De krapte op de arbeidsmarkt maakt het op dit moment makkelijk om, als deelnemers daaraan toe zijn, een plek te vinden bij een reguliere werkgever. “In de schoonmaak, de horeca en de logistiek zijn alle handjes welkom. De taallessen worden aangepast aan de sector waar inburgeraars gaan werken. Als mensen bijvoorbeeld in de zorg aan de slag gaan, leren ze de vaktaal van de zorg. En hebben ze ook met bewoners te maken, dan leren ze in de conversatielessen hoe dat soort gesprekken gaan.”
Geleerde lessen
Naast gemeente Hoeksche Waard deden zeven andere gemeenten aan de pilots duale trajecten mee: waaronder Dordrecht, Hengelo en Arnhem, en ook een arbeidsmarktregio: Midden-Brabant. Elke pilot was anders ingericht. Regioplan kreeg de opdracht om de pilots te evalueren, de opbrengsten samen te vatten en de geleerde lessen op een rij te zetten, vertelt beleidsmedewerker Arend Odé. Het leverde een evaluatierapport op en een handreiking voor gemeenten en arbeidsmarktregio’s die met duaal leren aan de slag willen.
De pilots laten zien dat duale trajecten allerlei vormen en ook een verschillende inhoud kunnen hebben, zegt Odé. Hij ziet ook dat het tijd en inzet vraagt om de trajecten van de grond te krijgen. “Aan de ene kant is het aanbod van taalonderwijs kleiner dan verwacht. Roc’s zien lang niet altijd mogelijkheden om dit soort trainingen aan te bieden, omdat ze intensief zijn en maatwerk vragen. Ook is het, ondanks de krapte op de arbeidsmarkt, vaak lastig om werkgevers te vinden die de participatiekant van het duale traject vorm willen helpen geven. Dit vraagt immers ook begeleidingscapaciteit van die bedrijven. Daarom is het voor gemeenten een hele uitdaging om alle partijen bij elkaar te brengen die nodig zijn om duale trajecten vorm te geven. Tegelijkertijd is het toch de moeite waard om hier energie in te steken. Want alle pilots laten zien dat participatie en taalverwerving elkaar versterken.”