Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoe krijgen we de werkgeversdienstverlening nog beter op de rit?

18 oktober 2023

Hoe versterken we de samenwerking op regionaal niveau, hoe leggen we de link naar werkzoekendendienstverlening en hoe brengen we onze dienstverlening onder de aandacht bij de werkgevers? Onderzoek Nederlandse Arbeidsinspectie biedt arbeidsmarkregio’s aanknopingspunten voor houvast bij verbeteren samenwerking.

De laatste jaren is de samenwerking op het gebied van werkgeversdienstverlening in de meeste arbeidsmarktregio’s verbeterd. Partijen raken steeds beter op elkaar ingespeeld en alle werkgeversservicepunten (WSP’s) zijn in ieder geval in naam herkenbaar. Ondertussen is ook de arbeidsmarkt omgeslagen van ruim naar krap; werkgevers staan te springen om personeel en zijn steeds vaker bereid het zoeken naar het schaap met de vijf poten los te laten. Hierdoor ontstaan kansen om ook mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen. Dit benadrukt het belang van een goede samenwerking binnen de regio; want de nood bij werkgevers is hoog.

Zaal met deelnemers aan bijeenkomst 15 juni, NLA onderzoek
Onderzoekers deelden 15 juni de belangrijkste bevindingen en aanknopingspunten uit het NLA onderzoek

Onderzoek naar de samenwerking in werkgeversservicepunt

Een recent onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) – de samenvoeging van de Arbeidsinspectie en de Inspectie SZW – kan behulpzaam zijn bij het verder uitbouwen van de dienstverlening aan werkgevers in de diverse arbeidsmarktregio’s. Voor het rapport 'Kansen op de arbeidsmarkt: de regionale werkgeversservicepunten aan zet' heeft de Arbeidsinspectie onderzocht hoe gemeenten en UWV in de werkgeversservicepunten samenwerken bij het ondersteunen van werkgevers. Ook is gekeken of werkgeversservicepunten werken zoals ze bedoeld zijn. 

De belangrijkste bevindingen en aanknopingspunten zijn door de onderzoekers gedeeld op een bijeenkomst van de Programmaraad op 15 juni in Utrecht. In aanvulling hierop gaven de arbeidsmarktregio’s Rivierenland, Zaanstreek-Waterland en Midden-Gelderland een presentatie over de eigen werkgeversdienstverlening om de discussie verder op gang te brengen. 

  • De onderzoekers van de Nederlandse Arbeidsinspectie formuleren in het rapport 'Kansen op de arbeidsmarkt: de regionale werkgeversservicepunten aan zet' drie aandachtspunten voor verdere verbetering van de werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio’s. 

    1.    Versterken van de samenwerking in de arbeidsmarktregio’s

    De Arbeidsinspectie constateert dat in veel regio’s nog steeds sprake is van een subregionaal of lokaal in plaats van een regionaal aangeboden werkgeversdienstverlening. Het pleit daarom voor verdere intensivering van de regionale samenwerking.

    2.    Versterken van de wisselwerking tussen werkgevers- en werkzoekendendienstverlening

    Uit het onderzoek blijkt dat werkgevers- en werkzoekendendienstverlening in veel regio’s nog te veel gescheiden zijn. Daarnaast blijkt dat de wisselwerking nogal eens bemoeilijkt wordt door een beperkt zicht op de werkzoekenden; bestanden zijn niet up-to-date en een regionaal overzicht ontbreekt. En systemen sluiten niet op elkaar aan.

    3.    Vergroten van het bereik van de werkgeversdienstverlening

    Uit het onderzoek blijkt dat de bekendheid van de regionale werkgeversservicepunten onder werkgevers nog onvoldoende is. Een groot aantal werkgevers ziet zich geconfronteerd met vragen die aansluiten bij de diensten van de werkgeversservicepunten, maar maken geen gebruik van de dienstverlening van deze punten.

