Overslaan en naar de inhoud gaan

De Beroepentuin: opstapje naar een baan met perspectief

Gepubliceerd op 28 april 2022

Hoe zorg je dat schoolverlaters, statushouders of ex-gedetineerden aan de slag gaan en blijven in schaarsteberoepen? Het leer-werkbedrijf De Beroepentuin blijkt daarin zeer succesvol door de motivatie van kandidaten aan te boren. “Je kan pas goed worden in iets wat je leuk vindt. Wat dat is ontdek je hier.”

Werk is belangrijk, maar het werk moet wel bij je passen. Dat hebben ze bij leer-werkbedrijf De Beroepentuin goed begrepen. Mensen die moeilijk aan de slag komen zoals schoolverlaters, statushouders of ex-gedetineerden krijgen 2 weken de tijd, om 1 van de leerlijnen te kiezen op het gebied van energietransitie, bouw of techniek. Daarin volgen ze dan een praktijkopleiding van 10 weken. Aan het eind worden ze gekoppeld aan een werkgever waar ze een contract krijgen.

De Beroepentuin - werken aan zonnepanelen

Seyit Yeyden, Murat Ersoy en Henk van der Beek begonnen 3 jaar geleden in Rotterdam met De Beroepentuin, een leer-werkbedrijf op het terrein van energietransitie, techniek en bouw. Gemotiveerde kandidaten komen via open hiring binnen; de leermeesters zien snel genoeg waar iemand talent voor heeft. De overheid en het bedrijfsleven betalen elk de helft van het traject. In middels zijn er ook Beroepentuinen in Den Haag, Schiedam, Utrecht en Drechtsteden. Op de open dag in Utrecht vertellen Yeyden, Murat Ersoy en Bernadette Leeuwenberg van WSP Midden-Utrecht wat ze leerden van De Beroepentuin. 

Tips van Seyit Yeyden voor initiatieven à la de Beroepentuin

  • Betrek de gemeente vanaf het begin bij een nieuw initiatief en maak goede afspraken. Anders loop je tegen problemen aan bij een wisseling van ambtenaren.
  • Zorg dat kandidaten op elk moment kunnen beginnen aan de Beroepentuin en eventuele vervolgopleidingen bij het roc.
  • Denk als gemeente/WSP goed na hoe je succes wilt meten. Als werkmatchers worden afgerekend op het aantal plaatsingen zijn ze geneigd iemand snel in een productiebaan te plaatsen. Een traject bij de Beroepentuin duurt 3 maanden, maar zorgt wel voor duurzaam werk. 
  • Kijk waar lokaal behoefte aan is en verbind de kennis van bedrijven en branches om er een leerlijn voor op te starten. Betrek roc’s erbij voor de praktijkverklaringen zodat zij kunnen examineren. Is ergens nog geen opleiding voor, bijvoorbeeld zonnepanelenmonteur? Zet die dan zelf op. 

In 10 weken basis vaardigheden opdoen en dan aan het werk

Yeyden was eerder betrokken bij het MKB werkoffensief. “Ik zag toen dat kandidaten na een cursus van een paar dagen in het diepe gegooid werden en daardoor vaak uitvielen. Verder waren er alleen opleidingen van een jaar, maar werkgevers zeiden dat kandidaten alleen basisvaardigheden hoefden te hebben. De rest konden zij wel aanleren.” In samenwerking met het lokale bedrijfsleven, roc’s en brancheorganisaties als Wij Techniek, richtte hij een sociale onderneming op voor beroepen als loodgieter, schilder, zonnepanelen- en laadpalenmonteur. “Je kan pas goed worden in iets wat je leuk vindt. Wat dat is ontdek je hier.”

Een vak leren, daar heb je de rest van je leven wat aan

Jelmer

Het verhaal van Jelmer

Jelmer (26) heeft het traject bij De Beroepentuin bijna afgerond en vertelt wat hij ervan vond. 

“Ik heb een hele tijd een uitkering gehad. Door persoonlijke omstandigheden switchte ik een paar keer van school en opleiding en uiteindelijk heb ik helaas niets afgerond. Op de bank zitten is niet voor mij, dus ik heb wel vrijwilligerswerk gedaan. Dat was productiewerk, het stelde niet veel voor. Ik heb echt wel gesolliciteerd en werd ook aangenomen, maar ik ben er weer mee opgehouden. Het waren echt flutbaantjes. Met een bus rondrijden en boodschappen bezorgen: slecht betaald, en dan moest je ook nog eerst je bus inladen en werkkleding aandoen, en dan pas mocht je inklokken. 

Gelukkig verwees mijn contactpersoon bij de gemeente me naar de Beroepentuin. Ik wist meteen dat ik voor de elektro ging. Dat is een echt vak! Ik ben erachter gekomen dat ik het niet volhou als ik iets doe wat ik niet zelf waardevol vind. Hier heb ik de rest van m’n leven iets aan! Je leert het vak van ervaren leermeesters. Die zijn super, heel vrolijk en ze leggen alles goed uit. Ze doorlopen een lesplan bij iedereen die binnenkomt. Het moeilijkste wat ik heb gemaakt? Een installatie met veel lampen en schakelaars. Dat kan een hele wirwar worden, en je moet van tevoren goed plannen hoeveel draden er in een buis gaan.

