werkendenwanneer deze ten gevolge vande crisis bedreigd worden metontslag. Loopbaanadviseursvan de vakbonden verleningloopbaanadvies aan werkenden.
Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

Stap 1: Uitvraag wensen en mogelijkheden van de kandidaat

Een kandidaat die werken combineert met bij- of omscholing vergroot zijn kansen op het vinden of behouden van werk.

Professionals kunnen de kandidaat hierover adviseren aan de hand van zijn wensen en wat qua opleiding en werkervaring haalbaar is. Vaak wordt gedacht aan ‘terug naar de schoolbanken’, al dan in combinatie met stages.

Maar met praktijkleren in het mbo zijn er mogelijkheden om een betaalde baan (of met behoud van uitkering) te combineren met praktijkgerichte scholing.

Maar welke vorm van opleiden past het beste bij de kansen en mogelijkheden van de kandidaat? Om dat te bepalen moeten er een aantal afwegingen worden gemaakt aan de hand van de volgende vragen.

Welke wensen en mogelijkheden voor werk heeft de kandidaat?

  • Is de kandidaat bemiddelbaar naar werk of ander werk, rekening houdend met de belastbaarheid van de kandidaat?
  • Heeft de kandidaat een beeld van het werk dat hij zou willen doen?
  • Wil de kandidaat een overstap maken naar ander werk, in de eigen sector of naar een andere (kansrijke) sector?

Als de wensen en de mogelijkheden goed in beeld zijn, kan bepaald worden welke vorm van praktijkleren in het mbo het best past.

Welke vorm van praktijkleren in het mbo past het best?

  • Staat de kandidaat open voor het combineren van werken met praktijkleren in het mbo; dus een ‘leerbaan’ waarin hij een praktijkverklaring een mbo-certificaat of mbo-diploma kan halen
  • Wil de kandidaat (op den duur) werk uitvoeren op niveau 2, 3 of 4 van het mbo? Werkgevers kunnen, voor bepaalde functies, het halen van een mbo-certificaat of mbo-diploma als vereiste stellen
  • Heeft de kandidaat eerder diploma’s behaald of werkervaring opgedaan op mbo-niveau 2, 3 of 4?

Een leerbaan gericht op het behalen van een mbo-certificaat of mbo-diploma kan passend zijn.

  • Is, gezien opleidingsachtergrond, werkervaring of negatieve schoolervaringen, praktijkleren gericht op het halen van een praktijkverklaring (met name voor werkzaamheden op mbo-niveau 1 en 2), passend en haalbaar?

Een leerbaan gericht op het halen van een praktijkverklaring kan dan het best passend zijn

    Voor wie is praktijkleren met de praktijkverklaring?

    Praktijkleren met de praktijkverklaring is vooral bedoeld voor werkenden en werkzoekenden zonder startkwalificatie, voor wie het behalen van een mbo-diploma of mbo-certificaat vooralsnog niet haalbaar is. Maar ook mensen met een startkwalificatie, voor wie een mbo-diploma of mbo-certificaat (nu) niet haalbaar is, kunnen in aanmerking komen. Het kan namelijk zijn dat iemand wel beschikt over een startkwalificatie, maar weinig vertrouwen meer heeft in het eigen leervermogen. Bijvoorbeeld omdat het lang geleden is dat het diploma is behaald en er negatieve schoolervaringen zijn. Ook gebeurt het dat iemand wel een startkwalificatie heeft, maar vanwege persoonlijke omstandigheden alleen open staat voor leren op de werkvloer.

    Oriëntatie op kansrijke beroepen en sectoren

    Als een kandidaat nog geen beeld heeft van kansrijke sectoren en opleidingsmogelijkheden, kan de professional hem doorverwijzen naar het leerwerkloket in de regio. Daar kunnen ze beroepsoriëntatie testen uitvoeren en concreet advies geven.