    De Nederlandse Arbeidsinspectie heeft op basis van het onderzoek een toegankelijk infographic gemaakt. Deze infographic en het eigenlijk rapport zijn te vinden op deze webpagina van de Nederlandse Arbeidsinspectie.

Input voor de Praktijkdag van 9 november

De Praktijkdag op 9 november gaat precies over deze drie thema’s: vergroten van het bereik onder werkgevers, samenhang werkgevers en werkzoekendendienstverlening en versterking van de samenwerking op regionaal niveau. Als teaser en input voor de Praktijkdag zijn drie mensen gevraagd te reflecteren op de discussies tijdens de bijeenkomst van de Programmaraad en het rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie over met name de versterking van samenwerking en de vindbarheid van de wsp’s. Hun reflecties kunnen dienen als startpunt voor de sessies op de komende Praktijkdag.

Reflecties regio's Rivierenland en Zeeland

Rivierenland: een regio met een lange historie van samenwerken

Rivierenland was één van de drie arbeidsmarktregio’s die op de Programmaraad-bijeenkomst van 15 juni een presentatie gaf over hun werkgeversdienstverlening. De presentatie ging over de manier waarop de samenwerking in Rivierenland – met Tiel als centrumgemeente – is vormgegeven. Wat kenmerkt deze regio? En is het model kopieerbaar?

Rivierenland: Nicole Stevens - manager Regionaal Werkbedrijf en Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt

Wij helpen partijen bij het uitwerken van een concreet voorstel

In Rivierenland heet de brede arbeidsmarktregio – dus inclusief sociale partners en onderwijs - Regionaal Werkbedrijf en Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt (RW-POA) Rivierenland. Dit is een bestuurlijk samenwerkingsverband dat wordt voorgezeten door de centrumgemeente en verder wordt gefaciliteerd door een onafhankelijk programmabureau. De partners van RW-POA Rivierenland geven samen sturing aan de realisatie van de Banenafspraak en stimuleren activiteiten ter verbetering van de aansluiting van onderwijs op vragen van de arbeidsmarkt. Ook werken ze samen aan de arbeidsmarkt van de toekomst.

Manager van werkbedrijf én WSP

Stevens werkt nauw samen met Kiek Adriaansens, die in de regio een dubbelfunctie vervult. Adriaansens is manager van Werkzaak Rivierenland; dat voor zes van acht gemeenten in de regio de Participatiewet uitvoert. Daarnaast is ze manager van het WSP, een samenwerkingsverband waarin adviseurs van UWV en gemeenten gezamenlijk en vanuit één team de werkgevers bedienen.

Een werkgever met een arbeidsmarktvraag klopt in principe aan bij of het WSP, RMT, een individuele gemeente of het Leerwerkloket, legt Stevens uit. “Mocht hij met zijn vraag toch bij de verkeerde deur aanbellen, dan wordt hij naar de juist partij begeleid volgens het principe ‘no wrong door’. Dat past mooi in de lijn van de landelijke plannen voor een ‘regionaal werkcentrum’.” 

Lange historie van samenwerken

“De toegevoegde waarde van RW-POA zit ‘m vooral in het bij elkaar brengen van partijen en die ook tot samenwerking krijgen, zo ook binnen het WSP. Daarvoor moeten partijen vaak het directe eigenbelang loslaten. Je merkt soms dat ze gedeelde belangen hebben, maar dat het ze niet lukt een concreet voorstel uit te werken. Daar helpen wij dan bij.” 

Rivierenland is een qua oppervlakte grote, maar qua inwonersaantal relatief kleine regio met een lange historie van samenwerken. Stevens: “Kiek Adriaansens werkt er al vijftien jaar en heeft veel krediet opgebouwd bij de verschillende partners in het werkveld, waardoor de samenwerking minder afhankelijk is van wisseling personen dan in sommige andere regio’s. Dat helpt de samenwerking enorm.”

Geen twee maar één manager van het WSP

“In Rivierenland zijn er geen subregionale of lokale initiatieven werkgeversdienstverlening. Alle partijen zijn in het WSP vertegenwoordigd”, zegt Stevens. “Wat goed werkt, is dat Kiek de enige functioneel sturende manager is van het WSP. In sommige andere WSP’s leveren gemeenten en UWV ieder één manager, waardoor de belangen van de organisatie eerder voorop komen te staan.”

