Overslaan en naar de inhoud gaan

Samenwerking tussen gemeente Zoetermeer en GGZ Rivierduinen ‘Laat werk bijdragen aan herstel’

Gepubliceerd op 29 november 2021

Mensen met een psychische kwetsbaarheid vragen nét wat extra ondersteuning. Hoe zorg je ervoor dat GGZ en gemeente daarbij samenwerken en geen dubbele dingen doen? Het team Nieuw Arbeidsbeperkten (NAB) van de gemeente Zoetermeer en GGZ Rivierduinen hebben een aanpak gevonden die werkt. 

Het gaat de gemeente Zoetermeer en GGZ Rivierduinen om hetzelfde doel: mensen met een psychische kwetsbaarheid aan het werk helpen. Niet alleen omdat het uitkeringskosten bespaart, maar ook omdat werk onderdeel kan zijn van het herstelproces. Tenminste, als dat op de goede manier gaat, zonder drang en dwang. Want als er druk wordt gezet, kan het snel weer mis gaan bij mensen uit deze doelgroep. 

Daarom hebben de gemeente en de GGZ-instelling een pilot opgezet voor samenwerking. Ze hebben afspraken gemaakt over hoe ze omgaan met mensen met een GGZ-achtergrond, om te voorkomen dat ze dubbele dingen doen en elkaar tegenwerken. Twee van de aanjagers van deze samenwerking zijn Carin Wouters, trajectbegeleider bij GGZ Rivierduinen, en Debby van den Berg, werkregisseur en lid van het team NAB bij de Binnenbaan, het werkbedrijf van de gemeente Zoetermeer.

Tips voor samenwerking bij IPS-trajecten

  • Stel vaste contactpersonen aan bij gemeente en GGZ-instelling die met elkaar overleggen over kandidaten met GGZ-behandeling.
  • Gebruik elkaars expertise, doe geen dingen dubbel, vertrouw elkaar.
  • Werk aan draagvlak voor de aanpak in de achterliggende organisatie door ervaringen en successen te delen.
  • Wees er duidelijk over dat een begeleidingstraject op korte termijn geld kost, maar bij succes op lange termijn veel geld bespaart, zowel qua uitkering als qua zorgkosten.
     

Pilot voor samenwerking

‘Een derde van de mensen die van onze gemeente een uitkering krijgen, behoort tot de groep mensen met een psychische kwetsbaarheid. Dat maakt het voor ons van groot belang om een aanpak te vinden die werkt en die helpt”, zegt Van den Berg. “Zeker bij cliënten die een traject Individuele Plaatsing en Steun (IPS) volgen.”

“Als een cliënt aangeeft dat hij aan het werk wil, ga ik als loopbaanbegeleider op zoek naar passend werk”, vertelt Wouters. “Werk is vaak onderdeel van het hersteltraject. Bij een cliënt met een bijstandsuitkering, ga ik in overleg met de gemeente. Het kan niet zo zijn dat iemand door te gaan werken, zijn recht op een uitkering verliest. De onzekerheid daarover is een enorme drempel die mensen tegenhoudt om weer te gaan werken.”

Genoeg reden dus om samen om tafel te gaan. Dit gebeurde onder leiding van Arco Diepeveen, projectleider Shared Savings; een landelijk project van SZW en Divosa voor samenwerking in het sociaal domein, gericht op mensen met een psychische kwetsbaarheid en een afstand tot de arbeidsmarkt.

Werken aan vertrouwen 

Het gesprek bracht aan het licht dat gemeente en GGZ-instelling weinig weten van elkaars werkwijze en wat ze daarbij van elkaar nodig hebben. Wouters: “De gemeente wilde bijvoorbeeld van alles over een cliënt weten, terwijl dat om vertrouwelijke informatie ging.” Van den Berg: “Wij hebben uitgelegd dat we informatie nodig hebben over wat een persoon kan en hoe het begeleidingstraject verloopt, om de uitkering aan die persoon te kunnen verantwoorden.” Wouters: “En wij hebben uitgelegd dat we niet alle informatie mogen delen, omdat het om medische en dus vertrouwelijke informatie gaat.”

