Overslaan en naar de inhoud gaan

NLwerktaanwerk: bondgenoot bij werkgeversdienstverlening

Gepubliceerd op 30 juni 2023

‘Hoe beter ondernemers geëquipeerd zijn om met deze dynamische arbeidsmarkt om te gaan, hoe makkelijker mensen met afstand tot de arbeidsmarkt ook een plek krijgen.’ NLwerktaanwerk helpt bedrijven daarbij en verhoogt zo de interesse voor het aanbod van WSP’s. Maar dat vraagt volgens Caroline Rijnbeek en Heleen Roossien van NLwerktaanwerk wel om onderlinge samenwerking.

‘Werkgevers zijn op dit moment echt zoekende hoe ze moeten omgaan met de krapte op de arbeidsmarkt, zegt Rijnbeek, regisseur bij NLwerktaanwerk. ‘Zeker kleinere bedrijven die daarvoor niet de HRM-expertise in huis hebben. Bij NLwerktaanwerk praten we met werkgevers, in groepjes en individueel. We dagen ze uit om strategischer over personeelsvraagstukken te denken.’

Caroline Rijnbeek (NLwerktaanwerk) Caroline Rijnbeek (NLwerktaanwerk)
Heleen Roossien  (NLwerktaanwerk) Heleen Roossien (NLwerktaanwerk)

Schaars vakmanschap slim inzetten

Wat adviseert NLwerktaanwerk bedrijven? ‘Een goede personele planning maken, weten welke mensen er met pensioen gaan, wat het verloop is in je bedrijf en hoe je vakmanschap in je organisatie houdt’, antwoordt Rijnbeek. ‘Weten hoe je jonge mensen aan je organisatie bindt, maar ook hoe je ze begeleidt en opleidt. Of hoe je mensen met een afstand op de arbeidsmarkt zo kunt inzetten dat je allebei goede ervaringen hebt.’

NLwerktaanwerk helpt bedrijven uitzoeken hoe ze de ontwikkeling van vakmensen slim en effectief kunnen vormgeven. ‘Als je voor een vakman niet voor 5 dagen werk hebt kan je die medewerker minder complexe klussen laten doen. Of de vakman delen met een ander bedrijf om wel de hele tijd uitdagend vakwerk te kunnen doen. Dan heb je bovendien werk voor mensen met minder vakmanschap. Een soort jobcarving aan de bovenkant.’

Bijeenkomst over arbeidsmarktvraagstukken van NLwerktaanwerk met medewerkers van een WSP
Bijeenkomst over arbeidsmarktvraagstukken van NLwerktaanwerk met medewerkers van een WSP

Regionale verschillen

NLwerktaanwerk werkt met regisseurs die verbonden zijn aan bepaalde regio’s. Zo bedient Rijnbeek regio’s in Gelderland. ‘We proberen in het netwerk aangesloten te zijn bij de regionale ondernemersverenigingen, intermediairs en onderwijsinstellingen.’ Volgens Rijnbeek is de samenwerking met WSP’s in de meeste regio’s goed. ‘In Oost-Nederland zit samenwerken bijvoorbeeld in het DNA. Daar komen ze zelf naar me toe. We organiseren samen bijeenkomsten voor werkgevers, of nemen elkaar mee naar een ondernemer.’

Maar er zijn ook regio's waar NLwerktaanwerk vooral als concurrent wordt gezien. Dat ziet ook projectleider Heleen Roossien: ‘Het ene WSP heeft een sterkere positie dan het andere. Als er veel gepolderd wordt hoort een WSP er vanzelfsprekend bij.’

NLwerktaanwerk werkt aan vernieuwing van de arbeidsmarkt om bedrijven te voorzien van voldoende vakmanschap en om werkenden werkzekerheid te bieden. Regisseurs van NLwerktaanwerk ondersteunen werkgevers, branches en arbeidsmarktprofessionals met advies en het delen van kennis en best practices. Het is een initiatief van werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland in samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Samen successen boeken

Rijnbeek noemt een paar voorbeelden van succesvolle samenwerking. ‘Bij een bedrijf dat veel vroegtijdig schoolverlaters in dienst heeft, proberen we praktijkverklaringen te organiseren. Dan kunnen de jongeren hun diploma halen en minder kwetsbaar worden op de arbeidsmarkt. We hebben een overheidsinstelling aangetrokken om dat proces te begeleiden. Dus dan doen we het samen, ook met SBB.’