    Tools voor het achterhalen van de concrete wensen voor werk

    Aandachtspunten

    • Welke vorm van scholing via praktijkleren in het mbo uiteindelijk wordt gekozen hangt ook af van de werkgevers en de leerbanen die zij beschikbaar stellen. Verder checkt ook de mbo-instelling of de kandidaat gezien de opleidingsachtergrond en werkervaring de opleiding aankan.
    • De professional kan bij het RMT informeren of er een overzicht is van het regionale aanbod van scholing via praktijkleren in het mbo en voorbeelden van opleidingen gericht op het halen van een mbo-diploma, mbo-certificaat of praktijkverklaring. Zie verder ook: De Inspiratiekaart om- en bijscholing via het mbo naar kansrijke beroepen
    • Als helder is welke scholing via praktijkleren in het mbo het beste past bij de kandidaat en werkgever, kan de professional via een checklist achterhalen van welke financiële middelen gebruik gemaakt kan worden. De voornoemde subsidieregeling is beschikbaar via het RVO. Daarmee kan de werkgever, die een erkend leerbedrijf is, een tegemoetkoming krijgen in de kosten voor het realiseren van een praktijkplaats.
    Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

    Stap 2: Zoeken van een leerbaan bij een werkgever

    • De professional die kandidaten begeleidt, zoekt een werkgever die een leerbaan kan aanbieden die aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de kandidaat. De professional kan ook gebruik maken van bestaande leerwerkarrangementen.
    • Hiervoor kan hij of zij professionals benaderen die de contacten met werkgevers onderhouden en hen spreken over vacatures en hen adviseren over de ontwikkeling van eigen medewerkers.
    • De professional van het werkgeverservicepunt (wsp) signaleert kansen en mogelijkheden bij al erkende leerbedrijven (zie leerbanenmarkt.nl) en bij werkgevers die een erkenning als leerbedrijf willen aanvragen en koppelt deze aan de kansen en mogelijkheden van de kandidaat.
    • De professional die zich richt op de regionale werkgeversdienstverlening kan de kandidaat voordragen bij werkgevers op vacatures die aansluiten op zijn wensen en mogelijkheden.
    • De professional van het wsp adviseert en informeert de werkgever over leerwerkarrangementen. Met de werkgever worden afspraken gemaakt over de arrangementen en de kandidaat wordt geïnformeerd over de kansen en mogelijkheden binnen het bedrijf.
    • Is er een passende werkplek gevonden, dan checkt de professional of de werkgever (voor de juiste opleiding) erkend is. Indien nodig, vraagt de werkgever bij SBB een (uitbreiding van de) erkenning aan. De professional kan de werkgever hierbij ondersteunen.
    • Wordt er geen geschikt leerbedrijf gevonden, dan kan de professional dit melden bij het meldpunt ‘Leerbaan gezocht’ van SBB. SBB werft dan een passende leerbaan in de regio.

    Ter ondersteuning van professionals die werkgevers benaderen voor (leer)banen zijn de volgende documenten beschikbaar ‘Meerwaarde praktijkleren in het mbo’ en de flyer voor werkgevers.

    Achtergrondinformatie over de dienstverlening van SBB en erkenning van leerbedrijven

    Let op, in dit stappenplan is ervan uit gegaan dat een traject start bij de kandidaat. Een traject kan natuurlijk ook starten bij een werkgever, omdat hij een vacature heeft of omdat een van zijn werknemers zich wil scholen via praktijkleren in het mbo.

    In sommige arbeidsmarktregio’s zijn inmiddels goede ervaringen opgedaan met het starten van een project vanuit de behoefte aan personeel bij werkgevers. Deze ervaringen worden momenteel verzameld en verwerkt in een de volgende versie van het processtappenplan.

    Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

    Stap 3: Bemiddeling naar een leerbaan

    Als scholing via praktijkleren in het mbo voor de kandidaat en werkgever de meest passende vorm is voor om- of bijscholing, is de volgende stap het bemiddelen naar een leerbaan.

    Analyse bemiddeling naar een passende leerbaan

    • Kan de kandidaat zelfstandig een passende leerbaan vinden, bijvoorbeeld met behulp van www.leerbanenmarkt.nl, of heeft hij of zij daarbij ondersteuning nodig van het werkgeversservicepunt?
    • De kandidaat solliciteert bij de werkgever of wordt na bemiddeling voorgedragen.
    • De kandidaat maakt, zelfstandig of onder begeleiding, kennis met de werkgever. In het sollicitatiegesprek komt onder meer aan de orde welke functie of welk takenpakket de kandidaat gaat (leren) vervullen en wat de mogelijkheden zijn voor het opleiden tot een mbo-diploma, mbo-certificaat of praktijkverklaring.
    • De kandidaat koppelt het resultaat terug naar de professional.

