Drie onderzoeksvragen centraal
In het onderzoek van Regioplan staan drie vragen centraal: hoe is de uitvoering van het actieplan verlopen, hoe doeltreffend zijn de activiteiten en wat zijn de lessen voor een (nog) betere ondersteuning van de regio’s op de lange termijn? Daarvoor zijn onder meer communicatiemiddelen geanalyseerd, een enquête gehouden en deelnemers gesproken.
Voor de regio’s is in 2022 een uitgebreide communicatietoolkit ontwikkeld. Ongeveer een kwart blijkt deze toolkit te hebben gebruikt, zegt Schaap. “De meeste regio’s geven aan dat zij vaak al hun eigen communicatiestrategie of -middelen hebben. Het is volgens hen lastig om hierin de communicatiemiddelen van Dichterbij dan je denkt te integreren. De reacties op de advertenties in de toolkit waren wel heel positief.”
Vrijheid bij regionale invulling gewaardeerd
De middelen zijn via een decentralisatie-uitkering verstrekt. Daardoor hebben regio’s beleids- en bestedingsvrijheid bij de invulling van het actieplan. “De regio’s zien de geboden vrijheid als waardevol; hieruit spreek volgens hen vertrouwen. Zij vinden dat ze de middelen hebben kunnen besteden op een manier bij hun wensen en behoeften aansluit.”
De arbeidsmarktregio’s hebben het geld vooral besteed aan bestaande activiteiten. “Die zijn hierdoor versterkt of op grotere schaal uitgevoerd.” Bij nieuwe activiteiten gaat het vaak om pilotprojecten of experimenten. Schaap gaat in op de verschillende keuzes die regio’s hebben gemaakt en de randvoorwaarden voor de uitvoering van het actieplan (zie de presentatie van Regioplan).
Positieve resultaten bij regionale uitvoering
De hamvraag is natuurlijk: wat heeft dit alles opgeleverd? Veel, geeft Schaap aan. Zij presenteert de conclusies aan de hand van de drie onderzoeksvragen:
-
Uitvoering van het actieplan.
Het actieplan is grotendeels uitgevoerd conform de doelen van DDJD, zowel op landelijk als regionaal niveau. Het landelijk actieteam heeft veel activiteiten uitgevoerd om regio’s te activeren en faciliteren. Ook de activiteiten van landelijke partijen zijn in lijn met de doelen. “Zij hebben gezorgd voor meer aandacht voor de vier wervingsroutes en het onbenut arbeidspotentieel.” De regio’s ervaren de beleids- en bestedingsvrijheid als positief. “Dat resulteerde in een brede variëteit aan activiteiten.”
-
Doeltreffendheid van het actieplan.
Dichter dan je denkt draagt eraan bij dat werkgevers en werkzoekenden elkaar beter weten te vinden. “Veel activiteiten in de regio’s zijn gericht op ontmoeten.” Er is grote aandacht voor het bereiken van het onbenut arbeidspotentieel. “Het is nog wel lastig te zeggen of dit uiteindelijk heeft geleid tot meer matches, ook gezien de korte looptijd van het actieplan. We denken wel dat werkgevers zijn gestimuleerd om anders te kijken naar hun wervingsroutes en werkzoekenden om de eerste stap te zetten naar bijvoorbeeld een leerwerktraject.” Een ander effect is dat regionale samenwerkingen zijn versterkt. Ook zijn nieuwe samenwerkingen tussen partijen ontstaan.
-
Lessen voor de lange termijn.
Een les is om actieplannen op te zetten met landelijke en regionale partijen. “Het is goed de vele mooie voorbeelden die er al zijn, met elkaar te delen.” Een andere aanbeveling is om de arbeidsmarktregio’s beleids- en bestedingsvrijheid te geven. En nog een advies: bied de regio’s een langetermijnperspectief. “Uit de reacties komt naar voren dat de borging onzeker blijft. Dat is een belangrijk aandachtspunt.”