Overslaan en naar de inhoud gaan

FAQ Hervorming Arbeidsmarktinfrastructuur

Deze pagina geeft antwoord op veelgestelde vragen rondom de Hervorming van de Arbeidsmarktinfrastructuur. De inhoud van de FAQ wordt door de beleidsmedewerkers van het ministerie van SZW regelmatig geactualiseerd.

Werkcentrum en Gidsfunctie

  • Werkenden en werkzoekenden kunnen bij het Werkcentrum terecht met vragen over werk en scholing, werkgevers met vragen over personeelsvraagstukken. Het Werkcentrum geeft algemene informatie en advies. Als dat nodig is, brengt het Werkcentrum mensen ook in contact met dienstverleners die hen passende dienstverlening kunnen bieden.

  • Partijen maken onderling afspraken voor de regionale communicatie over de transitie naar het Werkcentrum. Indien een regionale website voor het Werkcentrum nog niet beschikbaar is, kan tijdelijk nog gebruikgemaakt worden van een regionale RMT-website. Ook kan vanaf de landelijke basiswebsite www.werkcentrum.nl tijdelijk verwezen worden naar de regionale RMT-website.

    In 2025 volgt een handreiking communicatie met meer informatie. Start op korte termijn in jouw regio een Werkcentrum? Dan zou je bijvoorbeeld op de website een kort bericht kunnen plaatsen over het stoppen van het regionale RMT en het voorzetten van de dienstverlening via het Werkcentrum.

  • Partijen maken onderling afspraken voor de regionale communicatie over de transitie naar het Werkcentrum. De websites (landelijk en regionaal) van de Leerwerkloketten blijven in gebruik in 2025, totdat de volledige overgang naar de website van het Werkcentrum is gerealiseerd. Indien een regionale pagina voor het Werkcentrum nog niet beschikbaar is, kan tijdelijk nog gebruikgemaakt worden van een regionale LWL-website. Ook op de landelijke basiswebsite Werkcentrum.nl wordt nog tijdelijk verwezen naar de regionale LWL-website. In 2025 volgt een handreiking communicatie met meer informatie.

  • In de transitieperiode is het goed om de inwoners in jouw regio te informeren over waar zij in jouw regio terecht kunnen met vragen over werk en scholing. Zo kunnen inwoners met specifieke vragen worden doorverwezen naar de dienstverlening van samenwerkingspartners in de regio.

  • Vanaf 1 januari 2025 stopt de tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening en stoppen daarmee de regionale mobiliteitsteams en de inzet van aanvullende dienstverlening. Ook de huidige wijze van financiering voor de Leerwerkloketten stopt per 1 januari 2025. Een deel van de dienstverlening die nu door de Leerwerkloketten wordt geboden, wordt onderdeel van de werkzoekenden- en werkgeversdienstverlening van UWV en gemeenten wat in samenwerking wordt georganiseerd. Dit wordt de komende periode verder uitgewerkt. Hierbij wordt ook meegenomen hoe de huidige op te stellen plannen zoals beschreven in SUWI (marktbewerkingsplan en uitvoeringsplan WSP) passen in de nieuwe situatie.

  • UWV en gemeenten bieden regionaal gezamenlijke werkgeversdienstverlening via het WerkgeversServicepunt. Deze dienstverlening blijft op dezelfde manier beschikbaar via het Werkcentrum. De naam WerkgeversServicepunt verdwijnt (op termijn) wel.

    In maart wordt via een vragenlijst aan de regio’s gevraagd of er behoefte bestaat voor advies over de wijze waarop de communicatie over de transitie vorm gaat krijgen. Op basis van de behoefte wordt hier inhoud aan gegeven.

  • Nee, het is een netwerksamenwerking van publieke en private arbeidsmarktpartijen met een gezamenlijk loket dat toegang biedt tot hun dienstverlening. De netwerkpartijen behouden hun zelfstandigheid en identiteit.

  • UWV en gemeenten krijgen de taak de invulling van de gidsfunctie te organiseren. Hoe de gidsfunctie er precies uit gaat zien, zijn we nog aan het uitwerken. De essentie is dat de gidsen de eerste opvang vormen voor iedereen (werkenden, werkzoekenden en werkgevers) met vragen over werk. De gidsfunctie bekijkt welke ondersteuningsbehoefte iemand heeft en of iemand via tweedelijnsdienstverlening van de partners verder geholpen dient te worden. 