Stevens denkt dat het model van Rivierenland ook is te kopiëren in andere regio’s. “Sterker nog, er zijn ook regio’s met modellen die lijken op dat van ons. Of het nu een grote of kleine arbeidsmarktregio is, maakt voor het model niet uit. Het wordt wel lastig als je met veel partijen te maken hebt of met drie uitvoeringsorganisaties.” 

Mkb

Wat viel Stevens het meest op in het rapport van de Nederlandse Arbeidsinspectie? “Ik ben toch wel geschrokken van de lage percentages werkgevers die het WSP kennen en het nog veel lagere percentage dat gebruik maakt van de dienstverlening van de WSP’s. Er is nog heel veel te doen, want het WSP vervult een zinvolle rol voor overheid én werkgevers. In Rivierenland merken we ook dat onder andere het mkb niet altijd goed op de hoogte is van het WSP in het algemeen en de dienstverlening. Het zou mooi zijn als de bekendheid wordt vergroot.”

Rivierenland: Kiek Adriaansens - manager Werkzaak Rivierenland/manager WSP

Opbouwen van vertrouwen kost gewoon tijd

Kiek Adriaansens is manager van Werkzaak Rivierenland én (enig) manager van het WSP. Daarmee is ze een spin in het web in de arbeidsmarktregio Rivierenland. Werkzaak begeleidt mensen bij het vinden van werk en biedt inkomensondersteuning. Daarnaast adviseert Werkzaak werkgevers over personeelsoplossingen en subsidies. Ook de werkgeversdienstverlening, kennis en expertise vanuit UWV is door de samenwerking geborgd in het WSP en dus in de dienstverlening aan de werkgevers. Dan gaat het bijvoorbeeld over zaken als arbeidsmarktinformatie uit de regio, informatie over werken in het buitenland. Werkgevers kunnen werk overigens ook uitbesteden aan Werkzaak. 

Geen dominante partij

De samenwerking in het WSP dateert al van voor de verplichting, vertelt Adriaansens. “Er is niet één grote dominante partij, alle deelnemers zijn gelijkwaardig en hebben de overtuiging dat ze samen meer bereiken dan alleen. Dat is een goede voedingsbodem voor vertrouwen en dat is weer belangrijk voor de samenwerking. Ook een doordachte visie op je werkbedrijf is essentieel. Wat wil je voor jouw werkgevers bereiken? Benut je de ruimte om buiten de lijntjes te kleuren? Dat laatste biedt ruimte om resultaat te halen en dat is prettig.”

Kijken wat mogelijk is

In Rivierenland kijken partijen voortdurend wat er binnen de wettelijke kaders mogelijk is. “Gemeenten hebben iets meer ruimte binnen de geest van de wet dan UWV. Waar nodig kijken we dan samen wat nodig is en wie dan wat kan bieden. Ook als iets niet kan vanuit één organisatie, maken we dat bespreekbaar. Als je beperkingen, onmogelijkheden en ergernissen uitspreekt, dan kom je een eind in de samenwerking.”

Adriaansens geeft een voorbeeld. “Als we een werkkans bij een werkgever ophalen delen we die in het hele netwerk en alle passende kandidaten kunnen worden voorgesteld. Ook vanuit bijvoorbeeld een re-integratiebedrijf dat zelf verantwoordelijk is voor uitplaatsing. Als dat lukt via het netwerk van WSP, doen we dat. Dan gaan we niet zeggen: ‘dat moet je zelf doen, daarvoor krijg je betaald’. Daar wordt immers noch de werkzoekende noch de werkgever beter van.”

