Raad en daad
Veel vragen gingen over de Covid-noodverordening van de veiligheidsregio. Zo vroeg een taxichauffeur hoe het zat met de toegankelijkheid van openbare toiletten. Sommige ondernemers hadden meer ondersteuning nodig, bijvoorbeeld omdat ze vanwege dyslexie niet zelf de digitale TOZO-aanvraag konden invullen. Dan regelde het maatwerkloket een mondelinge aanvraag. Maar mensen van het loket waren ook een luisterend oor voor een zelfstandigen zonder inkomsten die een beroep moesten doen op vrienden voor de boodschappen. In totaal heeft het loket tot nu toe vijftig ondernemers geholpen.
Afnemende vraag
De grootste drukte was in juni, bij het einde van de lockdown. En steeds als er een nieuw regeling kwam, was er weer pieken. Na de zomervakantie is de vraag teruggelopen. Nagel vertelt dat allerlei partijen in de stad nadenken over de dienstverlening voor de Tozo3-doelgroep. “Het kan best dat dat pakket op 1 oktober taken van ons overneemt, zoals psychosociale hulp.” Baak vult aan dat er veel andere initiatieven en regelingen zijn gekomen, zoals van-werk-naar-werkbegeleiding voor medewerkers die op de bank zitten. “Zo worden we langzamerhand overbodig. We denken eind dit jaar te kunnen stoppen.”
Schoenmaker blijf bij je leest
Wat hebben ze ervan geleerd? Baak vertelt dat veel vragen buiten hun expertisegebied lagen: “Daarom moesten we leren om geen antwoord te geven vanuit ons eigen buikgevoel, maar door te verwijzen naar financiële of juridische specialisten.” Nagel noemt de noodzaak van afstemming. “Veel ondernemers stellen hun vraag op meer niveaus in de organisatie, bij de eerste en tweede lijn, bij ons loket, maar ook bij de wethouder of burgemeester. Je moet er dus alert op zijn dat we allemaal met een stem spreken.”
Bijeffect: meer verbinding
Is het niet vreemd dat de gemeente sommige ondernemersvragen niet kan beantwoorden? Baak snapt dat wel. “Het kost veel tijd om in je organisatie degene te vinden die een vraag het best kan beantwoorden. Maar dat heeft ook een prettig bijeffect. We hebben gemerkt dat we met andere gemeentelijke afdelingen en UWV heel goed kunnen samenwerken en elkaar aanvullen. We waren jarenlang met allerlei programma’s bezig om meer verbinding te krijgen, en door de aanpak van de crisis gaat het nu vanzelf.”