Overslaan en naar de inhoud gaan

Meer mensen met milde psychische klachten aan het werk door beter luisteren

Gepubliceerd op 31 augustus 2020

Er is nog een wereld te winnen als het gaat om het aan de slag helpen en houden van mensen met milde psychische klachten, zo blijkt uit onderzoek in Groot-Amsterdam. Meer aandacht voor werk en het centraal stellen van de cliënt helpen daarbij. Maar vooral: beter luisteren.

Als het gaat om het aan het werk helpen van mensen met zware psychische problematiek doet de regio Groot-Amsterdam het heel aardig. Maar voor mensen met milde en matige psychische problematiek is er veel minder geregeld. Dat terwijl het in de Amsterdamse regio gaat om bijna 100.000 mensen, van wie zo’n 12.000 mensen al meer dan een jaar verzuimen van werk.

Tips

  • Luister goed naar de client en heb oog voor zijn wensen en belangen
  • Regel ondersteuning voor de cliënt door een professional of ervaringsdeskundige
  • Maak de cliënt de regisseur van het traject
  • Leer de professionals echt te luisteren
  • Denk in termen van een contract
  • Maak de dubbelrol van professionals inzichtelijk
  • Stel het vinden en behoud van werk centraal
  • Zorg dat de partijen voordeel ervaren

Een boost voor de samenwerking

In 2019 is er met geld van het ministerie van SZW een onderzoek gestart naar hoe meer mensen met een common mental disorder (cmd) aan het werk kunnen komen of blijven. Een tweede onderzoeksvraag was hoe de samenwerking tussen cliënt, werkgever en professionals van ggz, UWV en gemeenten een boost kan krijgen. Gedurende een half jaar is een aantal mensen gevolgd en twee keer geïnterviewd. Verder zijn er gesprekken gevoerd met cliënten, medewerkers van ggz en werk & inkomen en werkgevers om een goed beeld te krijgen van hoe de samenwerking bevorderd kan worden. 

De conclusies van het onderzoek zijn even simpel als onthutsend: professionals luisteren niet goed naar de cliënt, ‘werk’ komt bij de ggz niet echt aan de orde en de samenwerking tussen de instanties laat te wensen over.

Professionals zouden niet een medische diagnose, maar een veranderkundige diagnose moeten stellen

Ard van Oosten

Te weinig tijd voor een echt gesprek

“Ik weet ook wel hoe dat werkt”, nuanceert Ard van Oosten, één van de onderzoekers die zelf ervaring heeft in de geestelijke gezondheidszorg. “In de ggz moet er snel een diagnose komen, want alleen als er sprake is van ziekte krijgen de hulpverleners betaald. Gevolg is dat er te weinig ruimte is om echt met mensen in gesprek te komen. We denken dat we luisteren, maar tussen de regels door wordt veel gezegd dat toch gemist wordt. Opmerkingen als ‘ik heb nu geen werk’ of ‘ik ben bang dat ik mijn baan verlies’ worden vaak niet echt gehoord.”

Het zou beter zijn als professionals de tijd zouden nemen om eerst de mensen te leren kennen, om niet een medische diagnose maar een veranderkundige diagnose te stellen, aldus Van Oosten. Het gaat dan niet om de vraag of er sprake is van een psychiatrisch ziektebeeld, maar om de vraag wat nodig is om vooruit te komen, en waar liggen kansen?

Organisaties redeneren vanuit eigen perspectief

Een andere conclusie is dat organisaties mensen proberen te helpen vanuit vooral hun eigen perspectief. Zo wil men in de ggz bovenal de klachten wegnemen en is er weinig aandacht voor functieverbetering. “De component ‘werk’ wordt vaak vergeten. Ik heb het meegemaakt dat het na behandeling beter ging met de cliënt, maar dat hij ondertussen wel zijn baan was kwijtgeraakt.”

UWV en gemeenten kijken vooral of iemand wel terecht een beroep doet op een uitkering. Ondertussen heeft de cliënt het idee dat zijn probleem niet wordt herkend en raakt hij verward door de dubbele rol van de instanties van werk & inkomen als ondersteuner én als controleur.