Door het gesprek aan te gaan, ontstond niet alleen een gezamenlijk beeld van het te bereiken doel, maar werd het ook mogelijk om samen tot afspraken te komen. Als iemand zich als werkzoekende bij de gemeente meldt en zegt dat hij in behandeling is bij GGZ Rivierduinen, dan legt Van den Berg een lijntje naar Wouters. En als een GGZ-cliënt aangeeft dat hij aan het werk wil, maar een gemeentelijke uitkering krijgt, dan legt Wouters een lijntje naar Van den Berg. 

“We spreken af wie de regie heeft. Soms doen we samen de intake”, zegt Van den Berg. “De behandeling is voor ons leidend. Als iemand nog niet toe is aan betaald werk, maar beter eerst vrijwilligerswerk kan doen, beginnen we daarmee. Het belangrijkste is dat een kandidaat gemotiveerd is om naar betaald werk toe te werken. Mogelijk kunnen wij de betrokkene een startbaan bieden om weer in het arbeidsritme te komen. Als werkbedrijf van de gemeente Zoetermeer hebben wij allerlei soorten werk in de aanbieding, zowel intern als bij externe werkgevers.”

Resultaten samenwerking in Zoetermeer:

  • Duidelijke afspraken over wie wanneer de regie voert.
  • Eén aanspreekpunt voor de kandidaat en de werkgever.
  • Gestandaard proces bij uitwisseling van informatie. 
  • Periodieke casusbespreking van IPS- en andere kandidaten met GGZ-behandeling.
  • Processen zijn vastgelegd en worden gedeeld met partners in de regio.

Voortzetting in nieuwe pilot

De pilot heeft een jaar geduurd en is inmiddels afgerond. Van den Berg en Wouters: “Het resultaat is dat we op hetzelfde spoor zitten. We weten van elkaar dat we hetzelfde doel hebben en we vertrouwen op elkaars expertise. Het gaat erom dat we samen kijken wat er nodig is om iemand aan het werk te helpen, op een manier die bijdraagt aan herstel. Het heeft geen zin om iemand met een GGZ-problematiek te dwingen aan het werk te gaan. We helpen mensen om zelf in beweging te komen en te groeien in zelfvertrouwen.”

Om op hetzelfde spoor te blijven, is er maandelijks een intervisiebijeenkomst, waarbij resultaten en eventuele knelpunten worden besproken. Ook is er inmiddels een tweede pilot van start gegaan, waarbij de doelgroep is verbreed. Van den Berg: “Niet iedereen met een psychische kwetsbaarheid heeft een IPS-traject nodig. We kunnen mensen ook helpen door hen de kans te geven om in een startbaan te beginnen en vanuit die positie verdere stappen te zetten.”

Van schoonmaker naar vrachtwagenchauffeur

Een jonge GGZ-cliënt heeft als droom vrachtwagenchauffeur te worden. Samen met zijn IPS-trajectbegeleider werkt hij stap voor stap toe naar dat doel. Hij begon als facilitair medewerker bij MacDonald’s, en volgde daarbij de opleiding facilitair medewerker op mbo-niveau 1. Daarna stapte hij over naar de opleiding voor beroepschauffeur op mbo-niveau 2 en kreeg hij een baan bij het gemeentelijk afvalinzamelingsbedrijf, waar hij nu werkt.
Door hem de mogelijkheid te geven om met de nodige begeleiding in zijn eigen tempo werkervaring op te doen en een studie te volgen, staat hij straks op eigen benen. Dat heeft in het begin geld gekost, maar gaat uiteindelijk geld besparen. Hij is op de manier die hij aankan op weg naar de baan die bij hem past.