  • Ja, iedere partij in de samenwerking heeft in het kader van het ‘no-wrong-door’ principe een soort gidsfunctie. Als iemand zich bij een organisatie meldt, en eigenlijk ergens anders moet zijn, wordt deze persoon in contact gebracht met de juiste organisatie of met het Werkcentrum als niet gelijk helder is bij welke organisatie de persoon moet zijn.

  • Het Landelijk Beraad kent een bezetting van de ministeries van SZW, OCW en EZK, UWV, gemeenten, sociale partners, SBB, onderwijs (publiek bekostigd en privaat) en (publieke en private) uitvoerders.

  • Het Regionaal Beraad bestaat uit kernpartners en strategische partners. Kernpartners zijn (centrum)gemeenten, UWV, SBB, sociale partners (werkgeversorganisaties en vakbonden) en onderwijspartijen (een aangewezen contactschool, ingevuld door het ROC tenzij anders regionaal afgesproken). Het Regionaal Beraad is vrij in keuze om strategische partners in de regio aan te laten sluiten. Een voorbeeld van een mogelijke strategische partner is het sociaal ontwikkelbedrijf in de regio.

  • Het Landelijk Beraad geeft richting door een Landelijke Meerjarenagenda op te stellen. Er is geen hiërarchische aansturingsrelatie tussen het Landelijk Beraad en de Regionale Beraden. Wij verwachten dat er een wisselwerking zal plaatsvinden. Er kunnen bijvoorbeeld vanuit de arbeidsmarktregio’s signalen komen dat zij een kader rondom een bepaalde ontwikkeling missen. Andersom kan het Landelijk Beraad aangeven dat de regio’s nodig zijn voor het realiseren van ambities en hun actieve deelname stimuleren.

  • De centrumgemeente neemt inderdaad deze taak op zich. Alle partijen in het Regionaal Beraad zijn wel even belangrijk om daadwerkelijk keuzes te maken wat er gaat gebeuren in de regio.

  • Ja, dat is mogelijk. Wij schrijven alleen voor welke kernpartners in elk geval deelnemen. De partijen in het Regionaal Beraad kunnen met elkaar besluiten om het Regionaal Beraad te verbreden door ook andere partijen hiervoor (tijdelijk of structureel) uit te nodigen. Een andere mogelijkheid is dat partners of stakeholders via werkgroepen of experttafels suggesties en oplossingen kunnen inbrengen.

  • In elke arbeidsmarktregio wordt door de samenwerkende partijen in het Regionaal Beraad een samenwerkingsconvenant opgesteld en ondertekend. Er wordt in 2024 landelijk een modelconvenant opgesteld om regio’s te faciliteren en eenduidigheid te bieden over de (minimale) te maken afspraken in de arbeidsmarktregio, dit wordt de komende tijd uitgewerkt. Voor landelijke opererende organisaties is het wenselijk waar mogelijk dat er geen onnodige regionale verschillen zijn.

  • Ja, het streven is om daar waar nu nog versnippering bestaat, dit zoveel mogelijk weg te nemen door zaken integraal te organiseren. De huidige regionale overleggen – op het gebied van arbeidsmarktbeleid – gaan straks op in het Regionaal Beraad.

  • Het ministerie van SZW voorziet in een raamwerk. Dit biedt partijen handvatten voor de totstandkoming van de Meerjarenagenda en kan gezien worden als een ‘handleiding’ of ‘checklist’. Het raamwerk biedt handvatten voor de opbouw van de agenda, de onderwerpen voor de agenda en informatiebronnen en onderzoeken om de agenda mee te onderbouwen. Hierbij kan ook de verbinding worden gelegd met al bestaande plannen en agenda’s in de arbeidsmarktregio.

  • De invulling van de Landelijke- en Regionale Meerjarenagenda’s is een wisselwerking. De Landelijke Meerjarenagenda biedt richting voor regionaal uit te werken thema’s. Vanuit de arbeidsmarktregio’s worden onderwerpen en signalen aangedragen om uit te werken op landelijk niveau. 

