Overslaan en naar de inhoud gaan

Metropoolregio Amsterdam: kijken naar skills leidt tot meer matches

Gepubliceerd op 20 november 2019

Ondanks de krappe arbeidsmarkt staan er nog steeds veel mensen aan de kant. Dat komt voor een deel omdat zij een beroep hebben waar steeds minder vraag naar is. Maar kijk je niet naar het beroep maar sec naar de vaardigheden waarover iemand beschikt, dan blijkt er ineens veel meer mogelijk. 

Door economische en technologische ontwikkelingen is er aan sommige beroepen steeds minder behoefte, denk aan administratief en financieel medewerkers. Tegelijkertijd zijn er beroepen waarvoor de vacatures nauwelijks te vervullen zijn, zoals installateurs, koks, data-analisten en verzorgenden. Maar als je nu sec naar de taken, de vaardigheden en het werk- en denkniveau van de functies kijkt – is vraag en aanbod dan niet veel beter bij elkaar te brengen?, zo vroegen ze zich bij Deloitte af.

Tips

  • Zorg dat de omschrijvingen van skills en competenties compatibel zijn met bestaande systemen.
  • Zorg voor een goede infrastructuur van opleidingen voor zij-instromers die moeten worden omgeschoold.
  • Stel eisen aan de opleidingen qua tijden waarop ze hun opleidingen aanbieden en betrokkenheid van het bedrijfsleven.
  • Bied vanuit de gemeenten tools aan voor het in kaart brengen en matchen van skills.
  • Breng op regionaal niveau groei- en krimpfuncties in kaart.
  • Zorg voor goede zichtbaarheid van de dienstverlening voor werknemers én werkgevers.
  • Zorg voor organiserend vermogen – veel informatie is al beschikbaar en er zijn veel partijen die kunnen helpen.

Beroepen vergelijken met algoritmes

De vraag vormde de start van het State of the State-onderzoek, waarbij Deloitte elk jaar een grote maatschappelijke uitdaging onder de loep neemt. De onderzoekers namen de 274 functieprofielen die de werkgeversorganisatie AWVN onderscheidt, en hebben die met behulp van algoritmen met elkaar vergeleken. Daaruit bleek dat veel beroepen sterk op elkaar lijken. Zo komt de functie ‘administratief medewerker’ qua taken en competenties voor 69 procent overeen met die van inkoopmedewerker. De taken en competenties van een eventcoördinator matchen zelfs voor 71 procent met die van een expediënt. 

Vervolgens is er samen met UWV uitgezocht wat ‘krimpberoepen’ en ‘groeiberoepen’ zijn; functies waar steeds minder vraag naar is en functies die werkgevers maar niet vervuld krijgen. “Kijk je naar de taken en competenties, dan blijken er nog heel veel ‘verborgen matches’ mogelijk”, vertelt Johan Stuiver, directeur Strategie & Innovatie Public Sector bij Deloitte. “Voor 22 beroepen waarvoor veel kandidaten en weinig vacatures zijn, zijn er gemiddeld acht vergelijkbare beroepen te vinden.”

een groep mensen die voor een bord staan

Moeilijk vervulbare vacatures vervullen

Soms kunnen werkzoekenden gelijk overstappen, soms is er enige scholing nodig, in het bedrijf of met op maat gemaakt modulair onderwijs. De nieuwe manier van kijken kan tienduizenden mensen extra aan het werk helpen en evenzoveel moeilijk vervulbare vacatures vervullen.

Mensen blijven vaak zoeken naar een vacature voor het beroep waarvoor ze zijn opgeleid of dat ze altijd hebben uitgeoefend. Anderzijds zoeken werkgevers vaak naar mensen die al ervaring hebben in het vak waarvoor de vacature openstaat. Werkgevers en werkzoekenden komen zo niet bij elkaar. Ga je met beide partijen in gesprek over skills en competenties, dan blijkt er ineens veel meer mogelijk, aldus Stuiver.

