Kosteloos, maar niet vrijblijvend
Een deelnemer vindt het vreemd dat deze dienstverlening aan werkgevers gratis is. Van de Looij antwoordt dat de kosten worden gedragen door het ministerie van SZW via de VNG. ‘We verwachten wel degelijk dat de werkgever investeert. Bijvoorbeeld door iemand vrij te maken die inclusiviteit organiseert of door de begeleiding van kandidaten. Daar houden we bij de aanvraag rekening mee. We vragen echt commitment om duurzame, betaalde banen te creëren. We zien gelukkig dat veel kandidaten een vast contract krijgen.’
Evidencebased inclusiviteit stimuleren
Dan gaat het van de praktijk naar de wetenschappelijke onderbouwing. Arbeids- en organisatiepsycholoog Astrid Hazelzet is bij TNO al jaren bezig met de vraag hoe bedrijven inclusiever kunnen worden. Dat gaat volgens haar over gedragsverandering. ‘Een bedrijf is een verzameling van mensen. En uiteindelijk willen we met elkaar dat bedrijven, dus ook die mensen, inclusiever gaan denken. We hebben het vaak over werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar werkgevers hebben een afstand tot kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Werkgevers moeten ook wat meer richting die kwetsbare groepen geleid worden.’
Willen en kunnen
Wetenschappelijke kennis over gedrag en gedragsverandering kan daarbij helpen. Inclusiever worden is een zaak van willen en kunnen. Willen of motivatie heeft te maken met iemands attitude (We willen mensen uit kwetsbare groepen een kans geven), de sociale norm (de overheid stimuleert inclusiviteit) en het gevoel van controle wat je ervaart bij het uitvoeren van gedrag (We zijn in staat mensen uit kwetsbare groepen werk te bieden). Iemands motivatie kun je stimuleren.
Door motivatie alleen komen werkgevers nog niet in beweging. Ze moeten het ook kunnen. Daarvoor heb je vaardigheden nodig zoals kennis van instanties en instrumenten die kunnen helpen, een goed plan van aanpak met concrete doelen en anticiperen hoe je omgaat met problemen (een copingplan). ‘Dus wat je doet als het een keer niet goed gaat, om ervoor te zorgen dat die plaatsing duurzaam wordt’, zegt Hazelzet. Als professional kun je bedrijven dus ook helpen door hun vaardigheden te versterken of tips te geven voor het maken van plannen.
Diagnose en aangrijpingspunten voor gerichte interventies
TNO ontwikkelde de Vragenlijst inclusief ondernemen (VIO). Dat is een vragenlijst die meet wat werkgevers willen en kunnen. ‘We zijn niet over 1 nacht ijs gegaan om de juiste vragen te kiezen’, benadrukt Hazelzet. ‘We hebben data geanalyseerd, gesprekken gevoerd met werkgevers en interviews gehouden. Je kan de VIO als professional gebruiken bij het in kaart brengen van de werkgever. En je kan die meerdere keren afnemen, om te monitoren of een bedrijf vooruitgang boekt.’ De VIO is dus ook een dashboard dat met een stoplichtmodel aangeeft welke factoren inclusiviteit bevorderen of belemmeren.
Hazelzet benadrukt dat de Vragenlijst inclusief ondernemen geen lineair model is. ‘Als je de ene factor versterkt, beïnvloedt dat andere factoren. Positieve ervaringen leiden bijvoorbeeld tot meer gevoel van eigen effectiviteit.’ Het wetenschappelijk onderbouwde dashboard van VIO is een mooie aanvulling op het whitepaper.
Wil je graag meer weten over de werkwijze van Praxis of over het dashboard VIO? Laat het per mail weten aan Remco Geerts, adviseur Landelijk Werkgeversservicepunt: remco.geerts@lwspgemeenten.nl