  • De inzet is om nieuwe trajecten zoveel te mogelijk laten landen in de nieuwe arbeidsmarktinfrastructuur die we met elkaar bouwen. Hiermee willen we tijdelijke structuren tegengaan en ook voorkomen dat aan beleidsimpuls weinig bekendheid wordt gegeven of er weinig gebruik van wordt gemaakt.

  • Centrumgemeenten ontvangen vanwege hun functionele regierol in de arbeidsmarktregio twee decentralisatie-uitkeringen in het kader van de arbeidsmarktinfrastructuur.

    A. Met een tijdelijk aflopend budget wordt een impuls gegeven aan het organiseren en inzetten van gezamenlijke dienstverlening aan mensen en werkgevers vanuit de samenwerking. Onderstaande aflopende reeks is hiervoor beschikbaar per arbeidsmarktregio. In het Regionaal Beraad worden hier afspraken over gemaakt. De effectiviteit van de tijdelijke decentralisatie-uitkering als financieringsinstrument wordt in 2027 geëvalueerd om te verzekeren dat het bijdraagt aan het realiseren van de gezamenlijke doelen.

    SZW stelt een eenmalig budget beschikbaar in 2025 voor de arbeidsmarktregio’s om de implementatie van de communicatie rondom het Werkcentrum te realiseren. Dit bedrag zal worden toegevoegd aan het Impulsbudget wat in de Meicirculaire 2025 wordt uitgekeerd aan de centrumgemeente. Dit komt neer op een plus van €96.529 per arbeidsmarktregio. Het Impulsbudget in 2025 bedraagt dus, inclusief het bedrag voor communicatie, in totaal €1.006.658 per arbeidsmarktregio.

    B. Deze decentralisatie-uitkering is voor het structureel invullen van de functionele regierol in de arbeidsmarktregio door de centrumgemeente, het organiseren en ondersteunen van het Regionaal Beraad, het organiseren van coördi­natie van het Werkcentrum en het organiseren van de gidsfunctie. Hiervoor ontvangen centrumgemeenten structureel €650.000 per jaar. Het is aan de centrumgemeenten om invulling te geven aan de uitvoering en invulling van dit budget. In het budget is het bedrag opgenomen van de al lopende decentralisatie-uitkering voor het versterken van de samen­werking in de arbeidsmarktregio (€400.000). Voor de invulling van de gidsfunctie door gemeenten is uitgegaan van een richtbedrag van €135.000 van de €650.000. Dit is enkel een richtbedrag. Het is aan de centrumgemeenten om keuzes hierin te maken.

      2025 2026 2027 2028 2029
    A* €1.006.658 €827.390 €1.116.977 €1.291.475 €1.033.180
    B* €648.545 €648.545 €648.545 €648.545 €648.545
      2030 2031 2032 2033 2034 / structureel
    A* €861.919 €690.658 €485.707 €174.068 €0                
    B* €648.545 €648.545 €648.545 €648.545 €648.545

    * De uitkeringsvorm is nog onder voorbehoud van toetsing door het ministerie van BZK. In de Meicirculaire 2025 worden definitief de bedragen benoemd, de bovenstaande bedragen kunnen mogelijk iets worden bijgesteld. Bij de bedragen tot en met 2027 is rekening gehouden met afdracht voor het btw-compensatiefonds en verwerkt, na 2027 kan hier nog een nacalculatie op plaatsvinden. 

  • De middelen zijn bedoeld om samen slagkracht te maken en gezamenlijke dienstverlening te ontwikkelen met de partners in de regio. Hiermee kunnen ook de kaders ontwikkeld worden voor de regionale arbeidsmarktinfrastructuur en mogelijke knelpunten in de regionale samenwerking worden opgelost. Het is de bedoeling dat de netwerksamenwerking uitvoering geeft aan de plannen in de regionale meerjarenagenda. Over de besteding van het impulsbudget worden afspraken gemaakt in het Regionaal Beraad.

  • UWV organiseert de invulling hiervan in de arbeidsmarktregio, het bedrag wat landelijk beschikbaar is wordt gelijk verdeeld over de arbeidsmarktregio’s. Dit komt neer op ongeveer 1 fte per arbeidsmarktregio.

  • De partijen binnen het Regionaal Werkbedrijf (of een daaruit voortkomende of bestaande overlegtafels met deze partijen) kunnen, met daaraan toegevoegd het onderwijs en SBB, het gesprek over deze verdeling voeren. De basis voor het overleg staat er dus al.

