Overslaan en naar de inhoud gaan

Gemeente Kampen geïnspireerd door nuttige invulling van SROI

Gepubliceerd op 21 april 2017

‘Verrek, we moeten nog iets sociaals doen.’ Ondernemers die de Social Return-afspraken zo benaderen, slaan de plank mis. Want het kan wel degelijk anders: leuker, creatiever en – vooral – nuttiger. Voor de kandidaat maar óók voor de werkgever. In de gemeente Kampen doen ze dat steeds vaker. “Plaats de kandidaat niet in het aaibaarheidshoekje. Neem hem serieus!”

Leuker kunnen we het wel maken

‘Verrek, we moeten nog iets sociaals doen.’ Ondernemers die de Social Return-afspraken zo benaderen, slaan de plank mis. Want het kan wel degelijk anders: leuker, creatiever en – vooral – nuttiger. Voor de kandidaat maar óók voor de werkgever. In de gemeente Kampen doen ze dat steeds vaker.  “Plaats de kandidaat niet in het aaibaarheidshoekje. Neem hem serieus!”

Social Return On Investment (SROI). Het zal niemand verrassen dat het overgrote deel van de gemeenten dit principe hanteert bij aanbestedingen boven een bepaald bedrag. Voor de zekerheid toch nog even het geheugen opfrissen: wanneer de gemeente een externe partij een opdracht gunt, luidt de afspraak dat de opdrachtnemer een percentage van de gefactureerde omzet investeert in arbeidsplaatsen voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Dat kan in het betreffende project zijn, maar mag ook in andere onderdelen van de organisatie, als het maar om innovatie gaat. 

Tot zover weinig nieuws. Punt is echter dat de SROI-afspraken nogal eens een papieren tijger zijn. Dat zegt Marco Hendriks, ondernemer, oprichter van Level-vijf en naar eigen zeggen ‘economisch fundamentalist’. “Het gaat nu vaak als volgt: een opdrachtnemer – zeg een bouwbedrijf – krijgt de opdracht van de gemeente om een wijk te renoveren. Ergens in het contract in artikel 234e staat dat er een verplichting tot SROI bestaat. ‘Verrek, we moeten nog iets sociaals doen’, zegt de ondernemer. Die stelt vervolgens snel Pietje aan als manusje-van-alles. Of Bettie als overbodige assistent-koffiejuffrouw. En na een paar maanden zijn Pietje of Bettie weg en is iedereen weer terug bij af.”

Tips

  • SROI gaat niet over regeltjes, percentages en droge verplichtingen op papier. Ook niet over standaardiseren vanuit de overheid of over regionale uniformiteit. Nee, SROI gaat over meedenken met de werkgever en diens uitdagingen. Over maatwerk. Wat kunnen we voor elkaar betekenen?
  • De economie trekt aan en hetzelfde geldt voor de arbeidsmarkt. Juist dan hebben we de doelgroep van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt keihard nodig de komende jaren.
  • SROI is werk ontwikkelen om mensen te ontwikkelen. Kijk naar de kwaliteiten van mensen. Naar hun unieke talenten. Maak van de nood een deugd en probeer er ook wat aan te verdienen. Dat doe je niet door deze mensen in een aaibaarheidshoekje weg te stoppen.
  • SROI kan nuttig zijn. Effectief. Productief. Gewoon echt werk, inderdaad, gecreëerd door ontwikkeling van innovatieve projecten. Pak die ruimte, want die biedt de regeling!

Het begrip SROI oprekken

Niet duurzaam, niet effectief en voor alle partijen frustrerend, aldus Hendriks. Terwijl het zoveel anders kan. “Laten we eens kijken of SROI ook op een nuttige manier ingevuld kan worden. Ik noem mezelf niet voor niets economisch fundamentalist. Ik zie eerlijk ondernemerschap als het sociale fundament van onze samenleving. Ik vind dat zij bij SROI ook een recht op rendement hebben. En dat kan! Natuurlijk. Het is juist interessant om te kijken hoever we de SROI-regels kunnen oprekken, zodat er een creatieve invulling aan gegeven kan worden. In de vorm van een innovatief project, of product, waar de werkgever echt behoefte aan heeft. Waar hij iets mee verdient. En dat recht doet aan de kwaliteiten van de werkzoekende.”

Hendriks is een fanatiek pleitbezorger van ROSI: Return On Social Investment. Hij begeleidt partijen bij dit proces. Marjolein Thoma, adviseur SROI bij de gemeente Kampen, raakte in gesprek met Hendriks als vertegenwoordiger van bouwcombinatie IsalaDelta. “Ik moest het even laten bezinken, maar ik was ook enorm getriggerd door zijn andere manier van denken.” Thoma, afkomstig uit de uitzendbranche, was net aangesteld bij de gemeente om een nieuwe en betere invulling te geven aan de SROI-bepalingen. “Dit verhaal sprak me enorm aan. Het past mijns inziens bij de doelstelling van werkgeversdienstverlening: luisteren naar de behoefte van de werkgever. En tegelijk kijken naar de kwaliteiten van je kandidaten.”

Goed lopende projecten blijven bestaan

Een van de belangrijkste redenen dat Thoma en de gemeente Kampen geïntrigeerd werden door het verhaal van Hendriks was het economische aspect. “Als de projecten van Level Vijf goed lopen, kunnen ze blijven bestaan, ook na het vertrek van de oorspronkelijke opdrachtnemer. Daardoor kan dus nieuwe bedrijvigheid ontstaan met mogelijkheden voor lokaal ondernemerschap en personeel.” Daarnaast past het principe ‘van SROI naar ROSI’ prima in de zogenoemde bouwblokken-aanpak die de gemeente Kampen hanteert, legt Thoma uit. “Die aanpak is mede gebaseerd op een creatieve dialoog met de werkgever om samen te kijken hoe we de SROI invullen. En die ruimte is er. Ook omdat we openstaan voor goede ideeën. En in dat geval ook best wat durven afwijken van de regels en percentages. Ik mag het woord niet gebruiken, maar ik zeg altijd: hoe kunnen we de verplichting tot SROI in het contract zo leuk mogelijk maken. Voor iedereen dus. Nou, de aanpak van Marco en Level-vijf is daar een mooi voorbeeld van.”

Aanwijsbare voordelen werkgever en kandidaat

Sindsdien verzorgen Thoma en Hendriks samen regelmatig presentaties of workshops over SROI. Marco Hendriks vertelt dan over projecten waarbij SROI in ROSI veranderde en waarbij zowel de werkgever als de kandidaat (en daarmee de samenleving) aanwijsbaar voordeel heeft. “Neem de Bulky Bike, een elektrische vrachtfiets voor groen, snel en flexibel vervoer in binnenstedelijk gebied. Voor de ontwikkeling, het onderhoud en het gebruik van de fiets zijn stage- of leerwerkplekken nodig. Ondernemers kunnen hier hun SROI-fte’s in steken. Ik denk dat het concept op termijn honderd reguliere arbeidsplaatsen oplevert. Tel uit je winst.”

Thoma vertelt op haar beurt over de ruimte die ze wil geven aan werkgevers om hun verhaal te doen en hun behoefte te agenderen. “Ik heb zelf heel lang aan de andere kant van de tafel gezeten en snap dat dit een nieuwe manier van kijken is voor veel werkgevers. Het is niet hun core business. Ze willen wel, maar ze weten niet hoe. Ik begeleid ze daar graag bij, want het is mooi als een werkgever aan het eind van een traject iets nieuws heeft gerealiseerd en dat niet als een last heeft ervaren.”