Uiteindelijk één team

Het feit dat Adriaansens al lang op haar plek zit speelt volgens haar een rol in de samenwerking. “Samenwerking vergt vertrouwen en het opbouwen van vertrouwen kost gewoon tijd. Aan UWV-kant zijn er veel wisselingen geweest en iedere keer moet ik een tandje bijzetten om de mensen er weer bij te betrekken. Het WSP-team voelt zich echt één team, ook al hebben de leden een dienstverband bij verschillende partners. Ik stuur ze aan en vertegenwoordig ze ook. Ook als ik bij Werkzaak ben, leg ik dat uit. ‘We moeten ook de groep WW’ers bedienen’, zeg ik dan en wijs op alles wat ons bindt.”

Ook Rivierenland kent een krappe arbeidsmarkt. Maar volgens Adriaansens lukt het nog redelijk de vacatures te vervullen. “Voordeel van Rivierenland is dat zes gemeenten hun uitvoering hebben ondergebracht in Werkzaak Rivierenland waardoor de dienstverlening aan werkzoekenden geharmoniseerd is; alle regelingen zijn hetzelfde. Daardoor is de slagkracht vergelijkbaar met die van een grote gemeente.”

Wat vindt Adriaansens van de bevindingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie?

“Aan de ene kant herken ik veel. Maar aan de andere kant zie ik dat veel van de geconstateerde tekortkomingen niet opgaan voor onze regio. Verder moeten we beseffen dat we uiteindelijk maar een klein stukje van de markt bedienen. En misschien is het zelfs maar goed dat niet alle werkgevers ons gaan bellen. We moeten een visie ontwikkelen en kiezen waarop we ons geld inzetten.”

Zeeland: Rutger Punt – manager Werkgeversdiensten/ manager Eures Cross border, UWV Werkbedrijf

De arbeidsmarkt houdt niet op bij de gemeentegrens

Rutger Punt is manager Werkgeversdiensten en manager Eures Cross border bij UWV Regio Zeeland. In die hoedanigheid is hij ook betrokken bij ‘Aan de slag in Zeeland’, de organisatie die de werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio uitvoert. Aan de slag in Zeeland kent een groot aantal partners, waaronder alle dertien Zeeuwse gemeenten, UWV, de provincie en de sociale partners. Ook het leerwerkloket, scholen, regionale bureaus leerlingzaken, sociale werkbedrijven en Grensinfopunt Scheldemond zijn betrokken. Aan de slag in Zeeland telt vier WSP’s: een in Zeeuw-Vlaanderen, één op Walcheren (Orionis), één op de Bevelanden (GR de Bevelanden) en het WSP van UWV.

Beeld bevestigd

Rutger Punt was ook bij de Programmaraad-bijeenkomst in juni waar de Nederlandse Arbeidsinspectie de bevindingen van het onderzoek naar de werkgeversdienstverlening deelde. “Het onderzoek bevestigde het beeld dat ik al had op basis van mijn ervaringen in Zeeland. Neem de geringe naamsbekendheid onder werkgevers. In Zeeland weet 17 procent van de werkgevers dat UWV werkgeversdienstverlening uitvoert, zo’n 8 tot 9 procent maakt er gebruik van. De grote bedrijven weten ons wel te vinden, maar de mkb-bedrijven niet. En daar zit het meeste werk. Hier missen we met elkaar dus kansen. Zowel voor werkgevers, als voor mensen die op zoek zijn naar passend werk. In deze arbeidsmarkt is dat natuurlijk doodzonde.”

Een aantal specifieke kenmerken maakt van Zeeland een bijzondere arbeidsmarktregio, aldus Punt. Dat heeft te maken met de geografische ligging, eilandenstructuur en -cultuur en een aantal relatief middelgrote gemeenten die elkaar in grootte niet veel ontlopen. “Vanuit historisch perspectief zijn de eilanden gewend om hun eigen problemen op te lossen. En dat neem je nu eenmaal mee in de samenwerking. Desondanks wordt er met respect voor ieders eigenheid goed samengewerkt op een aantal thema’s zoals bijvoorbeeld Leven Lang Ontwikkelen.”