    Analyse werkzaamheden en praktijkleren in het mbo bij de werkgever

    Zodra een leerbaan bij een werkgever is gevonden, zoekt de kandidaat (met ondersteuning van de professional) naar een passende mbo-instelling. De volgende stappen zijn hierbij essentieel:

    • De werkgever zoekt uit hoe de werkzaamheden van de kandidaat en de gewenste vorm van opleiden het best gecombineerd kunnen worden. In overleg met de werkgever worden de uit te voeren werkzaamheden vastgesteld en de gewenste vorm van scholing via praktijkleren in het mbo (welk - deel van de - mbo-opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring, mbo-certificaat of mbo-diploma).
    • De professional verwijst de kandidaat en werkgever naar het beschikbare aanbod voor scholing via praktijkleren in het mbo (zoals dit beschikbaar wordt gesteld door het RMT) voor het vinden van de best passende mbo-instelling.
    • Uiteraard kijkt de professional ook naar andere aspecten van het aan het werk gaan. Moeten er ondersteunende voorzieningen, een jobcoach, werkplekaanpassingen geregeld worden? Is er kinderopvang nodig? Moet er iets gebeuren aan het inkomen van de kandidaat?

    Het regionale opleidingsaanbod in beeld voor praktijkleren in het mbo

    Het is de taak van het Regionaal Mobiliteitsteam (RMT) om het opleidingsaanbod voor praktijkleren in het mbo te organiseren, passend bij de behoefte van de regionale arbeidsmarkt.De handreiking voor RMT’s bevat adviezen aan partijen in het RMT voor het contracteren van mbo-instellingen.

    Aandachtspunten

    • Is er niet genoeg kennis van de kwalificatiestructuur van het mbo – maak dan gebruik van de expertise en adviezen van de adviseur van SBB of de (beoogde) mbo-instelling die de opleiding gaat uitvoeren. Maak bij praktijkleren met praktijkverklaring gebruik van de SBB werkverkenner
    • Check of het bedrijf beschikt over de benodigde erkenningen voor de kwalificaties voor de leerbanen. Bij ontbrekende erkenningen dient het bedrijf bij SBB een verzoek in voor uitbreiding van de erkenningen.
    • Verken, als het gaat om het opleiden voor een praktijkverklaring, of de werkgever en kandidaat eventueel bereid zijn tot aanvullende lessen zoals taalonderwijs of beroepsgerichte lessen.
    Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

    Stap 4: Afstemming met de mbo-instelling en inschrijving

    Zodra de werkgever en de kandidaat een mbo-instelling hebben gevonden, zet de mbo-instelling de volgende stappen:

    • De mbo-instelling bespreekt met de werkgever zijn wensen voor de invulling van de scholing via praktijkleren in het mbo en zijn rol als leerbedrijf hierbij. Denk ook aan praktische zaken als tijdstippen en locatie voor uitvoering lessen.
    • De mbo-instelling bespreekt met de kandidaat (en eventuele begeleider) zijn wensen voor de invulling van de scholing via praktijkleren in het mbo. De mbo-instelling checkt ook of de kandidaat de opleiding aankan gezien zijn opleidingsachtergrond en werkervaring.

    Aandachtspunten

    • Zorg voor een efficiënte intake van de kandidaat die herkend en erkend wordt door alle betrokken organisaties. Maak gebruik van elkaars kennis en expertise. Een mbo-instelling kan misschien gebruik maken van het door de gemeente of UWV opgestelde klantprofiel, intake-instrumenten of diagnose-instrumenten. Omgekeerd kan een gemeente of UWV in hun gesprekken met kandidaten ook gebruik maken van intake-instrumenten die door de mbo-instelling worden gehanteerd.
    • Houd bij het delen van informatie over de kandidaat rekening met de regels voor privacy (AVG). Deel alleen wat relevant is en vraag indien nodig eerst toestemming van de kandidaat voor het delen van informatie.
    • Zorg voor korte lijnen en uitwisseling van telefoonnummers van de diverse betrokkenen.
    • Check of de kandidaat basis-werknemersvaardigheden bezit. Bij twijfel bespreek dan van tevoren met de gemeente of UWV de mogelijkheid van een werkfittraject of maak dit onderdeel van de mbo-opleiding.
    • Gaat het om het opleiden voor een mbo-diploma? Verken dan eventueel of de bbl ook een passende optie kan zijn. De kosten voor bbl wijken af van die voor de derde leerweg, ook zijn er andere subsidiemogelijkheden.
    • Kijk met de onderwijsinstelling of de kandidaat in aanmerking kan komen voor verkorting van de opleiding. Voor kandidaten die al relevante werkervaring hebben of relevante opleidingen hebben gevolgd, kan een mbo-instelling vrijstellingen verlenen. De opleiding kan dan worden verkort (ten opzichte van de reguliere opleidingsduur).
    • Ga na of taallessen of andere ondersteuning in basisvaardigheden wenselijk is. De opleiding gericht op het halen van een mbo-diploma, mbo-certificaat of praktijkverklaring kan dan worden aangevuld met het vak Nederlands 2F of 3F van het mbo. Of de scholing wordt aangevuld met taalonderwijs betaald uit het educatiebudget of inburgeringsbudget van gemeenten.
    Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

