Hoe kan de arbeidsmarktregio sturen op resultaten bij het aan het werk helpen van mensen? Daarvoor biedt de Factsheet Banenafspraak handig cijfermateriaal. De informatie geeft een goed beeld van waar verbeteringen mogelijk zijn.
Alle arbeidsmarktregio’s krijgen per kwartaal van UWV een eigen factsheet. Hierin staan de belangrijkste regionale cijfers in het kader van de Banenafspraak. De factsheet bevat gegevens over het aantal mensen met een beperking dat een baan heeft en welke veranderingen zich daarbij voordoen. De informatie geeft zo inzicht in de regionale voortgang bij de Banenafspraak.
De factsheet heeft een meerwaarde voor de regio’s, zegt Stefan Leliveld, strategisch beleidsadviseur bij UWV. “Dit is een handvat om te kunnen sturen. Je ziet wat er van kwartaal tot kwartaal gebeurt, onder meer als het gaat om de in- en uitstroom vanuit het Doelgroepregister. De factsheet is een verdieping op de regionale trendrapportage die de regio ook ontvangt.”
Leliveld heeft de indruk dat bij de sturing nog veel te winnen is. “Het verschilt per regio, maar niet elke regio is goed op de hoogte van de stand van zaken bij de verschillende cijfers en indicatoren. Ik zie regio’s zoeken naar de juiste sturingsinformatie. De factsheets per kwartaal geven daarop niet helemaal antwoord, maar kunnen wel veel helpen.”
Tips
- Gebruik de elk kwartaal verschijnende factsheet als handvat om te sturen.
- Maak een vergelijking in de tijd.
- Vergelijk de eigen cijfers ook met die van naburige regio’s en regio’s met veel overeenkomsten.
- Ga aan de hand van de belangrijkste kengetallen na waar je kunt ingrijpen.
- Denk bij verbeteringen in het vinden van werk onder andere aan het transparanter maken van het kandidatenbestand en verbeteringen in het matchingsproces.
- Denk bij verbeteringen in het behouden van werk bijvoorbeeld aan een intensievere inzet van voorzieningen als jobcoaching.
Informatie vooral om te vergelijken
In de regionale factsheet staan vier grafieken. Er zijn cijfers opgenomen over het aantal banen volgens de Banenafspraak, het aantal personen in het Doelgroepregister, het aantal werkzame personen en het verloop van werkzame en niet werkzame personen. In de laatste drie grafieken wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën: mensen met een WSW-indicatie en/of WIW/ID-baan, Wajongers en mensen uit de doelgroep van de Participatiewet.
De regio’s gebruiken deze informatie vooral om te vergelijken. Dat gebeurt op twee manieren, vertelt Leliveld. “Allereerst in de tijd. Hoe ging het in het meest recente kwartaal, het kwartaal daarvoor en een jaar geleden? Is er verbetering te constateren? Verder zijn regio’s geïnteresseerd in een vergelijking met naburige regio’s en verderaf gelegen regio’s met veel gemeenschappelijke kenmerken. Daarvoor moet je nu nog factsheets naast elkaar leggen.”
“Wij verkennen of het interessant is om een dashboard te ontwikkelen, waarmee je in een digitale omgeving kunt vergelijken.”
Verdiepende kengetallen
De belangrijkste verdiepende kengetallen voor regio’s zijn volgens Leliveld het aantal mensen dat een baan vindt, het aantal mensen dat hun baan is kwijtgeraakt en de instroom in het Doelgroepregister. “De regio kan aan de hand hiervan nagaan waar er mogelijkheden voor ingrijpen zijn. Ook kijkt de regio naar de informatie per doelgroep. Bijvoorbeeld: hoe verhoudt de doelgroep van de Participatiewet zich ten opzichte van de Wajong-doelgroep?”
Wie dieper wil graven komt al snel uit bij informatie op persoonsniveau, merkt Leliveld op. “Dan gaat het erom hoe goed de regio zijn eigen kandidaten kent. De informatie in de factsheet is daarvoor een stap in de richting.”
Vallen de resultaten bij een bepaalde doelgroep tegen, dan is het zaak om naar verbeteringen te kijken. Leliveld noemt een aantal mogelijkheden. “Bij het vinden van werk kan het transparanter maken van het kandidatenbestand helpen. Dan zijn werkgevers in staat om meer mensen te vinden via de Kandidatenverkenner Banenafspraak. Ook kan het zinvol zijn om goed te kijken naar het proces van matching: hoe zorg je ervoor dat werkzoekenden en werkgevers dichter bij elkaar worden gebracht? Lijkt werk behouden een probleem? Dan kun je onder andere kijken naar de inzet van voorzieningen, zoals een intensiever gebruik van jobcoaching.”
Factsheets steeds meer benutten
Leliveld heeft er vertrouwen in dat de arbeidsmarktregio’s de Factsheets Banenafspraak steeds meer gaan benutten om te sturen. “Ik hoor bijvoorbeeld van gemeenten en UWV-collega's in de regio dat het gebruik stapje voor stapje beter gaat. Mensen die met de informatie werken, zeggen dat ze hieraan veel hebben.”