Roossien vertelt over een podcast die ze samen met WSP Utrecht maakte voor werkgevers die overwegen Oekraïners aan te nemen. ‘Wij organiseerden de opname, de techniek en betalen dat ook, en het WSP benadert een bedrijf dat al goede ervaringen had opgedaan. Echt, 2 telefoontjes en het was geregeld.’

Voorwerk

Rijnbeek stelt dat bedrijven die niet bezig zijn met arbeidsmarktvraagstukken ook geen ruimte hebben voor mensen met een afstand op de arbeidsmarkt of zij-instromers. ‘Het is fascinerend om te zien hoe sommige bedrijven al jaren vakmensen tekortkomen en toch maar een beetje doordraaien. Dat zijn geen prettige werkplekken voor mensen die meer begeleiding nodig hebben. Het is er vaak te chaotisch.’

NLwerktaanwerk helpt bedrijven op dit vlak professioneler worden. Zodat ze uiteindelijk wel iets kunnen betekenen voor mensen die net niet helemaal matchen of wat ondersteuning nodig hebben. Hoe beter ondernemers geëquipeerd zijn om met deze dynamische arbeidsmarkt om te gaan, hoe minder fouten er gemaakt worden, hoe beter het loopt, hoe makkelijker mensen met afstand tot de arbeidsmarkt ook een plek kunnen krijgen.

Tips

  • Werk samen met NLwerktaanwerk.
  • Stimuleer waar dat kan open hiring, mensen op motivatie aannemen. Als mensen iets willen krijgen ze het voor elkaar.
  • Promoot een talentenbenadering om ander werk te vinden. Er zijn succesvolle switches geweest van nagelstyliste naar aflakker van vliegtuigen, van gamer naar procesoperator en van de financiële sector naar de logistiek.
  • Laat bedrijven elkaar helpen. Rijnbeek noemt het voorbeeld van een bedrijf met een medewerker die doof aan het worden was en eigenlijk niet meer in de fabriek kon werken. Ze ging in gesprek met een andere ondernemer, en die heeft de medewerker overgenomen.
  • Als je mensen spreekt die willen gaan werken in of overstappen naar een bepaalde branche, kun je op NLwerktaanwerk routekaarten vinden met branche-informatie en achterhalen hoe de branche in elkaar zit, welke instroommogelijkheden er zijn hoe je de branche kan bereiken.

Makkelijker ingang bij werkgevers

Bovendien is NLwerktaanwerk een neutrale, onafhankelijke partij. Rijnbeek: ‘Sommige arbeidsmarktregio’s zien ons als concurrent. Die denken: we kunnen het zelf wel. Maar zij hebben een belang: kandidaten die ze ergens willen plaatsen. En dat weet een ondernemer. Dus die laat niet alles zien. Wij zijn er alleen om die ondernemer te helpen om de goede keuzes te maken, en voeren een ander gesprek.

Roossien wijst erop dat veel werkgevers ook nog helemaal niet bekend zijn met WSP’s. ‘Of ze snappen niet hoe arbeidsmarktregio’s er aan de publieke kant uitziet. Ik moet eerlijk zeggen, ik vind het ook steeds lastiger uit te leggen wat het verschil is tussen een WSP en een RMT, waar dan ook nog soms dezelfde mensen zitten. Van samenwerken worden we allemaal beter.’

Samen kunnen we meer

De belangrijkste boodschap is dus dat privaat en publiek elkaar kunnen versterken. Roossien: ‘De problematiek op de arbeidsmarkt is nooit door één partij op te lossen is. We hebben elkaar nodig. WSP’s hebben betaalde dienstverlening die wij niet kunnen bieden. Zij hebben heel veel mooie producten die wij niet hebben. En dat gaan wij ook niet doen, want dat is er al.’

Rijnbeek doet dan ook een oproep: ‘Laten we elkaar niet als concurrent zien. We hebben allemaal onze eigen rol en belangen. Samen kunnen we werkgevers beter ondersteunen. En daarmee ook zorgen dat een heleboel mensen beter in hun werk komen zitten. Het is zorgwekkend hoeveel ziekteverzuim er is. Of hoe moeilijk het is voor jongeren om aangehaakt te raken bij bedrijven, met alle risico’s van dien, dat kunnen we alleen samen oplossen.’