    Stap 5: Het vastleggen van afspraken in overeenkomsten

    Alle betrokkenen ondertekenen de definitieve documenten voor de scholing via praktijkleren in het mbo. Er zijn drie soorten overeenkomsten.

    • Onderwijsovereenkomst (OOK) voor het volgen van de mbo-opleiding – getekend door de mbo-instelling en de kandidaat.
    • Praktijkovereenkomst (POK) voor het praktijkdeel van de mbo-opleiding – getekend door de mbo-instelling, het leerbedrijf en de kandidaat.
    • Plaatsingsovereenkomst praktijkleren in het mbo (PLOK) – getekend door een partij namens het RMT, de werkgever/leerbedrijf en de kandidaat).

    In de plaatsingsovereenkomst (PLOK) wordt de duur van de scholing via praktijkleren in het mbo vastgelegd en is vooral van belang om in aanmerking te komen voor de vergoeding vanuit de Tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening Covid-19. De plaatsingsovereenkomst wordt voor een duur van maximaal 40 weken afgesloten. Zie voor de plaatsingsovereenkomst het voorbeeldmodel in de handreiking voor RMT’s.

      Aandachtspunten

      • Op alle documenten moet dezelfde startdatum van de opleiding staan.
      • De plaatsingsovereenkomst bevat een maximale duur van 40 weken.
      • Een mbo-instelling is, vanuit OCW-wetgeving, verplicht om met kandidaten die een (deel van een) mbo-opleiding volgen, vooraf een onderwijsovereenkomst en praktijkovereenkomst af te sluiten. De praktijkovereenkomst moet ook worden ondertekend door het leerbedrijf dat de leerbaan aanbiedt.
      • In de Onderwijsovereenkomst (OOK) worden afspraken gemaakt over de te volgen mbo-opleiding (met naam en crebonummer) tussen de mbo-instelling en de kandidaat.
      • In de Praktijkovereenkomst worden afspraken gemaakt over de inrichting van de beroepspraktijkvorming tussen de mbo-instelling, de werkgever die als erkend leerbedrijf een praktijkplaats aanbiedt en de kandidaat. Ook worden in de praktijkovereenkomst afspraken gemaakt wie als praktijkopleider de kandidaat gaat begeleiden en hoe de contacten onderhouden worden met de mbo-instelling.
      Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

      Stap 6: Uitvoering scholing via praktijkleren in het mbo

      Het is zo ver. De kandidaat is aan de slag bij het leerbedrijf en volgt een opleiding in de derde leerweg gericht op het halen van een praktijkverklaring, een mbo-certificaat of een mbo-diploma. Hierbij kan ook een jobcoach betrokken zijn.

      Leren in het bedrijf (beroepspraktijkvorming)

      • De kandidaat leert de werkprocessen in het bedrijf en wordt hierbij begeleid door de praktijkopleider van het leerbedrijf.
      • De mbo-instelling stelt een begeleidingsinstrument beschikbaar aan de kandidaat en praktijkopleider waarin de voortgang wordt vastgelegd.
      • De mbo-instelling houdt contact met de kandidaat en praktijkopleider, volgt de voortgang van de beroepspraktijkvorming en is aanspreekpunt voor eventuele knelpunten.