  • De arbeidsmarktregio verantwoordt op dezelfde manier als bij elke andere decentralisatie-uitkering. De verantwoording is beperkt. De inzet van het impulsbudget wordt wel geëvalueerd wat in 2027 tot een besluit leidt. De vraag bij de evaluatie is of dit financieringsinstrument goed werkt en de doelen worden gehaald. Zijn de resultaten positief, dan blijft het Impulsbudget een decentralisatie-uitkering.

  • Nee, dit is financiering die via de desbetreffende organisaties verlopen. Afspraken over de hoogtes en inzet van middelen verloopt tussen het ministerie SZW en de desbetreffende organisaties. 

  • Ja, dat is mogelijk. Dit kan goed aansluiten op hoe dit nu ook al jaren in sommige regio’s georganiseerd wordt. 

  • Op een aantal onderdelen is wijziging van wetgeving nodig, in ieder geval van wet SUWI. Dit zijn een beperkt aantal wijzigingen. Het meeste wordt uitgewerkt in Besluit SUWI. Hierover vindt overleg en afstemming plaats met betrokken partijen. Ook wordt een internetconsultatie georganiseerd. De beoogde inwerkingtreding is 1 juli 2026.

  • Ja, op twee manieren. We gaan het beleid en de financiering evalueren. Ook gaan we, gekoppeld aan de Regionale Meerjarenagenda’s, monitoren en evalueren wat er in regio’s gebeurt.

  • Vooruitlopend op de wetgeving is er gelukkig al veel mogelijk, met enkele uitzonderingen. Tot de wettelijke inwerkingtreding is een transitieperiode voorzien, waarin we stap voor stap toewerken naar de nieuwe situatie.

    Regio's kunnen in deze periode al goed starten met de transitie. Zo kunnen zij de netwerksamenwerking opstarten door, vooruitlopend op de wettelijke verplichting, het Werkcentrum te openen en een overlegstructuur in de vorm van het Regionaal Beraad op te richten.

    Voor 2025 was al een transitiejaar voorzien. Deze transitieperiode wordt een halfjaar uitgebreid, zonder dat dit de implementatie van de hervorming in de weg staat.
    We blijven stap voor stap toewerken naar de nieuwe situatie. Er wordt een handreiking transitie gemaakt om regio's hierbij te ondersteunen.

  • Om mensen duidelijk te maken waar het Werkcentrum voor staat en waarvoor ze daar terecht kunnen, is er een landelijke communicatie en -merkstrategie ontwikkeld. In de Kamerbrief vind je de afspraken over de vorming van de Werkcentra. Om te zorgen dat meer werkzoekenden, werkenden en werkgevers de weg weten te vinden naar hun Werkcentrum is er één herkenbare uitstraling en eenduidige naam: Werkcentrum + naam arbeidsmarktregio.

  • Op 13 maart 2025 is de huisstijl gepresenteerd voor de Werkcentra. 
    Eerder zijn in een aantal arbeidsmarktregio’s pilots uitgerold die vanuit een tijdelijke huisstijlgids zijn gevisualiseerd (ontwikkeld door UWV voor de Werkcentra die al wilden starten). Met als doel om in ieder geval deze pilots een meer eenduidige uitstraling te geven. 

  • Ja, 13 maart 2025 is het logo en de bijbehorende huisstijl van het Werkcentrum gelanceerd. De huisstijl combineert een landelijke uitstraling met regionale flexibiliteit. Het logo blijft overal herkenbaar, terwijl regio’s kunnen kiezen uit drie kleurpaletten (paars, groen en rood) om hun eigen identiteit te benadrukken. 

  • De merkidentiteit en merkverhaal zijn, onder begeleiding van een communicatieadviesbureau, opgesteld door beleidsadviseurs en communicatieadviseurs van de verschillende organisaties die landelijk betrokken zijn bij het Werkcentrum. Daarnaast zijn de visuele uiting en boodschap getoetst bij de eindgebruikers van het Werkcentrum. Het logo en het verhaal zijn aangepast aan de wensen van de eindgebruikers. Alle afspraken rondom de huisstijl zijn terug te vinden in het huisstijlhandboek en de toepassingsrichtlijnen.

