Overslaan en naar de inhoud gaan

In Midden-Limburg geeft corona de praktijkverklaring een boost

Gepubliceerd op 06 juli 2020

Door coronabeperkingen heeft Midden-Limburg de werkwijze rond de praktijkverklaring moeten aanpassen om de zaak draaiende te houden. Sommige noodgrepen pakken zo goed uit, dat ze in de werkwijze zijn opgenomen’. 

Half maart was het wel even schrikken voor de mensen die betrokken zijn bij de pilot ‘Praktijkleren met de praktijkverklaring’ in Midden-Limburg. Want als gevolg van de corona-crisis zat ineens het overgrote deel van de deelnemers én de professionals thuis. Horecazaken gingen dicht en sw-bedrijven staakten hun werkzaamheden. 

Weer opgestart

Na een week zijn de werkzaamheden toch weer zoveel mogelijk opgestart. “We zijn wel goed gaan nadenken over hoe”, vertelt Astrid Julicher, projectleider van het Leerwerkloket. “Zeker voor deze kwetsbare doelgroep gaat veel veranderen en dat maakt het extra urgent om processen te vereenvoudigen en digitaal te maken.”

Volgens Julicher heeft corona bij alle partners geleid tot een enorme drive om de werkwijze rond de praktijkverklaring aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. Werkgevers, werknemers en onderwijsinstellingen hebben zich flexibel opgesteld waardoor veel werk toch door kon gaan. “En enkele noodgrepen bleken juist verbeteringen die we zeker vasthouden, ook als de coronabeperkingen voorbij zijn.”

Tips

  • Begin met de ‘makkelijkste’ werkgevers: de bedrijven die al erkend leerwerkbedrijf zijn.
  • Let op de mensen die net zijn geplaatst: kunnen zij een praktijkverklaring halen?
  • Vereenvoudig het proces en ga na of bepaalde taken niet door een collega van een van de partners gedaan kan worden.

Eén bezoek aan de werkgever

Sommige aanpassingen lagen voor de hand. “Gewone gesprekken konden niet meer, dus moesten we – als iedereen - overschakelen op bellen en video-vergaderen. Dat maakte wel dat we gingen kijken of al die bedrijfsbezoeken wel nodig waren. We hebben altijd gedacht dat de jobcoach, de adviseur werkgeversdienstverlening en de trajectbegeleider van de aangesloten mbo-opleidingen allemaal bij de werkgever langs moesten. Maar is dat zo? Kunnen we bijvoorbeeld de jobcoach niet zo instrueren dat hij ook taken van de trajectbegeleider van de mbo-opleidingen en de werkgeversdienstverlening voor zijn rekening kan nemen? Dat blijkt te kunnen.”

Een voorbeeld van deze aanpassing betrof het opstellen van de praktijkovereenkomst. Dat is een taak die de mbo-opleiding uitvoert bij de werkgever. Maar de meeste gegevens zijn bekend. Inmiddels wordt de overeenkomst vooraf digitaal ingevuld, zodat de werkgever alleen maar hoeft te tekenen. Julicher: “Het nieuwe uitgangspunt is dat alles wat ingewikkeld is, in principe door de jobcoach wordt gedaan om zo de werkgever te ontlasten.”

een groep mensen die voor een bord staan

Foto: uitreiking eerste praktijkverklaring Midden-Limburg

Praktijkverklaring als inwerkinstrument

Midden-Limburg heeft de praktijkverklaring ook anders in de markt gezet. Niet langer als een ontwikkelinstrument voor de werknemer waarbij een forse inspanningsverplichting van de werkgever verwacht wordt, maar als een inwerkinstrument voor de werkgevers. Een functie wordt naast de werkprocessen in het kwalificatiedossier van SBB gelegd en wordt omgezet naar een instructieboek waarmee de persoon in kwestie aan de slag kan. De werkgever krijgt zo inzicht in de kwaliteiten en de (vak)vaardigheden van de kandidaat. Als hij deze afvinkt weet hij wanneer de inwerkperiode voorbij is. 

In corona-tijden richt Werk-kom – het voormalig sw-bedrijf dat fungeert als penvoerder van de pilot - zich wel op werkgevers die al een erkend leerbedrijf zijn. Die hebben immers al een praktijkopleider in huis met ervaring met BBL- en BOL-trajecten en weten hoe je werkprocessen moet afvinken. “Want erkenning aanvragen zonder bedrijfsbezoek is wel heel moeilijk”, aldus Julicher. 