Het contact met de andere kandidaten was vanaf de eerste dag goed. We zijn allemaal één met elkaar. Het is fijn om ingewikkelde klussen samen te oefenen. Sommige mensen spreken niet zo goed Nederlands. Of ze kennen de vaktermen niet, dat is weleens lastig. Maar tot nu toe komen we er altijd uit. Het enige nadeel voor mij was dat ik in het begin om 5 uur moest opstaan om hier op tijd te komen met de trein en de bus. Nu mag ik gelukkig een uurtje later beginnen.

Als je je VCA hebt gehaald en ze hebben je goed leren kennen, gaat een arbeidsmarktcoach kijken of ze je aan een werkgever kunnen voorstellen. Zelf wilde ik graag naar een totaalinstallateur in mijn woonplaats. En daar ben ik ook aangenomen als leerling-elektromonteur. Ik ben er al een paar keer geweest. Binnenkort ga ik het contract tekenen, dan kan ik hopelijk snel starten. Er zit ook een studie aan vast, maar die begint pas in september. Dan krijg ik 1 dag per week les op het bedrijf zelf. Er is daar een soort collegezaal voor alle leerlingen. Op de meeloopdag heb ik er al een paar leren kennen. 

Ik kijk er echt naar uit om straks aan de slag te gaan. Dan word ik goed betaald, zelfs op de studiedag. Het geeft een fijn gevoel dat de werkgever in me investeert. En het helpt ook met rondkomen.”

Succesfactoren

Het tekort aan technisch personeel én de aandacht voor diversiteit en inclusie hielpen mee bij het succes van het initiatief. Ook het ontstaan van de praktijkverklaringen komt mooi uit. “Dit jaar willen we samen met roc’s de praktijkverklaringen verder vormgeven. Dan krijgen kandidaten een papiertje waarmee ze overal aan de slag kunnen. Daar hebben ze recht op, ze doen echt hun best. Bij ons eindigt een traject altijd in een baan, maar vaak gaan kandidaten ook een beroepsbegeleidende leerweg, een BBL-traject doen. Dat gaat uitstekend. In Dordrecht is een hbo-opleiding rond de energietransitie gestart, misschien kunnen onze kandidaten daar hun leerlijn vervolgen.”

Betrek meteen de gemeente erbij

“Wat we in Rotterdam niet goed hebben gedaan, is dat we de gemeente niet vanaf het begin hebben betrokken en gevraagd om te investeren”, zegt Yeyden. “Daar hebben we van geleerd.” Leeuwenberg vertelt dat in Utrecht afspraken zijn gemaakt over het subsidiëren van de opstartfase en over de manier om kandidaten te werven. “Natuurlijk mensen uit de bijstand, maar ook ww’ers en andere groepen die naar werk worden begeleid, zoals ex-gedetineerden, ex-verslaafden of mensen met een psychische beperking. We zeggen tegen niemand nee, en kijken achteraf wel hoe het wordt gefinancierd. Door de gemeente, UWV of via vouchers van de sector.”

Tips van Murat Ersoy voor initiatieven à la de Beroepentuin

  • Zorg voor commitment en realistische verwachtingen bij het bedrijfsleven. Sommigen verwachten nog een schaap met 5 poten. Onze kandidaten hebben echt begeleiding nodig om het traject tot een succes te maken.
  • Gebruik bijvoorbeeld het gemeentelijk social returnbeleid om bedrijven te stimuleren de kandidaten aan te nemen. Schrijf eventueel onderaannemers voor hoeveel kandidaten uit de moeilijkste doelgroep ze moeten plaatsen, om te voorkomen dat ze alleen gaan voor makkelijk matchbare kandidaten. 
  • Kopieer bij een nieuwe vestiging niet klakkeloos de leerlijnen van elders. Kijk waar lokaal behoefte aan is en richt je daarop. Als je het lokale bedrijfsleven aanvult, kunnen er mooie samenwerkingsverbanden ontstaan.
  • Voor nog nauwere samenwerking kun je een collectief leerbedrijf opzetten met plaatselijke bedrijven en een roc. Het roc om het opleidingsniveau te beoordelen en het bedrijfsleven om te kijken of de werkprocessen nog wel up to date zijn. Het onderwijs loopt soms achter omdat de ontwikkelingen heel snel gaan. 

Motivatie werkt

Hoe werkt het dan? Leeuwenberg beschrijft dat kandidaten zich eerst 2 weken oriënteren. “Ze maken kennis met de beroepen om te kiezen welke leerlijn bij ze past. Een enkele keer zegt iemand bijvoorbeeld toch liever kapper te worden. Dat gaan we dan proberen te regelen. We laten iemand niet los als die de stap heeft gemaakt om zijn leven weer op te bouwen, ondanks alle beren op de weg. Dat iemand het beroep kiest dat bij hem past, is de beste garantie voor duurzame matches.”