In Zeeland moeten sommige dingen wel subregionaal

Dat een deel van de samenwerking nog steeds plaatsvindt op subregionaal niveau is volgens Punt begrijpelijk. “Zeeland bestaat uit eilanden en dat maakt dat je sommige dingen wel op subregionaal niveau moet organiseren Je kunt niet verwachten dat een werkgever naar een WSP op Schouwen-Duiveland gaat. Vandaar dat er vier WSP’s zijn. Maar één loket hoeft niet te betekenen dat er ook slechts één locatie is, zeker niet in zo’n grote arbeidsmarktregio als deze.”

De krapte op de arbeidsmarkt zorgt volgens Punt wel voor een andere dynamiek. Werkgevers kloppen aan de deur. “Maar ook de organisaties zelf kampen met personeelsgebrek. Dat maakt dat ze wel gebruik moeten maken van elkaars dienstverlening. Anders krijgen ze het werk niet gedaan.”

Wie bellen bij vragen over werk?

Bij werkgevers is Zeeland Aan de Slag nog te weinig bekend als een natuurlijke partner. “Als er brand is bel je de brandweer, maar als je vraag hebt over werk, wie bel je dan? UWV? Een uitzendbureau? Een leerwerkloket? Door onze krachten te bundelen kunnen we werkgevers veel beter vertellen wie we zijn en wat we te bieden hebben. Daarom zijn we in Zeeland met elkaar in gesprek over het opzetten van een nieuwe arbeidsmarktinfrastructuur. Gemeenten, UWV, onderwijspartners en regionale vertegenwoordigers van VNO-NCW en de vakbonden CNV en FNV trekken hier gezamenlijk op. Achter het loket mag het wel anders georganiseerd zijn, maar de werkgever mag daar geen last van hebben. Het is dan ook goed dat de komende jaren iedere arbeidsmarktregio een Regionaal Werkcentrum moet opzetten waar partijen digitaal vindbaar zijn, of wellicht zelfs fysiek bij elkaar zitten.”

Meelopen met de uitvoering

De Nederlandse Arbeidsinspectie wil als vervolg op het onderzoek bij enkele arbeidsmarktregio’s meelopen met de professionals om een beeld te krijgen van de uitvoering. Een goed idee, volgens Punt. “Want daar moet het uiteindelijk gebeuren. Er zijn arbeidsmarktregio’s waar zo intensief wordt samengewerkt dat niemand weet wie nu van de gemeente is en wie van UWV. Dat is een mooi streven. Het gaat er om dat burgers en werkgevers zich goed geholpen voelen. Wie de dienstverlening levert is daaraan ondergeschikt.”

Vrijblijvendheid

Hoe intensief de samenwerking in de regio’s is, is sterk afhankelijk van de mensen. Maar het zou beter zijn als de samenwerking niet afhankelijk is van personen, vindt Punt. Volgens hem mag het minder vrijblijvend. “Dat er één Regionaal Werkcentrum per arbeidsmarktregio moet komen is een koers die in ieder geval door het nu demissionaire kabinet is ingezet. Het rapport van de Arbeidsinspectie toont aan dat intensievere samenwerking tot successen leidt. Alle werkgevers en burgers zijn daarbij gebaat. Laten we daar dan ook met z’n allen aan werken.”

Tot slot de NLA over hun vervolgonderzoek naar de praktijk

Hans Koemans, senior inspecteur/onderzoeker bij de Nederlandse Arbeidsinspectie

‘We willen ook graag weten wat er op de werkvloer gebeurt’

Hans Koemans is één van de onderzoekers van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) die heeft gewerkt aan het rapport ‘Kansen op de arbeidsmarkt - de regionale werkgeversservicepunten aan zet’. Dat rapport vormde de aanleiding voor een bijeenkomst van de Programmaraad in juni. Ook de onderzoekers waren daarbij. Volgens Koemans is deelname heel nuttig geweest om te horen wat de arbeidsmarktregio’s vinden van de bevindingen. “Maar wij hebben ook ideeën opgedaan over onderwerpen waaraan we bij een eventueel vervolg aandacht kunnen besteden.”

