Op 2 juni verscheen het ontwerpadvies 'Sociaal-Economisch beleid 2021-2025 Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving'. De SER adviseert daarin een nieuw kabinet fors te investeren in brede welvaart: in zekerheid van werk en inkomen, in toekomstig verdienvermogen, in sterke publieke dienstverlening en een duurzaam leefklimaat.
Het SER-advies wordt nog aan de achterbannen van de sociale partners voorgelegd.
Uit het SER-advies
Interessante en relevante punten voor gemeenten uit het SER-advies zijn de volgende.
Van werk-naar-werk-structuur en leven lang ontwikkelen
Er is in Nederland een arbeidsmarktinfrastructuur nodig die het voorkomen van werkloosheid faciliteert. Die krijgt komende 8 tot 10 jaar vorm. De SER ziet een belangrijke rol voor de sociale partners, als initiatiefnemer en regisseur. Lessen uit de huidige crisisdienstverlening op de arbeidsmarkt (via RMT’s) worden daarin meegenomen.
Publieke arbeidsmarktdienstverlening verhelderen
Er moet een oplossing komen voor onduidelijkheid over verantwoordelijkheden, verschotting en versnippering.
Middelen voor activerend arbeidsmarktbeleid onvoldoende
Er zijn te weinig middelen voor gemeenten om activerend arbeidsmarktbeleid vorm te geven. Dat leidt ertoe dat met name geïnvesteerd wordt in mensen die relatief dicht op de arbeidsmarkt zitten. Er is stabiele financiering nodig voor zaken als begeleiding, scholing en matching.
Wisselen van baan ondersteunen
Er zijn servicepunten nodig voor werkzoekenden (regulier werkenden of zelfstandigen) voor ondersteuning bij het wisselen van baan.
Participatiewet heeft niet gewenste resultaat
Voor een groot deel van de Participatiewet-doelgroep zijn kansen op (duurzaam) werk te weinig toegenomen. Werken vanuit een uitkering moet aantrekkelijker worden en de ‘armoedeval’ moet verleden tijd worden.
Sluitende sociale infrastructuur
Een sluitende sociale infrastructuur vraagt om een aanpak waarbij instrumenten voor werkgevers en ontwikkeltrajecten voor werkenden centraal staan. Via sociale ontwikkelbedrijven wordt hier invulling aan gegeven.
Aanpak langdurige werkloosheid
Er moeten banen worden gecreëerd voor mensen die langdurig werkloos zijn, in aanvulling op het bestaande instrumentarium.
Onderhandelingsmacht ZZP’ers
Met name voor laaggeschoold werk en sectoren waar misbruik plaatsvindt, is het belangrijk dat ZZP’ers collectieve onderhandelingsmacht krijgen.
Minimumloon hoger
Het minimumloon moet hoger en de koppeling met de uitkeringen moet in stand blijven.
Franchise werkgeverslasten
Er komt een franchise voor werkgeverslasten van sociale verzekeringen (ook LIV bezien) voor behoud van baankansen aan de basis van de arbeidsmarkt.
Meer bijverdienmogelijkheden
Er komen meer bijverdienmogelijkheden in de P-wet en de kostendelersnorm wordt afgeschaft.
Samenhang ondersteuning kinderen
Er is een samenhangend systeem van ‘kindvoorzieningen’ nodig. Dat voorziet in extra ondersteuning aan kinderen met een (potentiële) achterstand.
Positie jongeren verbeteren
Bij jongeren leidt de samenloop van hun onzekere positie op de arbeidsmarkt en woningmarkt (en hoog risico op schulden) tot het uitstellen van mijlpalen in het leven. Dat levert, zeker in tijden van corona, veel stress op. Het advies En nu … daden! van de Jongeren Denktank Coronacrisis bevat diverse voorstellen om de positie van jongeren te verbeteren.
Aanpak laaggeletterdheid
In het licht van het bevorderen van gelijke kansen vraagt de SER ook aandacht voor de aanpak van laaggeletterdheid. Met 2,5 miljoen laaggeletterden in Nederland zijn structurele inspanningen nodig en tenminste een verdubbeling van de overheidsinvesteringen om laaggeletterdheid effectief te bestrijden en het mogelijk te maken om als laaggeletterde mee te doen in een toegankelijke arbeidsmarkt en samenleving.
Aandacht voor publieke sector
Een goed functionerende (semi-)publieke sector is belangrijk voor het collectieve welzijn en de economie. De toeslagenaffaire en de coronacrisis hebben dat belang onderstreept. Aandacht is nodig voor kwetsbaarheden als personeelstekorten en professionele ruimte, bijvoorbeeld in gemeenten.
Werken vanuit vertrouwen
De (semi-)publieke dienstverlening moet uitgaan van vertrouwen in burgers, bedrijven en dienstverleners (in plaats van een dominant wantrouwen, beheersbaarheid en controleerbaarheid). De overheid moet naast en ten dienste staan van inwoners. Die mogen nooit in de knel raken door de overheid of het recht worden ontzegd wanneer de overheid verkeerd handelt. Werken vanuit vertrouwen bevordert ook de aantrekkelijkheid van de overheid als werkgever.
Knelpunten aanpakken én kwaliteitsslag publieke dienstverlening nodig
Er zijn extra en langdurige investeringen nodig in publieke dienstverlening. Om knelpunten daarin aan te pakken en een kwaliteitsslag te maken. Denk bijvoorbeeld aan extra investeringen in personeel, adequate ondersteuningsmiddelen en -voorzieningen (apparatuur, materialen).
Europese middelen gebruiken
Niet altijd worden Europese middelen goed benut terwijl er belangrijke (co-)financieringsmogelijkheden zijn voor het sociaal domein.