Overslaan en naar de inhoud gaan

Integreren begint al op het azc

Gepubliceerd op 28 november 2017

Beginnen vanaf dag een. Niet wachten tot de inburgering is voltooid. Maar meteen met nieuwkomers aan de slag met de toeleiding naar scholing en werk. Bij voorkeur al op het asielzoekerscentrum.

Beginnen vanaf dag een. Niet wachten tot de inburgering is voltooid. Maar meteen met nieuwkomers aan de slag met de toeleiding naar scholing en werk. Bij voorkeur al op het asielzoekerscentrum.

Lilian van Grimbergen, projectcoördinator Screening en Matching bij Divosa, ziet de omslag met eigen ogen.  Bij veel gemeenten is de urgentie doorgedrongen en wordt geprobeerd nu eerder dan voorheen statushouders aan het werk te helpen.

Uit de recente monitor ‘Vluchtelingen aan het Werk’ van het Kennisplatform Integratie & Samenleving en Divosa blijkt dat 84 procent van de gemeenten inmiddels speciaal beleid voor de toeleiding naar werk heeft ontwikkeld. De meeste gemeenten gaan aan de slag zodra een nieuwkomer zich in de nieuwe woonplaats heeft gehuisvest.

Tips

  • Werk aan een zo vroeg mogelijke koppeling aan de gemeente, het liefst direct na verkrijgen van vergunning in de POL
  • Gebruik informatie over werk en opleiding en zorg zo voor gerichte regionale plaatsing en kansrijke koppeling van de vergunninghouder aan de gemeente
  • Zorg voor plaatsing in AZC in de buurt van toekomstige woonplaats in verband met vroege aansluiting op netwerk

Werkgevers zitten om personeel te springen

Ook de aantrekkende economie helpt, stelt Van Grimbergen. “We zien dat werkgevers, die in bepaalde sectoren echt om personeel zitten te springen, ook bij gemeenten aankloppen en kijken naar de groep vergunninghouders.” Het project Screening en Matching is er ook op gericht om ervoor te zorgen dat vergunninghouders met bepaalde werkervaring in de juiste arbeidsmarktregio terecht komt. De havenarbeider naar Rotterdam. “Maar we zien in de praktijk dat op het moment in alle regio’s behoefte aan dezelfde soort vakmensen is. Denk aan lassers, installateurs, horecamedewerkers, ICT-ers.”

Hierdoor ontstaan op verschillende plaatsen gezamenlijke projecten met werkgevers, waarbij de vergunninghouders bijvoorbeeld aanvullende beroepsgerichte taalcursussen of aanvullend onderwijs krijgen. Werkgevers zijn ook steeds meer bereid om tijd en geld te investeren in deze nieuwe arbeidskrachten.

Opleiding, werkervaringen en talenten

KIS-enquete-gemeentenScreening en Matching houdt ook in dat nieuwkomers al bij het huisvestinggesprek op het asielzoekerscentrum door het COA gevraagd worden naar hun opleiding, werkervaringen en talenten. Dat dossier wordt tijdens de opvangperiode verder opgebouwd en gaat vervolgens naar de nieuwe gemeente. Daarmee voorziet het project in de behoefte van gemeenten aan meer achtergrondinformatie over de nieuwkomers. “Een goede, bij voorkeur warme overdracht”, aldus Van Grimbergen.

Belangrijk is volgens de projectcoördinator dat nieuwkomers direct na het verkrijgen van hun vergunning al worden gekoppeld aan een gemeente. Het streven is om vergunninghouders van asielzoekerscentra naar gemeenten binnen dezelfde regio te laten doorstromen. Hierdoor kunnen asielzoekers in de regio blijven wonen, waardoor ze minder hoeven te verhuizen en gemaakte sociale contacten behouden.

Vluchtelingen bekwamen in ‘soft skills’

Van Grimbergen benadrukt dat het COA steeds meer doet om de bewoners op het AZC klaar te stomen voor hun leven in Nederland. Als voorbeeld noemt ze het project VOORwerk, waarbij de kansen van de vergunninghouders op de arbeidsmarkt worden verbeterd door hen bewust te maken van cultuurverschillen en hen te bekwamen in ‘soft skills’ die nodig zijn op de werkvloer. Een stageplek maakt onderdeel uit van het project. Van Grimbergen: “Voor werkgevers zou het echter veel aantrekkelijker zijn als ze weten dat de statushouder in kwestie ook in dezelfde regio wordt gehuisvest. Nu kan het gebeuren dat ze na de stage naar de andere kant van het land verhuizen.”

Utrecht begin vanaf dag 1

De gemeente Utrecht brengt de nieuwe werkwijze al in de praktijk. Vanaf dag 1 – dus al in de opvang – wordt begonnen met de integratie. ‘Begin je in Utrecht, dan blijf je in Utrecht’, is de insteek van wethouder Kees Diepeveen, een van de karttrekkers van deze aanpak. Op Plan Einstein in de wijk Overvecht, waar jongeren en vluchtelingen samenwonen, wordt vanaf de eerste dag gewerkt aan de integratie en participatie. Nieuwkomers kunnen daar – samen met wijkbewoners – cursussen en trainingen over onder meer ondernemerschap volgen.

Volgens Van Grimbergen experimenteren steeds meer gemeenten met soortgelijke initiatieven. “Hier valt veel terrein te winnen. Belangrijk is dat alle mooie projecten – nu nog vaak tijdelijk van aard – goed worden geborgd binnen de organisaties en gemeenten. De behoefte aan de uitwisseling van good practices is ook groot. Maar het besef dat er nu geïnvesteerd moet worden, om te voorkomen dat een groot aantal statushouders voor heel lang in de bijstand terecht komt, is gelukkig overal wel doorgedrongen.”

Screening & Matching

Na het verschijnen van het advies van de WRR ‘Geen tijd te verliezen’ in 2015, hebben het ministerie van SZW, VNG, COA en Divosa gekozen voor een gezamenlijk aanpak: het project Screening & Matching. Het project houdt in dat al tijdens de asielprocedure nieuwkomers wordt gevraagd naar arbeidsverleden, onderwijs en talenten. Enerzijds om te zorgen voor een goede koppeling tussen gemeente en vergunninghouder, anderzijds om te voorkomen dat begeleiding naar werk of opleiding stilstaat totdat de huisvesting in de gemeente is geregeld. Deze nieuwe werkwijze is in juli 2016 gestart. Om de integratie vanaf dag één te versnellen worden gemeenten ondersteund door regiocoördinatoren van Divosa. Zij fungeren als een spil in het net rondom de arbeidsparticipatie van de vluchtelingen. Ze zorgen voor contact met werkgeverservicepunten, leerwerkloketten, onderwijsinstellingen en Vluchtelingenwerk.