  • De Werkgroep communicatie bestaat uit communicatieadviseurs van UWV, VNG, MBO Raad, FNV/CNV, SBB, de Programmaraad/Samen voor de klant, ministerie van SZW en drie communicatieadviseurs vanuit de regio.

    De werkgroep is in eerste instantie een afspiegeling van de landelijke partijen die betrokken zijn bij de hervorming en deelnemen aan de Landelijke werkgroep en stuurgroep. Voor de Werkgroep communicatie is daarnaast gekozen voor deelname van de Programmaraad en van communicatieadviseurs vanuit de regio met als insteek dat elke ‘groep’ is vertegenwoordigd: regio’s die al als Werkcentrum actief zijn of dat bijna zijn, regio’s die in transitie zijn en regio’s die aan het begin staan. De insteek van de werkgroep is erop gericht dat alle belangen goed worden meegenomen.

  • Nee, alle netwerkpartners houden hun eigen huisstijl. Er komt een verdere uitwerking van de toepassing van de huisstijl van het Werkcentrum. Hierin worden ook (landelijke en regionale) richtlijnen opgenomen over het toepassen van de presentatie door de netwerkpartners.

  • De richtlijnen zijn opgenomen in het huisstijlhandboek en toepassingsrichtlijnen. 

  • De regio heeft via Samenvoordeklant.nl toegang tot huisstijlhandboek, toepassingsrichtlijnen, templates, fotografie en animatie. Het huisstijlhandboek bevat de vertaling van het merkverhaal naar een visuele identiteit, oftewel huisstijl. In het handboek staan de richtlijnen (inclusief voorbeelden) van het toepassen van de visuele identiteit: 

    • Logo
    • Kleurcodes
    • Kleuren
    • Lettertype en typografie
    • Woordgebruik en tone-of-voice
    • fotogebruik

    Communicatiespecialisten kunnen het huisstijlhandboek in combinatie met de andere documenten gebruiken als naslagwerk.
    De communicatiemiddelen zelf worden op dit moment ontsloten via Samenvoordeklant.nl. De pagina is beveiligd met een wachtwoord. Deze gegevens heeft de communicatieadviseur van het (te vormen) Werkcentrum ontvangen.

  • De ambitie is dat begin 2026 in elke regio één Werkcentrum actief is. In 2025, het transitiejaar, worden voorbereidingen getroffen om het Werkcentrum breed bekend te maken. Wanneer en in welke vorm, wordt dit jaar nader uitgewerkt.

    Naar de vorm wordt samen met de Landelijke Werkgroep communicatie gekeken. Uiteraard is dit afhankelijk van zaken als hoe de doelgroepen het beste kunnen worden bereikt, wat de belangrijkste boodschap moet zijn en de mogelijkheden die er zijn voor landelijke communicatie. 

  • Op Samenvoordeklant.nl is een pagina ingericht waar de documenten rondom de huisstijl zijn te vinden. Op deze pagina zijn het huisstijlhandboek, de toepassingsrichtlijnen, fotografie, animaties en templates beschikbaar.

    De logo-set kan opgevraagd worden door de centrumgemeente via postbusarbeidsmarktinfrastructuur@minszw.nl

    Daarnaast wordt via een vragenlijst de behoefte gepeild bij de regio’s voor wat betreft de communicatiemiddelen.

  • Voor de herkenbaarheid van de Werkcentra is de huisstijl verplicht. De huisstijl combineert daarom een landelijke uitstraling met de regionale flexibiliteit. Het logo blijft overal herkenbaar, terwijl regio’s kunnen kiezen uit drie kleurpaletten (paars, groen en rood) om hun eigen identiteit te benadrukken.

  • Ja, er mag een eigen beeldbank worden samengesteld. Er zijn foto’s beschikbaar gesteld die door de regio’s gebruikt kunnen worden. Uiteraard mogen er ook eigen beelden gebruikt worden. In het huisstijlhandboek zijn hiervoor foto richtlijnen opgesteld.

  • Bij alle foto’s heeft de regio een eigen keuze. Het is hierbij belangrijk om de richtlijnen te volgen die in het huisstijlhandboek staan beschreven.

  • Eind maart is een vragenlijst verstuurd naar de programmamanagers van de regio’s om te peilen welke behoefte er leeft. Op basis hiervan wordt een verdere planning gemaakt.

  • Eind maart is in de vragenlijst ook een vraag opgenomen over de behoefte voor advies rondom transitiecommunicatie. Als hier behoefte aan is, dan wordt het aangeboden.

