Met het team Financial Engineering doen we eigenlijk niets anders dan de juiste mensen op de juiste plek zetten: iedere organisatie die in het RMT vertegenwoordigd is, vaardigt iemand af die meer dan een gemiddelde collega weet over regelingen binnen de eigen organisatie. Met die club samen vinden we voor iedere financieringsvraag een oplossing. Heel belangrijk is het uitgangspunt dat niemand voor de belangen of prioriteiten van de eigen organisatie in het team Financial Engineering zit. We vormen één team met één doel: een oplossing vinden voor de vraag van onze collega.”
250 trajecten in een halfjaar
Helmut Bemelmans geeft leiding aan het team Financial Engineering. “De financiering van trajecten voor werkzoekenden is onbedoeld een jungle geworden. Dat is jammer, maar daar hebben we het mee te doen”, vertelt hij. “Ons team vindt voor professionals een weg in die jungle. Als een professional een casus inbrengt, halen we alles uit de kast om ergens in Nederland een potje te vinden waarop we een beroep kunnen doen. Tot nog toe is dat altijd gelukt.”
In het eerste halfjaar heeft het team financiering voor zo’n 250 trajecten gevonden, aldus Mike Reneman. “Soms zijn dat individuele trajecten, soms trajecten voor bijvoorbeeld tien mensen tegelijkertijd. Het gaat altijd om de niet-reguliere trajecten, dus initiatieven waarvoor geen standaardfinanciering is. Pas als een professional zelf geen potje heeft kunnen vinden en overleg met collega’s en leidinggevenden ook geen uitkomst biedt, komt een casus bij ons op tafel. Als wij er als team Financial Engineering niet uitkomen, raadplegen we soms mensen met een specifieke deskundigheid bij een van de RMT-partijen – onze zogeheten tweede schil.”
Verandering van cultuur en leiderschap
Het meest spannende bij het opzetten van een slagvaardig team van ‘subsidiespeurders’ is de vraag of alle partijen uit het RMT bereid zijn hun eigen belangen moeten los te laten. Reneman: “Ons werk is financiering vinden, maar eigenlijk zijn we een team dat aan de slag gaat met cultuur en leiderschap bij de deelnemende organisaties. Ik heb met de betrokken bestuurders vooraf afspraken gemaakt over wat we doen als het moeilijk wordt. Vernieuwing is oncomfortabel. Je moet vooraf zekerheid hebben dat bestuurders die onrust accepteren en ook dan blijven samenwerken. Dat psychologische contract, zoals ik het noem, is essentieel voor een verandertraject als dit.”