Het gaat niet om de vraag of er sprake is van een psychiatrisch ziektebeeld, maar om de vraag wat nodig is om vooruit te komen

Ard van Oosten

Ondersteuning door bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen – iemand die wordt vertrouwd en die de processen kent – kan uitkomst bieden. Zo’n ondersteuner kan bijvoorbeeld wijzen op het belang na te gaan wat de consequenties voor het inkomen van de cliënt zijn, als deze aan het werk gaat, denk aan de toeslagen die kunnen wegvallen.

UWV experimenteert nu met het inzetten van ervaringsdeskundigen als ondersteuner. Is er geen ervaringsdeskundige, dan kan misschien de partner, familie of een vriend helpen met het voorbereiden van de gesprekken.

Samenwerking laat nog te wensen over

Ook als het gaat om samenwerking tussen professionals is er nog veel te verbeteren, aldus Van Oosten. “Iedereen is altijd voor samenwerking. Logisch, wie kan daar nu tegen zijn? Maar het is vervolgens wel de vraag of er voldoende tijd voor wordt vrijgemaakt. Daarnaast is de samenwerking vaak afhankelijk van individuen die het goed met elkaar kunnen vinden.”

Kennis wordt nog onvoldoende gedeeld, zo constateren de onderzoekers verder. De AVG-privacywetgeving maakt hulpverleners bang om informatie over cliënten te delen. Dat is eenvoudig te ondervangen door informatie-uitwisseling met de cliënt te doen. Van Oosten: “Dat zou sowieso goed zijn om de cliënt direct bij zijn eigen traject te betrekken. Het gaat nog steeds te vaak over de cliënt in plaats van samen met de cliënt.”

Een contract tussen cliënt en instanties

Samenwerking veronderstelt een soort gelijkwaardigheid en die is er in de relaties tussen cliënt en instanties nog niet. Het zijn de instanties die bepalen waanneer jij langs moet komen. En het eigen instellingsperspectief staat meestal voorop, constateert Van Oosten. “Zo zijn ggz-instellingen na de uitbraak van Covid-19 veel meer online gaan werken. Een prima oplossing voor veel behandelaars en begeleiders. Maar ook voor alle cliënten? Eigenlijk zou je moeten denken in termen van een maatwerkcontract tussen cliënt en instanties waarin je afspreekt wie wat wanneer doet.”

Het onderzoek ‘Samen sta je sterk’

Het onderzoeksteam bestaande uit Gabe de Vries, Ireen van der Lande, Helen Roeten en Ard van Oosten, gesteund door een stuurgroep met vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten en organisaties, is op zoek gegaan naar praktische aanbevelingen voor de samenwerking tussen GGZ, Werk & Inkomen, cliënten en werkgevers gericht op de arbeidsparticipatie van cliënten met milde tot matige psychische aandoeningen. Gesprekken en bijeenkomsten met cliënten, begeleiders, stafmedewerkers en werkgevers leverden zestig suggesties op voor betere samenwerking tussen cliënt, instanties en werkgevers, verdeeld over acht thema’s. De resultaten van het onderzoek worden nu vertaald in een actieplan voor de regio Groot-Amsterdam. 

Check of er in uw regio een goede basis is voor het vinden en behouden van werk voor mensen met lichte en matige psychische klachten door het invullen van de onderstaande zes vragen.

  Ja Nee
Wordt de cliënt gelijkwaardig behandeld en serieus genomen? Ja Ja
Wordt ‘werk’ meegenomen in de diagnostiek en behandeling? Ja Ja
Heeft de cliënt de regie in het traject naar werk? Ja Ja
Weten de professionals elkaar te vinden? Ja Ja
Weet de werkgever hoe hij de cliënt op de werkplek kan ondersteunen? Ja Ja
Is ondersteuning van de cliënt voor lange tijd geborgd? Ja Ja
Totaal Ja Ja

Is het antwoord op de vragen telkens ‘ja’, dan is er een goede basis gelegd in de samenwerking om mensen met CMD in uw regio een reële kans te bieden om aan de slag te komen of te blijven. Zijn er drie of minder ja’s, dan is het tijd om uw dienstverlening snel onder de loep te nemen.