  • Er is bewust gekozen voor een brede pay-off en merkverhaal zodat alle dienstverlening die het Werkcentrum biedt er in past.

  • De identiteitsfotografie bevat ook foto’s met de pointer in de kleuren van de regio’s.

  • Eind maart stuurde SZW een vragenlijst om te peilen bij de regio’s waar behoefte aan is. Het is goed om in deze vragenlijst de behoefte aan te geven.

  • Ja, sinds maart staat de tijdelijke, landelijke basiswebsite op Werkcentrum.nl live. De tijdelijke, landelijke basiswebsite is bedoeld als informatie- en doorverwijsplatform (een vindplaats) voor: werkzoekenden, werkenden en werkgevers. De landelijke website verwijst door naar de regionale websites.

    In de tweede helft van 2025 wordt deze tijdelijke website doorontwikkeld tot een definitieve, landelijke website. We onderzoeken op welke manier de landelijke website het beste aan de regionale websites gekoppeld kan worden, bijvoorbeeld op het gebied van vindbaarheid. Voor arbeidsmarktregio’s zonder eigen website wordt in dit traject een basisformat ontwikkeld.

  • De ontwikkeling van de definitieve website en het basisformat voor de regionale websites staan gepland voor de tweede helft van 2025.

    Vanaf maart 2025 start SZW samen met de werkgroep communicatie een verkenning om de wensen voor digitale dienstverlening van landelijke en regionale partijen in kaart te brengen. Deze verkenning wordt naar verwachting voor de zomer afgerond. We kunnen dan een betere inschatting maken over wanneer in 2025 de definitieve website en het basisformat voor de regionale websites verwacht kunnen worden.

    De ontwikkeltijd zal afhangen van de gevraagde functionaliteiten en complexiteit van de landelijke website en het basisformat voor de regionale websites. In de tussentijd is de tijdelijke basiswebsite op Werkcentrum.nl beschikbaar.

  • De tijdelijke, landelijke basiswebsite is bedoeld als informatie- en doorverwijsplatform (een vindplaats) voor: werkzoekenden, werkenden en werkgevers. De website bevat algemene informatie en biedt toegang tot regionale diensten door middel van verwijzingen naar de regionale websites.

  • Wijzigen kun je aan ons doorgeven via: postbusarbeidsmarktinfrastructuur@minszw.nl

  • Een regionale website is de website van een arbeidsmarktregio voor een Werkcentrum. Regio’s kunnen kiezen uit drie opties:

    1. Het behouden en uitbreiden van een bestaande regionale  website voor het Werkcentrum.
    2. Het ontwikkelen van een nieuwe regionale website voor het Werkcentrum.
    3. Het gebruiken van het basisformat voor een regionale website voor het Werkcentrum                      

    Voor de definitieve landelijke website onderzoeken we op welke manier de landelijke website het beste aan de regionale websites gekoppeld kan worden. Onderdeel van dit traject is de ontwikkeling van een basisformat voor een regionale website. Regio’s die geen eigen website willen ontwikkelen kunnen hier gebruik van maken.

    De functionaliteiten van het basisformat zijn nu nog niet bekend. Vanaf maart 2025 start SZW samen met de werkgroep communicatie een verkenning om de gewenste informatie en functionaliteiten in kaart te brengen. Hierbij wordt de behoefte opgehaald bij de regio’s.

  • In het huisstijlhandboek komen richtlijnen voor de regionale websites i.v.m. uniformiteit en herkenbaarheid. Deze worden in de zomer van 2025 verwacht. Het basisformat voor de regionale websites wordt conform dit handboek ingericht.

    Regio’s die een eigen website ontwikkelen vragen we de richtlijnen uit het huisstijlhandboek te volgen, bijvoorbeeld om de opmaak van de huisstijl van Werkcentrum.nl te hanteren. Daarnaast moeten regio’s rekening houden met de wettelijke toegankelijkheidsverplichtingen voor overheidswebsites (zie de WCAG richtlijnen).

    Zodra meer bekend is over de definitieve landelijke website worden ook afspraken gemaakt over zaken als de online vindbaarheid van de websites.

