Overslaan en naar de inhoud gaan

Lage-inkomensvoordeel

Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is een tegemoetkoming voor werkgevers. Zij komen hiervoor in aanmerking als ze werknemers met een laag loon in dienst hebben.

Wat houdt het LIV in?

Het lage-inkomensvoordeel is een maatregel waarmee de loonkosten dalen voor mensen die een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben. Het kan voor werkgevers net dat zetje zijn om een kans te geven aan mensen die (langdurig) werkloos zijn en om mensen met een laag loon aan het werk te houden. Het idee erachter is dat het hebben van werk belangrijk is voor mensen, niet alleen vanwege het inkomen maar ook voor hun persoonlijke ontwikkeling en sociale contacten.

Het lage-inkomensvoordeel is een van twee tegemoetkomingen die vallen onder de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). De andere is het loonkostenvoordeel (LKV). 

Wat is de doelgroep?

Werknemers met een laag loon. Dit geldt ook voor werknemers die vallen onder de Participatiewet. Voor stagiairs is het LIV mogelijk, als er sprake is van een dienstbetrekking en aan alle voorwaarden van de tegemoetkoming wordt voldaan

Hoe hoog is het voordeel?

Het voordeel dat de werkgever voor een werknemer kan krijgen, is 0,49 euro per uur en maximaal 960 euro per kalenderjaar (bedragen voor 2023 en 2024). Hoeveel de tegemoetkoming precies is, hangt af van het aantal verloonde uren van de werknemer en van zijn gemiddelde uurloon (jaarloon gedeeld door het aantal verloonde uren).

Wanneer heeft de werkgever recht op het LIV?

Dat wordt bepaald aan de hand van het gemiddeld uurloon van de werknemer. Hiervoor wordt een bandbreedte gehanteerd met een onder- en een bovengrens voor het uurloon. Deze bedragen zijn gekoppeld aan het minimumloon en worden per jaar vastgesteld.

Er zijn meer voorwaarden. De werknemer moet ten minste 1248 verloonde uren per kalenderjaar hebben. Dit geldt ook als een werknemer in de loop van het jaar in dienst komt. Het is dan dus lastiger om het urenaantal te halen. Een andere voorwaarde is dat de werknemer de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt.

Hoe wordt de tegemoetkoming toegekend?

De werkgever hoeft het LIV niet aan te vragen. UWV berekent op basis van de loonaangiften voor welke werknemers de werkgever recht heeft op het LIV. De werkgever ontvangt hiervan een voorlopige berekening met daarbij specificaties.

De Belastingdienst stuurt daarna de definitieve berekening van het LIV. Ook betaalt de Belastingdienst de tegemoetkoming.