Overslaan en naar de inhoud gaan

Amsterdam zorgt voor soepele overstap van school naar werk

Gepubliceerd op 18 december 2024

Elke leerling uit het speciaal en praktijkonderwijs snel naar een betaalde baan, daar staan de scholen en de gemeente Amsterdam voor. Door een solide aanpak met intensief samenwerken hebben ze dat waargemaakt. De inzet van bevlogen jobcoaches is een belangrijke succesfactor. 

‘Het mooiste compliment krijgen onze jobcoaches, als jongeren ook na het traject hulp durven vragen als het wat minder gaat’, zegt Klara Wensveen (gemeente Amsterdam), vanaf het begin betrokken bij het begeleiden van pro/vso-jongeren naar werk. ‘Dan weet je dat ze je vertrouwen, dat je onderdeel bent van hun netwerk.’

In 2014 ging de gemeente nadenken over hoe ze de jongeren zouden kunnen bereiken, die na de introductie van de Participatiewet niet meer onder de Wajong zouden vallen. UWV hielp daarbij. Wensveen: ‘We besloten al snel om verbinding aan te gaan met alle 20 praktijkscholen en scholen voor voortgezet speciaal onderwijs. Daar zitten de jongeren die onze hulp nodig hebben.’ 

Een jongere met een ervaren collega in een keuken
Een jongere met een ervaren collega in een keuken

Jobcoaching en lifecoaching

Elke pro/vso-school kreeg een jobcoach, zodat de jongeren hun jobcoach al voor de stap naar werk konden leren kennen. De jobcoach heeft als taak om jongeren na school aan betaald werk te helpen met supported employment. 

De coaches proberen altijd ouders of andere familieleden, buren of vrienden bij de jongere te betrekken, maar soms hebben ze helemaal geen steunend netwerk. Daarom is de gemeente gestart met lifecoaching. ‘Jongeren echt helpen gaat om meer dan school en werk’, licht Wensveen toe. ‘Het gaat ook over fit zijn, lichamelijk en mentaal gezond. Je hebt zoveel dingen nodig om lekker te kunnen werken en leren.’

Ja-cultuur en goed luisteren 

Wensveen noemt de manier waarop jobcoaches invulling geven aan hun werk de grootste succesfactor van de sluitende aanpak. ‘De ja-cultuur: ze zeggen bijna nooit nee. En ze zijn bereid om de grenzen van de regels op te zoeken, voor jongeren op te komen of iets extra's te doen. Ze zijn er ook bijvoorbeeld op ouderavonden. Ook die intrinsieke motivatie om de jongeren verder te helpen hebben ze gemeen met de scholen.’

De gemeente evalueert jaarlijks wat er nog beter kan. En onlangs is er een overkoepelende evaluatie gemaakt met de methode appreciative enquiry. ‘Dan kijk je naar wat werkt en hoe je dat kunt overbrengen op andere gebieden’, legt Wensveen uit. ‘We luisteren als gemeente Amsterdam goed naar wat er nodig is in het pro/vso. En proberen dan overal in de organisatie mogelijkheden te zoeken om dat te versterken.’ 

Jongeren echt helpen gaat om meer dan school en werk

Klara Wensveen

Langzaam opbouwen

De gemeenten en de scholen hebben zo de afgelopen jaren een open en fijne relatie opgebouwd. Wensveen: ‘Bij sommige scholen was die er meteen. En bij andere scholen duurde het langer en waren er weleens moeilijke gesprekken. Nu kunnen we elkaar goed vinden, is er steeds een warme overdracht en bespreken we veel casuïstiek.’

Wensveens collega bij de gemeente Amsterdam Thijs Bos beaamt dat. ‘De gemeente en scholen maken steeds meer gebruik van elkaars expertise. Wij zitten bij netwerkbijeenkomsten en het stagecoördinatorenoverleg. Daarin delen wij nieuwe ontwikkelingen bij de gemeente en zij vertellen wat ze tegenkomen bij hun werk.’ Wensveen: ‘Ook voor beleid is het fijn dat we zo dicht bij het onderwijs zijn. Je kunt ook echt iets voor scholen betekenen in je beleid. De afstand tussen beleid en uitvoering is ook veel kleiner.’

Een jongere met zijn diploma
Een jongere met zijn diploma

Jongeren bereiken en betrekken

Om aan jongeren uit te leggen wat de gemeente voor hen kan doen, zijn er filmpjes gemaakt. Wensveen: ‘En we proberen de doelgroep te betrekken bij beleid en bij verbeteringen. Het is lastig om daarvoor jongeren te vinden, zelfs als het contact goed is. Dus zijn het de jobcoaches die vragen wat ze ergens van vinden. En vaak krijgen we feedback in appjes.’

