Overslaan en naar de inhoud gaan

Bestuur Werkbedrijf Groot-Amsterdam zeer geïnteresseerd in ervaringen Banenafspraak

Gepubliceerd op 25 januari 2017

Het cliëntenradenoverleg in de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam heeft zijn waarde bewezen als doorgeefluik van signalen uit de praktijk naar het bestuur. Al is wel een nieuwe opzet nodig.

‘Cliëntenraden uit regio voor het eerst bijeen’

Het cliëntenradenoverleg in de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam heeft zijn waarde bewezen als doorgeefluik van signalen uit de praktijk naar het bestuur. Al is wel een nieuwe opzet nodig.

“De leden van de cliëntenraden vinden het erg nuttig om regionaal te overleggen. Zij krijgen in de gang van zaken binnen onze regio en de onderwerpen waarover het bestuur praat. En voor ons is de feedback uit de praktijk natuurlijk zeer belangrijk.” Henny Siwabessy van de FNV is behoorlijk grieperig tijdens het interview in december 2016, maar dat belet haar niet om vol enthousiasme te vertellen over de participatie van cliënten. Bert de Pijper van het CNV is eveneens overtuigd van de waarde hiervan. “Het is een punt voor de cliëntenraden dat de arbeidsmarkt steeds meer regionaal wordt. Ook daarom heeft het overleg een doel.”

 

TIPS

  • Zoek de cliëntenraden in de regio echt op.
  • Nodig in het begin alle cliëntenraden uit om vertrouwen te creëren, dus bijvoorbeeld ook de cliëntenraden die zich met de Wmo bezighouden.
  • Maak een lid van het bestuur van het regionaal Werkbedrijf verantwoordelijk voor cliëntparticipatie, waarbij een vakbondsvertegenwoordiger het meest voor de hand ligt.
  • Richt het cliëntenradenoverleg pragmatisch in.
  • Zorg ervoor dat de signalen over de uitvoering van wet- en regelgeving vanuit de cliëntenraden goed bij het bestuur terechtkomen.
  • Houd in de gaten of de vorm uit de beginfase nog werkt.

Natuurlijke rol voor vakbeweging

Siwabessy is bij de FNV regiocoördinator Noordwest-Nederland. Zij coördineert in deze regio het sociaaleconomische en regionale arbeidsmarktbeleid van de FNV. De Pijper is onbezoldigd lid van het CNV. Hij heeft lang als beleidsmedewerker en jurist bij UWV gewerkt en is tegenwoordig zelfstandig auteur en docent met arbeidsrecht en sociale verzekeringen als specialismen. Beiden zitten in het bestuur van het Werkbedrijf Groot-Amsterdam. Deze arbeidsmarktregio bestaat uit de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, De Ronde Venen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn.

De twee vakbondsvertegenwoordigers zijn binnen het bestuur verantwoordelijk voor de cliëntenparticipatie. Een natuurlijke rol, vindt Siwabessy. “De FNV heeft in het door het bestuur opgestelde regionaal marktbewerkingsplan aangegeven, dat de vakbeweging de taak heeft om een stem aan de doelgroep te geven. Dit reikt gezien onze belangenbehartigingstaak, ook voor deze doelgroep, verder dan de bestuurstafel.”

De Pijper is het daarmee eens. “De vakbonden houden zich bezig met de arbeidsvoorwaarden in bedrijven, dus ook die van werknemers met een beperking. Dan kom je meteen uit bij onderwerpen als jobcarving, duurzaamheid en verdringing. Wij halen hierover ideeën en suggesties voor verbetering op bij de cliëntenraden. Deze informatie vertalen we in een bepaald beeld voor het bestuurlijk overleg. De reactie van het bestuur koppelen we terug.”

Pragmatische aanpak bij overleg

In september 2015 zijn de cliëntenraden van UWV en de acht gemeenten voor het eerst samengekomen. Volgens Siwabessy is de aanpak pragmatisch. “Het is geen op zichzelf staand overleg met een statuut. Wij praten puur over hoe de uitvoering van wet- en regelgeving uitpakt voor mensen. De deelnemers gaven aan dat zij de voor hen relevante punten op de agenda van het bestuur van te voren wilden doornemen. Daarom is afgesproken om ongeveer een week voor het bestuursoverleg bij elkaar te komen.”

De eerste bijeenkomst trok bijna twintig mensen, ook van cliëntenraden die zich bezighouden met de uitvoering van de Wmo. De aanwezigen toonden oprecht interesse, zegt Siwabessy. “Het was voor het eerst dat de cliëntenraden uit de regio bij elkaar zaten. Ze deelden gelijk allerlei tips en goede voorbeelden met elkaar.”

Veel nuttige informatie over praktijk

Het overleg met de cliëntenraden levert veel informatie op over zaken waar mensen in de praktijk tegenaan lopen. De Pijper en Siwabessy noemen drie onderwerpen. “Allereerst de selectie voor het Doelgroepregister. Mensen vinden het soms onbegrijpelijk dat zij niet in aanmerking komen voor een garantiebaan. Ook de selectie door werkgevers is belangrijk. Waar leidt plaatsing uiteindelijk toe? Mensen weten dat vaak niet. Een ander onderwerp dat steeds terugkomt, is bejegening.”

Hoe nuttig ook, toch leek het overleg in de eerste helft van 2016 een beetje dood te bloeden. Alleen de vertegenwoordigers van de cliëntenraden uit Amsterdam en Diemen en van UWV kwamen altijd. Volgens De Pijper zijn er diverse oorzaken voor de verminderde belangstelling. “Het is voor deelnemers moeilijk om zich specifiek te richten op de doelgroepen die onder de Banenafspraak vallen, omdat zij zich bezighouden met de hele Participatiewet. Ook voldoet de bestuursagenda niet goed als agenda voor het cliëntenradenoverleg. Het verschil tussen theorie en praktijk is te groot. Verder heeft niet elke cliëntenraad evenveel belang bij het overleg. In een van de gemeenten zijn er twee mensen uit de doelgroep. Waarom zou je dan naar Amsterdam komen voor overleg?”

Overleg nieuw leven inblazen

De vraag is: hoe kan het cliëntenradenoverleg nieuw leven worden ingeblazen? Siwabessy vertelt dat het overleg even in de wacht is gezet. “Wij gaan in januari 2017 bij alle cliëntenraden langs om hun ideeën te horen. Het was goed zoals we het overleg in de aanloopfase hebben ingericht, omdat er vertrouwen over en weer is gecreëerd. Maar we zijn nu een fase verder. Ik kan me voorstellen dat er een ander concept komt.”

Bert de Pijper noemt een paar ideeën. “We kunnen de bestuursagenda gedeeltelijk loslaten en veel meer samen met cliëntenraden de agendapunten bepalen. Misschien gaan we ook op steeds wisselende plekken overleggen. Wat belangrijk blijft, is het ophalen van praktijkvoorbeelden bij de cliëntenraden. Wij willen doorgaan met het overleg omdat we echt geloven in de meerwaarde.” Henny Siwabessy komt tot slot met een relativering. “Wij blikken voor onszelf kritisch terug, maar de leden van de cliëntenraden zijn enthousiast. Zij zeggen dat ze erg veel aan het overleg hebben. Dat is een totaal andere beleving.”

Bert de Pijper