Koemans is positief over de bijeenkomst. “Goede deelname, veel interesse en goede vragen. Vooral de betrokkenheid maakt indruk.” Hij zag dat veel deelnemers schrokken van de lage naamsbekendheid van de WSP’s onder werkgevers - één van de aanknopingspunten was vanuit het onderzoek. Koemans zelf was minder verbaasd. “Om eerlijk te zijn was uit onderzoek al bekend dat maar weinig werkgevers de WSP’s kennen. Het is wel jammer dat daar weinig ontwikkeling in zit.”

Langs bij 10 arbeidsmarktregio’s

Dit jaar komt er nog geen nieuw verdiepend onderzoek, zegt Koemans. Misschien volgend jaar. Dat wil niet zeggen dat de onderzoekers stilzetten. Want om een vinger aan de pols te houden en voor hun eigen begrip gaan ze langs bij tien arbeidsmarktregio’s. Bij vier arbeidsmarktregio’s waar de NLA verdiepend onderzoek heeft uitgevoerd, plus zes arbeidsmarktregio’s die zijn uitgezocht aan de hand van criteria als grootte, aantal samenwerkingspartners en kenmerken van de regio.

In de tien regio’s wil de NLA informeren naar de ontwikkelingen van de laatste twee jaar: wat is er veranderd na het eerste bezoek? De onderzoekers willen verder weten hoe de regio’s aankijken tegen de nieuwe beleidsontwikkelingen met betrekking tot de toekomstige inrichting van de arbeidsmarktregio’s.

Meelopen met de uitvoering

“Waar het onderzoek van de NLA vooral keek naar de organisatie en de samenwerking, willen we bij de bezoeken vooral kijken naar de uitvoering. We vragen dan ook of we een dag kunnen meelopen.” Die bezoeken zijn overigens vooral bedoeld om de Nederlandse Arbeidsinspectie zelf te voeden met informatie, preciseert Koemans. Er komt geen rapport van.

Verder met de huidige werkgevers of meer?

Koemans heeft tijdens de Programmaraad-bijeenkomst deelgenomen aan de sessie ‘Netwerk uitbreiden’ van Werkom uit de regio Zaanstreek-Waterland. Zijn collega’s schoven aan bij de andere twee aanknopingspunten die naar voren zijn gekomen in het onderzoek naar de werkgeversdienstverlening. De discussie bij het Netwerk uitbreiden ging over het uitbreiden van het werkgeversnetwerk. “Regio’s kijken daar verschillend tegen aan, zo werd me duidelijk. Sommige zeggen dat ze de werkgevers die ze nodig hebben al kennen, andere - zoals de Zaanstreek – willen ook het MKB verder aan zich binden. Dat is een voorbeeld van een thema dat we in een eventueel vervolgonderzoek aan bod zouden kunnen laten komen.”

Het valt de Nederlandse Arbeidsinspectie in het algemeen op dat gesprekken over het sociaal domein en de arbeidsmarkt al snel gaan over financieringsstromen en governance. “Maar we willen ook graag weten wat er nu op de werkvloer gebeurt. Daarom is het goed om niet alleen met de beleidsmedewerkers te praten maar ook met uitvoerend professionals.”

Verschillen tussen regio’s

Welke arbeidsmarktregio’s doen het nu goed, welke minder? “Natuurlijk zijn we verschillen in de regio’s tegengekomen”, zegt Koemans. “Maar we doen daar in het rapport geen uitspraken over, juist omdat de regio’s zo verschillend zijn. Je hebt grote en kleine regio’s en regio’s met veel en weinig gemeenten. Dan kunnen je ook nog grote verschillen hebben in de economische structuur en de arbeidsmarkt. Dat maakt het lastig arbeidsmarktregio’s één-op-één met elkaar te vergelijken.”

Visueel verslag van de bijeenkomst op 15 juni 2023 met de NLA over het onderzoek naar regionale werkgeversdienstverlening
Visueel verslag van de bijeenkomst op 15 juni 2023