De gemeente liep er tegenaan dat veel pro/vso-jongeren naar het mbo doorgaan en daar uitvallen en buiten beeld raken, vertelt Bos. ‘Daarom zijn we ons ook op het mbo gaan richten: er zijn nu jongerenadviseurs op de scholen die waar nodig een jobcoach inschakelen. Andere jongeren worden bereikt met een outreachende, wijkgerichte aanpak. Ook heeft de gemeente speciale jongerenprogramma’s als Sportworks en Soundworks.’

Groeien

Bos is tevreden dat het steeds duidelijker is geworden dat de sluitende aanpak goede resultaten behaalt. ‘Je bereikt daarmee een groep die anders structureel aan de kant kan komen te staan. We krijgen ook steeds meer instroom. Het college heeft stevig op onze aanpak ingezet. De afdeling sociaal werk, waarin jobcoaching en beschut werk is ondergebracht, is alleen maar uitgebreid. En dat terwijl andere afdelingen moeten bezuinigen.’

Wind mee

Bos en Wensveen hebben veel plannen om de aanpak verder te verbeteren. Door de wet Van school naar duurzaam werk krijgen ze de wind mee. Bos: ‘Die wet geeft ons de mogelijkheid om eerder en preventiever samen te werken met scholen. Toen ik begon, dacht ik wel eens snel iets te regelen met een collega. Maar dan kon de reactie zijn: we hebben het druk, dat is onze opdracht niet.’ De nieuwe wet geeft de gemeente wel degelijk een taak om deze jongeren vroegtijdig te begeleiden.’ 

Bos wil nu bijvoorbeeld het re-integratiebedrijf Amsterdam Werkt inzetten om pro/vso-jongeren zonder stage in het laatste halfjaar van de opleiding certificaten te laten halen, waardoor ze sterker staan in de overgang naar de arbeidsmarkt. Zo blijft er ook na 9 jaar nog genoeg te doen.

Tips

  • Leg afspraken tussen de gemeente en scholen over ieders rol en werkwijze goed vast, bijvoorbeeld in de vorm van een routekaart.
  • Neem de tijd om te bouwen. In Amsterdam duurde het 5 jaar voor de aanpak overal goed werkte, al werden er direct vanaf het begin resultaten geboekt. 
  • Blijf voortdurend met elkaar in gesprek. Doen we het goede? Blijf evalueren en kijk daarbij niet alleen naar de cijfers. Zet bijvoorbeeld appreciative enquiry in.
  • Maak filmpjes voor jongeren waarin je uitlegt welke voorzieningen er voor hen zijn.
  • Laat ook intern zien wat je doet en waarom. Ook al heb je het nog zo druk. Bos: ‘We hebben daarvoor onlangs een speciaal magazine gemaakt. Achteraf gezien hadden we dat veel eerder moeten maken. Het kost tijd om onze aanpak uit te leggen. Jongeren zijn een specifieke, ingewikkelde doelgroep. Vaak is een aanpak gericht op de volwassenen, terwijl jongeren soms wat anders nodig hebben.‘
  • Wensveen: ’Je moet wel lef hebben, zien wat er nodig is en dat gaan doen, samen een ja-cultuur creëren. Bos: ‘Ik gun iedere gemeente een Klara: iemand die een missie heeft, die verbinding maakt, een netwerk opbouwt en aan de slag gaat met dingen die verbeterd moeten worden. Dat wordt ook wel een dinges genoemd.’
  • Besteed ook aandacht aan beschut werk. In Amsterdam is op elke pro/vso-school naast een jobcoach ook een consulent van beschut werk. En de jongerenadviseurs op het mbo zijn ook gelinkt aan een consulent van beschut werk die ze kunnen inschakelen als dat nodig is.
  • Maak een klantreis: vraag jongeren wat er goed is gegaan in hun schoolloopbaan en de overgang naar werk en wat ze hebben gemist. Dat heeft Amsterdam geholpen verbeterpunten te vinden.
  • Geef laatstejaars pro/vso-leerlingen die een entree-opleiding volgen een ov-kaart. De ervaring in Amsterdam is dat ze dan eerder kiezen voor een stageplek die ze graag willen en niet een die toevallig dichtbij is. Ook vermindert het verzuim aan het eind van de maand.