House of Skills

In verschillende arbeidsmarktregio’s experimenteert en werkt men inmiddels met matching op basis van skills. Het matchingsplatform HalloWerk in Den Haag en Rotterdam is een goed voorbeeld. In de Metropoolregio Amsterdam is House of Skills - een publiek- private samenwerking - bezig om mensen uit te dagen en te inspireren om na te denken over hun eigen toekomst op de arbeidsmarkt. En niet alleen werkzoekenden, maar ook werkenden en studenten. Heeft jouw beroep nog toekomst? Zit er brood in je opleiding?

“Veel mensen – vooral laag- en middelbaar opgeleiden – hebben in veel gevallen geen goed beeld van hun eigen skills”, vertelt Ronald Koen van House of Skills. “Brengen ze die in kaart, dan blijken ze vaak veel meer mogelijkheden te hebben dan zij zelf wisten. Hierdoor vergroten zij hun kansen op werk. Zeker als werkgevers  vacatures op basis van skills gaan formuleren.”

Overstappen naar een andere branche

Koen noemt het voorbeeld van een medewerkster die altijd bij een bank achter de servicebalie had gewerkt en als gevolg van de crisis een andere baan moest zoeken. Na een korte bijscholing werkt zij nu als baliemedewerkster in een ziekenhuis. Tot ieders tevredenheid, want ze neemt de inzichten en skills mee die ze in de bankenwereld heeft opgedaan. 

House of Skills is eigenlijk een ‘beweging’, aldus Koen. “We zetten partijen bij elkaar om samen met hen de arbeidsmarkt van de Metropoolregio Amsterdam meer op basis van skills in te richten.”

O&O-fondsen

Volgens Stuivers is de uitdaging voor arbeidsmarktregio’s pilots op te zetten voor bijvoorbeeld de zorg, de techniek en de horeca. “Vervolgens is het zaak de nieuwe manier van matchen duurzaam te maken. Gemeenten en arbeidsmarktregio’s moeten een ander gesprek gaan voeren met hun klanten en vaker een skills-assessment aanbieden. Ze moeten mensen wijzen op de mogelijkheden om zich om te scholen naar een naastliggend beroep.”
 
Het komt vooral aan op organiserend vermogen om de verbinding te maken tussen vraag en aanbod van skills, geld en opleidingsaanbod, benadrukt Stuiver. Er zijn veel tools en data beschikbaar en er zijn veel partijen die kunnen helpen. Het onderwijs moet samen met het bedrijfsleven wel meer modulaire cursussen gaan ontwikkelen. “Geld is het probleem niet. Er zijn EU-subsidies, gemeentelijke en regionale budgetten en natuurlijk de O&O-fondsen.”

Het sector-gerichte van de O&O-fondsen is dan nog wel een probleem, stelt Koen. “Neem die mevrouw die is overgestapt van de bank naar het ziekenhuis. Dat is intersectorale mobiliteit. Dat vergde een beetje bijscholing, maar het O&O-fonds van de banken mag dat niet financieren, juist omdat die mevrouw naar in dit geval de zorgsector is gegaan. Een kostwinner kan niet zo maar twee-drie dagen in de week gaan omscholen, want dat gaat ten koste van het inkomen. Het O&O-fonds zou kunnen bijspringen, maar dat gaat niet als de kostwinner de sector verlaat.” House of Skills pleit daarom in Den Haag voor een meer vloeiende intersectorale mobiliteit. 

Contacten met andere regio’s

House of Skills werkt onder meer samen met de Hogeschool van Amsterdam aan de ontwikkeling van producten als het ‘skills-paspoort’ en de ‘skills-paskamer’, een online tool voor assessment en matching. De problematiek is in heel Nederland hetzelfde en de oplossing kan dus ook landelijk worden uitgerold, aldus Koen. Zo onderhoudt House of Skills nauw contact met de regio’s Rotterdam, Den Haag en Eindhoven en komt binnenkort Arnhem-Nijmegen op bezoek.