Overslaan en naar de inhoud gaan

Statushouders aan de slag in de technische-installatiebranche

Gepubliceerd op 18 juni 2018

Slim combineren, korte lijnen en resultaatgerichtheid zorgen er voor dat in Holland Rijnland statushouders aan het werk gaan als aankomend monteur en zo het personeelstekort in de technische installatiebranche enigszins verlichten.

Slim combineren, korte lijnen en resultaatgerichtheid zorgen er voor dat in Holland Rijnland statushouders aan het werk gaan als aankomend monteur en zo het personeelstekort in de technische installatiebranche enigszins verlichten.

Brancheorganisatie UNETO-VNI luidde al verschillende keren de noodklok. Het tekort aan vakmensen in de technische installatiesector wordt steeds nijpender; per jaar ontstaan er 20.000 vacatures die nauwelijks te vervullen zijn. De groei van de sector – er is veel vraag naar installatiewerkzaamheden - komt daardoor in gevaar.

Het was Klaske Sinnema, accountmanager onderwijs-arbeidsmarkt bij de gemeente Alphen aan den Rijn, die één en één bij elkaar optelde en een lijntje legde naar het opleidingsfonds van de installatiesector, OTIB. Want terwijl de sector zit te springen om personeel, staan er nog steeds veel mensen langs de kant die graag willen en kunnen werken. Valt daar niet wat te bedenken?

Tips

  • Zorg voor nauwe, directe en open samenwerking tussen de vaste contactpersoon van de gemeente en de arbeidsmarktcoach van de opleider.
  • Investeer in toeleidende projecten.
  • Stel een docent Nederlands aan voor de vaktaal en VCA.
  • Heb vertrouwen en geduld en bied als gemeente tijd en ruimte voor het project.
  • Werk vanaf het allereerste begin samen met de werkgevers.
  • Bied ruimte voor maatwerk bij plaatsing bij een werkgever.
  • Zorg voor goede nazorg: laat de werknemer niet los voordat hun eerste contract is verlengd.

Een bijzonder traject

De contacten tussen UWV, de gemeenten in de regio Holland Rijnland, OTIB en opleidingsbegeleider Metechnica leidden tot een bijzonder project. Medio 2017 is met geld van de branche een traject gestart om werkzoekenden die in de technische installatie-branche willen werken te scholen tot aankomend monteur installatie/elektrotechniek. Het traject stond open voor alle werkzoekenden met een technische achtergrond of affiniteit met techniek, maar onder de belangstellenden waren veel statushouders, vertelt Joost Bruggeman, regiocoördinator Screening en Matching Vergunninghouders Holland Rijnland.

Na voorlichting aan werkgevers, werkzoekenden en gemeenten volgden er intakegesprekken, oriëntatie en assessment-dagen om een indruk te krijgen van het niveau van de kandidaten. Daarna volgde een voortraject van drie tot vier maanden bestaande uit twaalf praktijkdagen verzorgd door IWZH, zes trainingsdagen over ‘effectief werken’ en vca-lessen en examen. Daarna konden de nieuwe aankomend monteurs aan de slag. 

Niet zomaar loslaten

Dat laatste lukte opvallend goed. Slechts twee van de vijftien deelnemers vielen uit, dertien mensen ging aan de slag, waarvan de meesten binnen de branche. De nieuwe werknemers worden door het traject ondersteund tot aan hun contractverlenging. Pas dan worden ze losgelaten. Daarom weet Bruggeman ook dat er zes maanden na de start van hun werkzaamheden dertien van de nieuwe monteurs nog steeds aan het werk is.

Het traject was zo succesvol dat er onmiddellijk een tweede traject is opgezet, ditmaal helemaal gericht op statushouders. In april 2018, drie maanden na de start zijn alle vijftien deelnemers nog binnen boord. Bruggeman: “Eén van de installateurs dreigde uit te vallen vanwege fysieke problemen. Zijn werkgever was echter zo over hem te spreken dat hij een kantoorbaan voor hem geregeld heeft.” En inmiddels gaat traject drie alweer van start. 

De werkcoach is de centrale spil

Resultaatgerichtheid en korte lijnen, dat verklaart volgens Bruggeman het succes van het traject. “Met de werkcoach van Metechnica als centrale spil. Zij is er vanaf het allereerste moment - de start van de voorlichting – bij betrokken. Ze is er als de kippen bij als er iets mis dreigt te gaan op de werkvloer en ruimt problemen achter elkaar uit de weg. En wij als projectgroep staan klaar om eventuele andere problemen glad te strijken.”

Een andere succesfactor is de investering in de toeleidende trajecten. Bruggeman: “Statushouders één-op-één ‘plat’ bemiddelen naar werk is veel lastiger. Juist omdat we met een groep werken heb je de ruimte om uit te leggen hoe ‘werken in Nederland’ werkt. Je kunt vertellen hoe het systeem van de toeslagen in elkaar zit en wat je moet doen als je ziek bent. Dat je je ziekmeldt bij je leidinggevende. Anderzijds kun je ook de werkgever en de werkvloer goed voorbereiden op de komst van een collega die Nederland nog niet goed kent.”

Extra docent Nederlands

Om statushouders nog beter voorbereid af te leveren, is besloten om voor het tweede traject een extra docent Nederlands in dienst te nemen, vooral om de vaktermen te leren en de cursisten voor te bereiden op het vca-examen.
 
Bruggeman weet dat er gemeenten zijn die vinden dat ‘al het werk passend’ is en niets zien in trajecten met een doorlooptijd van bijna een halfjaar. Maar alle gemeenten in Holland Rijnland zien dat een traject als dit veel resultaat oplevert en jaren uitkering uitspaart. “Uiteindelijk is het een win-win-win voor gemeenten, statushouders en werkgevers.”

Project kostte gemeenten niets

Het hele project heeft de gemeenten tot nu toe niets gekost. Het eerste en tweede traject zijn betaald uit gelden uit het zogenoemde Sectorplan van de Technische Installatiebranche. Met dat geld kon kosteloze bemiddeling en scholing worden georganiseerd. Maar de Sectorplannen stoppen en daarmee droogt deze financieringsbron op. Het derde traject wordt betaald uit eigen middelen van OTIB. De lessen Nederlands vanuit middelen van het regionaal Werkbedrijf. Bruggeman is ervan overtuigd dat er wel geld komt, ook voor een mogelijk vierde traject. “Ik kan met niet voorstellen dat er voor zo’n succesvol traject geen financiering te vinden zou zijn.”

Vooralsnog wordt er in ieder geval alleen maar gedacht aan uitbreiding naar andere arbeidsmarktregio’s. Vanuit Holland Rijnland kunnen dan ook werkgevers in Woerden en Gouda worden bediend.