Ook goede begeleiding is essentieel. “Er werken hier allemaal bevlogen coaches: een arbeidsmarktcoach van ServicePunt Techniek en jobcoaches van de gemeente die kandidaten helpen en het gevoel geven dat ze erbij horen.” In Utrecht stroomt 65% van de kandidaten duurzaam uit en haalt 95% een VCA-diploma.

Draaiboek en inspelen op de lokale situatie

Nu er ook vestigingen in 4 andere steden zijn gestart heeft Yeyden inmiddels een draaiboek klaarliggen: eerst een pilot en een aanloopperiode van een jaar. De opstartkosten zijn voor de gemeente. Daarna moet het bedrijf met 100 kandidaten per jaar rendabel zijn. Yeyden: “Een pilot is essentieel om de infrastructuur goed neer te zetten. Het is niet vanzelfsprekend dat ondernemers, overheid en roc’s samenwerken. Bovendien is elke regio, elke gemeente weer anders, dus moet een Beroepentuin inspelen op de lokale situatie.”

Utrecht werkt bijvoorbeeld nauw samen met ondernemersvereniging Overvecht. Er bleek anders dan in Rotterdam geen behoefte aan ijzervlechters of schilders. Ook het aanbod van kandidaten verschilt. In de regio Rotterdam komen er elk jaar ruim 1.000 kortgestraften vrij die haast niet meer aan het werk komen. Yeyden werkt aan een speciaal programma dat voorkomt dat ze terugvallen in de criminaliteit. 

Tips van Bernadette Leeuwenberg voor initiatieven à la de Beroepentuin

  • Laat kandidaten niet los als ze toch een ander beroep willen gaan doen, maar ondersteun ze daarbij.
  • Zorg dat niet alleen het management zich committeert aan de kandidaten, maar ook de mensen op de werkvloer. In veel technische sectoren heerst een machocultuur, waar onze kandidaten niet direct in passen. Er is in Utrecht een sloopbedrijf dat daar speciaal iemand voor in dienst heeft genomen, een oud-schooldirecteur uit het speciaal onderwijs
  • Besteed in de Beroepentuin aandacht aan het sociale aspect. Stimuleer dat kandidaten elkaar leren kennen en steunen.
  • Vertel werkgevers dat ze niet kunnen verwachten dat statushouders direct goed Nederlands spreken. De gemeente en WSP kunnen taaltrainingen bieden, maar benadruk dat werkgevers zelf ook moeten zorgen dat kandidaten op de werkvloer de taal kunnen leren.
  • Bied nazorg. De Beroepentuin monitort kandidaten minstens een half jaar. Veel kandidaten hebben ook een jobcoach van de gemeente Utrecht die ze kan ondersteunen bij de nieuwe baan en alles wat daarmee te maken heeft.
     

Vaktaal is cruciaal

Bij de doelgroep statushouders is taal vaak de grootste hobbel. In Rotterdam wordt met Stichting Lezen & Schrijven gewerkt aan trainingen voor taal op de werkvloer met het accent op vaktaal. “Elke opleiding kent ongeveer 400 vaktermen”, zegt Yeyden. “Wij leren ze er 50. Daarmee kunnen kandidaten de eerste 2 maanden overbruggen, zolang ze nog het voordeel van de twijfel hebben. Daarna bieden we op zaterdagochtenden taaltrainingen aan.” Voor Utrecht is de Beroepentuin in gesprek met het roc in vervolg op een pilot taalondersteuning op de werkvloer met een particuliere taalonderwijsaanbieder.

Ambities

Yeyden wil uiteindelijk groeien naar 10 vestigingen, maar hij denkt dat er in alle 35 arbeidsmarktregio’s ruimte voor is. “Er is ook belangstelling uit Leeuwarden en Sittard, maar dat zie ik ons vanuit de Randstad niet aansturen.” Hij overweegt mensen te gaan trainen zodat ze zelf een vestiging kunnen opzetten. Hij zou het toejuichen als er meer leer-werkbedrijven zouden komen, bijvoorbeeld voor beroepen in de zorg en horeca. Bij voorkeur dicht bij elkaar gevestigd, zodat een kandidaat makkelijk met alle beroepen kan kennismaken. Zo’n oriëntatietraject zou volgens hem een mooie basisdienstverlening van de gemeente zijn.

Meer dan werk

Leeuwenberg en Ersoy zien dat de impact van de Beroepentuin groot is. Kandidaten krijgen weer sociale contacten en waardering. Ze leren met kritiek omgaan en krijgen meer discipline en geloof in zichzelf. Ersoy: “Zelfs als je iemand niet direct aan een baan hebt geholpen is er meer gebeurd dan je kunt meten.”