Overslaan en naar de inhoud gaan

Publiek-private samenwerking helpt meer mensen aan werk in de regio Helmond

Gepubliceerd op 23 maart 2023

Met gescheiden teams van uitzendbureau en gemeenten kun je heus mensen aan een baan helpen. Maar samen kun je zoveel meer dan dat, merken uitzendbureau Tempo-Team en Senzer. De publiek-private samenwerking loopt hier al sinds 2016 als een trein. 1+1=3, concluderen beide organisaties.

Statushouder Msgina Albraha draagt een zonnepaneel. Hij is met een collega aan het werk bij Sungarant. Via het STT is hij uitgestroomd naar deze reguliere baan.
Statushouder Msgina Albraha (r.) aan het werk bij Sungarant. Via het STT is hij uitgestroomd naar deze reguliere baan.

‘Wat ging er dan niet goed dat jullie een gezamenlijk team nodig hadden?’ Die vraag krijgt Hilde Bouwmans-Cats soms, als ze vertelt over het team dat uitzendbureau Tempo-Team en gemeentelijk werkbedrijf Senzer in de regio Helmond opzetten. ‘Het gaat er niet om dat je het niet alleen kunt’, zegt Bouwmans. ‘We vonden dat we zoveel meer kunnen betekenen voor werkzoekenden door onze kennis en onze netwerken samen te voegen. Onze ervaring is: 1+1=3.’

De samenwerking tussen Senzer en Tempo-Team begon met een pilot in 2016. Sinds die tijd zit 1 team met medewerkers uit beide organisaties op dezelfde werkplek. Bouwmans: ‘Inmiddels weten we bijna niet meer wie van welke organisatie komt. Iedereen doet hetzelfde werk: werkzoekenden en werkgevers aan elkaar koppelen.’ De samenwerking draait om werkzoekenden met een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt. Andere afdelingen van Senzer werken voor en met mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt.

Een gedeelde flexibele schil

De gedachte achter het Senzer Tempo team (STT) is dat werk vinden voor werkzoekenden geen kwestie is van een vraag van de gemeente en een ‘verkoop’ door een uitzendbureau. Het gaat juist om samenwerking, stelt Mirjam Manni, die vanuit Tempo-Team betrokken is bij het STT. ‘Tempo-Team is landelijk al bijna 10 jaar actief in publiek-private samenwerkingen. We zijn gaan samenwerken met het doel zo veel mogelijk van hen aan werk te helpen en van de onderlinge samenwerking te leren.’

Samenwerken maakt het ook mogelijk te bouwen aan een gezamenlijke flexibele schil van mensen die je bij beide organisaties kunt inzetten’, zegt Manni. ‘Daarmee kun je meebewegen met de markt. Het gaat er uiteindelijk om dat mensen werk vinden; of dat via Senzer is of via Tempo-Team gebeurt, is niet zo belangrijk.’

Statushouder Msgina Albraha staat op een ladder. Hij is met een collega aan het werk bij Sungarant. Via het STT is hij uitgestroomd naar deze reguliere baan.
2 installateurs van zonnepanelen aan het werk

 2 DNA’s gecombineerd

Aan de teamleden is weliswaar niet te zien wie van welke organisatie komt, ‘maar ze brengen wel het DNA van hun eigen organisatie mee’, zegt Manni. ‘We volgen elkaars trainingen in het kader van samen professionaliseren en kennisdelen. Doordat we ieder andere kennis, instrumenten en cultuur inbrengen, versterken we elkaar. Daarnaast zijn de collegiale netwerken om te raadplegen heel verschillend. Senzer weet bijvoorbeeld als publieke organisatie meer van regelgeving en het arbeidsfit maken van kandidaten. En Tempo-Team zit dicht op de praktijk van werkgevers en heeft bijvoorbeeld meer kennis van de arbeidsmarkt. Beide DNA’s mengen zich in het STT. We voegen alle netwerken en kennis samen. Toen we samen werk zochten voor Oekraïense vluchtelingen, hielp het bijvoorbeeld dat Tempo Team al veel had uitgezocht.’

Bouwmans: ‘Een mooi voorbeeld is ook de statushouder uit Eritrea met een achtergrond als automonteur. Via het STT begon hij met een eenvoudige baan: het in elkaar zetten van kinderzitjes. Ondertussen volgde hij onder meer sollicitatietrainingen. Hij is snel uitgestroomd naar een reguliere baan als installateur van zonnepanelen.’

Meebewegen met de arbeidsmarkt

Het STT bestaat doorgaans uit 6 professionals: 3 van Senzer en 3 van Tempo-Team. ‘In de huidige krappe arbeidsmarkt is het aantal werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt relatief klein’, vertelt Bouwmans. ‘Veel mensen vinden zonder bemiddeling zelf weer werk. Dat maakt de context van ons werk anders dan toen we begonnen. We hebben ons herbezonnen op onze taak: willen we dat dit team nieuwe taken oppakt of voor een bredere doelgroep gaat werken?’

Het STT heeft besloten bij de kerntaak te blijven: het bemiddelen van werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt. Bouwmans: ‘Dat zijn mensen die geen verminderde loonwaarde hebben en direct bemiddelbaar zijn. Omdat die groep kleiner is dan voorheen, is ook het STT nu wat kleiner. Als het nodig is, kunnen we makkelijk weer uitbreiden. Daarin kunnen we met de arbeidsmarkt meebewegen.’

Tips en ervaringen

  • Begin publiek-private samenwerking klein, bij voorkeur met een pilot. Zo kun je gaandeweg van elkaar leren en de samenwerkingsvorm aanpassen.
  • Bespreek openlijk wat gezamenlijke doelen zijn, maar ook wat géén gezamenlijke doelen zijn. ‘Zo snel mogelijk mensen uit een uitkering’ komt bijvoorbeeld niet per definitie overeen met ‘Mensen aan duurzaam werk helpen’.
  • Zorg voor 1 gezamenlijk team op 1 locatie, waarvan de leden dezelfde taken hebben.
  • Kijk kritisch naar het aantal samenwerkingspartijen: een brede inbreng van kennis en netwerken is goed, maar het moet geen Poolse landdag worden.

Geen toekomst zonder PPS

Manni en Bouwmans zijn beiden stellig over de toekomst. ‘Ik zie geen toekomst voor me zonder publiek-private samenwerking’, zegt Bouwmans. Manni: ‘Dat is ook waar het ministerie van SZW op inzet. De kunst voor ons als samenwerkende partijen wordt om het voor werkgevers en werkzoekenden eenvoudiger te maken. Daarvoor moet aan de achterkant bij de samenwerkende organisaties heel wat gebeuren.’