Van lijm naar snoep

Een mooi voorbeeld van de flexibele opstelling van de partijen is Frencken, vertelt Julicher. Frencken is een lijmfabrikant in Weert waar toen personen zijn gedetacheerd. Maar door corona viel al het werk stil en was er niets te doen voor gedetacheerden. De verpakkingsafdeling van snoepfabriek had juist mensen nodig en sommigen konden daar aan het werk. Die mensen zijn beloond door een praktijkverklaring op te stellen voor de nieuwe werkzaamheden.

Maak het eenvoudiger!

Vereenvoudig het proces en ga na of bepaalde taken niet door een collega van een van de partners gedaan kan worden, zo luidt één van de tips van Astrid Julicher van het Leerwerkloket in Midden-Limburg. Ze geeft twee voorbeelden van vereenvoudigingen die in haar eigen regio zijn doorgevoerd na het uitbreken van de coronapandemie.

Zo beleggen Gilde-opleidingen en Citaverde College (administratieve) taken nu rond de Praktijkovereenkomst en de Onderwijsovereenkomst bij de jobcoach.

De Onderwijsovereenkomst en de Praktijkovereenkomst worden door de mbo-instelling opgemaakt en ondertekend. De adviseur van Werk.kom of het WSP zorgt ervoor dat de onderwijsovereenkomst (getekend door de klant) en de praktijkovereenkomst (getekend door de werkgever) terugkomt bij de mbo-instelling. Dit scheelt contactmomenten bij de werkgever. Bovendien heeft de werkgever zo één contactpersoon (adviseur) die alles regelt rond de pilot praktijkverklaring.

Vóór de coronacrisis kwam iemand van de onderwijsinstelling speciaal bij de werkgever langs om deze zaken te regelen. Dat was weer iemand extra die bij hem over de vloer kwam.

Verder wordt het proces tegenwoordig aangeboden bij werkgevers als een ondersteuningsinstrument voor het inwerken van (ongeschoold) personeel. Dit is vooral handig bij bedrijven die het druk hebben tijdens de coronacrisis. De praktijkverklaring is bijvoorbeeld ingezet bij werkgevers die personeel hebben aangenomen afkomstig uit andere sectoren waar weinig werk is. Daarbij werkt het goed om het begeleidingsdocument dat de praktijkopleider moet invullen, te zien als inwerkinstrument.

Voor de corona crisis werd het instrument Praktijkleren met de mbo-praktijkverklaring bij werkgevers ingezet zonder de toevoeging dat dit instrument ondersteuning biedt tijdens de inwerkperiode. Werkgevers vonden het hele proces vooral ‘gedoe’ en ‘veel werk’.

De pilot Praktijkleren met de praktijkverklaring

De pilot ‘Praktijkleren met de praktijkverklaring in Midden-Limburg’ is één van de 24 regionale pilots die door de ministeries van SZW en OCW zijn gestart en die worden begeleid door SBB en de Programmaraad. De pilot is in oktober 2019 gestart mede op initiatief van het leerwerkloket Midden-Limburg. De belangrijkste partijen in het project zijn het voormalig sw-bedrijf Werk-Kom, het werkgeversservicepunt, UWV en de mbo-scholen Gilde Opleidingen en Citaverde College. 

Praktijkleren is leren in de praktijk tijdens het werk met eventueel een theoretisch deel. Deze leervorm is geschikt voor werkenden en werkzoekenden die moeite hebben met leren in een klaslokaal en daardoor (nog) niet in staat zijn een mbo-diploma of -certificaat te halen. Die kunnen met praktijkverklaringen aantonen wat ze in hun mars hebben en zo hun positie op de arbeidsmarkt verbeteren. Voor de praktijkverklaringstrajecten werken arbeidsmarktregio’s samen met het mbo, dat al ervaring heeft met praktijkleren voor jongeren.

De pilot richt zich op werkzoekenden én op kwetsbare werkenden zoals statushouders, gedetacheerden en jongeren uit het praktijkonderwijs. Zij raken makkelijk hun baan kwijt en moeten dan weer iets anders zoeken. Dan helpt het als ze een praktijkverklaring kunnen overleggen. Astrid Julicher: “Kwetsbare mensen kun je met een verklaring belonen en motiveren. Veel willen daarna verder. Bijvoorbeeld Quinten, de eerste Limburger die in januari 2020 een praktijkverklaring in de wacht sleepte en binnenkort wil starten met een BBL-opleiding.”

In juni 2020 - acht maanden na de start – zijn er 31 kandidaten bezig met het traject om de praktijkverklaring te behalen.