Overslaan en naar de inhoud gaan

Samenvatting wet Van school naar duurzaam werk

Herzien: juli 2025

Betere ondersteuning van jongeren bij de overgang van school naar werk en het behoud van werk bij (dreigende) werkloosheid

Doel en doelgroep van de wet

Met de wet van school naar duurzaam werk krijgen scholen, Doorstroompunten en gemeenten (als uitvoerder van de Participatiewet) meer mogelijkheden om jongeren tot 27 jaar te ondersteunen bij de overgang van school naar werk en het behoud van werk bij (dreigende) werkloosheid.

De focus ligt op jongeren die ongeacht de stand van de economie moeite hebben om aan het werk te komen en aan het werk te blijven. Dit zijn jongeren uit het praktijkonderwijs (pro), voortgezet speciaal onderwijs (vso), jongeren in de entreeopleiding van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo niveau 1), in de beroep opleidende leerweg (mbo niveau 2 bol) en voortijdig schoolverlaters (vsv’ers). Vsv’ers zijn jongeren die zonder startkwalificatie (diploma havo, vwo, mbo-2, 3 of 4) het onderwijs verlaten. 

Maatregelen wetsvoorstel

De wet bestaat uit 4 samenhangende maatregelen:

1. Begeleiding door scholen 

  • Pro-, vso- en mbo-scholen krijgen de taak om studenten die dit nodig hebben aanvullende loopbaanbegeleiding te bieden om hen voor te bereiden op de overgang naar vervolgonderwijs of werk en deze begeleiding – indien noodzakelijk – voort te zetten tot een jaar na het behalen van het diploma.
  • Scholen kunnen de gemeente al betrekken als de jongere nog op school zit en maken gebruik van een overgangsdocument voor jongeren van wie de begeleiding wordt voortgezet door de gemeente.
  • Scholen moeten beleid opstellen met betrekking tot het aanbod van aanvullende loopbaanbegeleiding.

2. Begeleiding door Doorstroompunten

  • Het Doorstroompunt heeft de taak om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan en jongeren zonder startkwalificatie te begeleiden terug naar school of naar werk. De maximale leeftijd van de jongeren waar het Doorstroompunt zich op richt, wordt verhoogd van 23 naar 27 jaar.
  • Bij begeleiding naar werk kan het Doorstroompunt de gemeente verzoeken de ondersteuning voort te zetten.
  • Het Doorstroompunt moet beleid opstellen met betrekking tot de begeleiding van jongeren zonder startkwalificatie.

3. Ondersteuning door gemeenten 

  • De gemeente maakt een afweging of voltijdsonderwijs of werk voor een jongere de beste optie is. De gemeente kan jongeren ondersteunen naar werk indien de jongere niet in staat is om voltijdsonderwijs te volgen óf als dat niet passend is, bijvoorbeeld omdat de jongere al een startkwalificatie heeft of niet gemotiveerd is om een volledige opleiding te doen.
  • Voor jongeren zonder startkwalificatie kan de gemeente met het Doorstroompunt bekijken of terugkeer naar het voltijdsonderwijs mogelijk is. Kan dat niet, dan heeft het combineren van werken met leren (een leerwerktraject) de voorkeur.
  • Op verzoek van de pro-, vso- of mbo-school óf op verzoek van een student afkomstig van een hogeschool of universiteit kunnen gemeenten al tijdens de schooltijd betrokken worden bij de begeleiding van jongeren naar werk.
  • De gemeente moet het beleid voor het ondersteunen van jongeren vastleggen in een verordening.

4. Gezamenlijk regionaal programma 

  • Aanvullend op de eigen taken komt er in de Doorstroompuntregio een gezamenlijk regionaal programma gericht op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en de overgang van school naar duurzaam werk. In het regionaal programma komen samenwerkingsafspraken en aanvullende maatregelen passend bij de regionale situatie.
  • Het regionaal programma wordt gemaakt en uitgevoerd door de contactgemeente, en  de contactschool van de Doorstroompuntregio en de centrumgemeente(n) van de bijbehorende arbeidsmarktregio’s. De contactgemeente voert daarbij de procesregie.
  • Het regionaal programma moet passen bij het eigen beleid van scholen, Doorstroompunten en gemeenten. Het is aan de drie coördinerende partijen die samen het regionaal programma maken om de afstemming hierover te zoeken met hun eigen achterban. 

Het is één regionaal programma. Deze 3 partijen zijn samen en gelijkwaardig verantwoordelijk

Overzicht van de 3 rollen in het regionaal programma

Relatie met hervorming arbeidsmarktinfrastructuur

De centrumgemeente vervult bij de totstandkoming en uitvoering van het regionale programma een dubbele rol. Enerzijds moet de centrumgemeente voor het maken van samenwerkingsafspraken en het nemen van aanvullende maatregelen afstemmen met de regiogemeenten uit de arbeidsmarktregio (als uitvoerders van het nieuwe artikel 7a van de Participatiewet). Anderzijds moet de centrumgemeente afstemmen met de overige partners in de arbeidsmarktregio over de dienstverlening die daar geboden wordt die relevant is voor jongeren. Dat betreft nu bijvoorbeeld dienstverlening door het regionale werkgeversservicepunt, het regionale leerwerkloket of het regionale mobiliteitsteam. 

Na inwerkingtreding van de nieuwe wet- en regelgeving over de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur, wordt de regionale dienstverlening ondergebracht in het regionale werkcentrum (RWC). Belangrijk is dat dan ook afspraken worden gemaakt over de dienstverlening die via het RWC ontsloten wordt voor jongeren. 

Daarnaast komt er een regionaal beraad dat een meerjarenagenda moet maken en uitvoeren. Hier nemen partijen aan deel die niet in de governance van het regionaal programma van de Doorstroompuntregio zitten, maar wel relevant zijn voor het ondersteunen van jongeren. Zoals het UWV, waarmee afspraken gemaakt kunnen worden over het ondersteunen/overdragen van jongeren zonder startkwalificatie die een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben. Zoals sociale partners of specifieke sectoren, waarmee afspraken gemaakt kunnen worden over instroom of over verdere bijscholing van jongeren zonder startkwalificatie via een leerwerktraject. Juist vanwege het belang van passende bijscholing voor duurzame re-integratie en een leven lang ontwikkelen van werkzoekenden en kwetsbare werkenden nemen ook SBB en een vertegenwoordiger namens het post-initieel onderwijs deel aan het regionaal beraad. 

De centrumgemeente vormt dus een belangrijke schakel tussen de governance van de arbeidsmarktregio en de Doorstroompuntregio.