        Aandachtspunten

        • Ook een jobcoach kan een rol vervullen bij de scholing via praktijkleren in het mbo. De jobcoach kan de praktijkopleider ondersteunen in de begeleiding van de kandidaat en bij het informeren van de mbo-instelling over de voortgang van de kandidaat. Het leerbedrijf blijft wel zelf verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de beroepspraktijkvorming.
        • SBB ondersteunt leerbedrijven en praktijkopleiders via onder meer Scholing voor praktijkopleiders | SBB (s-bb.nl) over begeleiding.
        • Bij een opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring maakt de mbo-instelling gebruik van het Welkom - Praktijkloket MBO voor het opstellen van de aan te leren werkprocessen en de praktijkverklaring.
        • Kijk voor meer informatie op praktijkleren met de praktijkverklaring of op de site van SBB.

        Volgen van onderwijs bij de mbo-instelling

        Bij een opleiding gericht op het halen van een mbo-certificaat of -diploma (en soms bij een opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring) volgt de kandidaat aanvullend onderwijs dat verzorgd wordt door de mbo-instelling. Het gaat om beroepsgerichte lessen. Als een kandidaat een mbo-diploma wil halen, krijgt hij ook lessen in loopbaan en burgerschap, taal en rekenen.

        Aandachtspunten

        • Vaak vindt het onderwijs plaats buiten het bedrijf. Soms spreekt de werkgever met de mbo-instelling af dat het onderwijs in het bedrijf zelf plaatsvindt. Ook het examen wordt soms afgenomen in het bedrijf zelf.
        • Het onderwijs kan bestaan uit lessen, praktijk- of projectopdrachten, simulaties en e-learning.

        Beoordelen:

        Als de kandidaat een opleiding voor een mbo-certificaat of mbo-diploma volgt, legt hij aan het eind van het traject een of meer examens af. In deze examens moet de kandidaat laten zien dat hij beschikt over de benodigde kennis en vaardigheden en dat hij de werkprocessen beheerst op het voor het mbo-certificaat of mbo-diploma vereiste eindniveau.

        Bij een opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring vult de praktijkopleider in het bedrijf ter afronding van de beroepspraktijkvorming een praktijkverklaring in. Hierin verklaart de praktijkopleider welke werkprocessen de kandidaat in het leerbedrijf heeft leren uitvoeren.

        Aandachtspunten

        • Een opleiding gericht op het halen van een mbo-certificaat of mbo-diploma wordt altijd afgesloten met een of meer examen. Ook een opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring kan een of meer examens bevatten, als dit vooraf is afgesproken
        • Mbo-instelling kan (samen met een eventuele jobcoach) de praktijkopleider ondersteunen bij het geven van een oordeel over de beroepspraktijkvorming van de kandidaat.
        • Bij een opleiding gericht op het halen van een praktijkverklaring geeft de onderwijsinstelling de praktijkopleider een praktijkverklaring waarop hij zijn oordeel over de kandidaat kan invullen
        • De praktijkverklaring heeft een positieve insteek en bevat alleen de werkprocessen die de kandidaat heeft leren uitvoeren in het leerbedrijf.

        Ontvangst van de praktijkverklaring, het mbo-certificaat of mbo-diploma.

        De kandidaat ontvangt een praktijkverklaring (als onderdeel van de mbo-verklaring), een mbo-certificaat of mbo-diploma.

        Aandachtspunten

        • Een praktijkverklaring maakt altijd deel uit van een mbo-verklaring. De praktijkverklaring is ondertekend door de praktijkopleider van het leerbedrijf.
        • De kandidaat ontvangt de mbo-verklaring, het mbocertificaat of het mbo-diploma. De mbo-verklaring, het mbo-certificaat en het mbo-diploma worden ondertekend door de examencommissie van de mbo-instelling.
          Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo

          Stap 7: Van leerbaan naar een reguliere baan

          Na afloop van de plaatsing en de scholing via praktijkleren in het mbo bespreken het bedrijf, de kandidaat en de professional hoe de leerbaan kan worden omgezet in een regulier dienstverband. Ook de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling in het bedrijf zelf of verder leren in het mbo kunnen aan de orde komen.

          Contactgegevens landelijke ondersteuning

          Programmaraad

          infosamenvoordeklantnl

          SBB

          actieplans-bbnl

          Kennispunt LLO

          llokennispuntmbonl

          De inhoud van dit processtappenplan is afgestemd met de ministeries van OCW en SZW

          Stappenplan voor professionals op praktijkleren in het mbo