  • We vragen regio’s om uiterlijk aan het eind van 2025 een regionale website gereed te hebben in de huisstijl. Hiervoor komen richtlijnen in het huisstijlhandboek. Zo staat er een herkenbaar merk als we starten met de landelijke campagne begin 2026.

    Bij het opstellen van de richtlijnen zullen we rekening houden met de bestaande websites en halen we actief de behoefte op bij de regio’s. Het huisstijlhandboek wordt in de zomer van 2025 verwacht.

  • De ontwikkeling van de definitieve website inclusief een basisformat voor regionale websites staat gepland voor de tweede helft van 2025. Het basisformat stellen we beschikbaar voor regio’s die geen eigen website ontwikkelen. Vanaf maart 2025 start SZW samen met de werkgroep communicatie een verkenning om de behoefte op te halen van de landelijke en regionale partijen voor de functionaliteiten van dit basisformat.

    In de tussentijd is de tijdelijke basiswebsite op Werkcentrum.nl al beschikbaar. Regio’s zonder eigen website kunnen voorlopig op de basiswebsite gebruik maken van een regionale pagina. We verwachten dat deze regionale pagina’s op 1 mei live kunnen gaan.

    Deze tijdelijke pagina’s zullen  net als de basiswebsite wat beperkt zijn in functionaliteiten, maar bieden wel een online vindplaats voor elk Werkcentrum. Als je hier gebruik van wilt maken, kun je contact opnemen via postbusarbeidsmarktinfrasturctuur@minszw.nl

  • De landelijke website wordt gehost op het hoofddomein: Werkcentrum.nl. Een subdomein is een url (internetadres) die onder een hoofddomein hangt.

    • [naam arbeidsmarktregio].werkcentrum.nl is een subdomein van Werkcentrum.nl
      Bijvoorbeeld: haaglanden.werkcentrum.nl
    • Werkcentrum[naam arbeidsmarktregio].nl is een hoofddomein.
      Bijvoorbeeld: Werkcentrumhaaglanden.nl

    Alle websites van de regionale werkcentra kunnen op een subdomein onder de landelijke website of op een eigen hoofddomein worden ingericht. We onderzoeken voor de definitieve websites op welke manier alle Werkcentra websites het beste aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Daarvoor worden SEO-specialisten geraadpleegd.

    Alle hoofddomeinnamen voor de 35 regio’s zijn alvast geregistreerd. Deze domeinnamen zijn tijdelijk in beheer van de Rijksoverheid. Als je een eigen website wilt inrichten kun je alvast zo’n hoofddomein aanvragen. Voor vragen en/of een verhuiscode kan je contact opnemen met Hans van der Lee: avdlee@minszw.nl of onze postbus: postbusarbeidsmarktinfrasturctuur@minszw.nl

  • Bij de ontwikkeling van de definitieve landelijke website wordt ook een basisformat voor de regionale websites ontwikkeld. Het ontwikkelde format wordt opgesteld in samenwerking met de regio’s en stellen we gratis beschikbaar. Over overige kosten voor het gebruik/beheer zullen we mogelijk nog afspraken met elkaar over moeten maken. Daarvoor beschikken we nu nog niet over voldoende informatie.

    Regio’s die een eigen website ontwikkelen dragen die kosten zelf. Arbeidsmarktregio’s kunnen daarvoor bijvoorbeeld het communicatiebudget inzetten dat zij van SZW ontvangen.

  • De websites van het LWL, RMT en WSP komen (op termijn) te vervallen. Vanaf maart 2025 start SZW samen met de werkgroep communicatie een verkenning om de behoefte van de landelijke en regionale partijen op te halen. Er wordt hierbij gekeken naar de informatie en functionaliteiten van bestaande websites. We onderzoeken samen hoe de definitieve  landelijke website het beste ingericht kan worden.     

    • Per 13 maart staat de tijdelijke landelijke basiswebsite op www.werkcentrum.nl live.
    • Per 1 mei zijn tijdelijke regionale pagina’s beschikbaar op de landelijke basiswebsite (voor regio’s die daar gebruik van willen maken).
    • In juni 2025 verwachten we een met regio’s en landelijke partners afgestemde opdracht voor de definitieve landelijke website en het basisformat voor de regio’s.
    • In de zomer 2025 kunnen we meer informatie geven over het tijdpad van de definitieve landelijke website en het basisformat voor de regionale websites. De ontwikkeling hiervan vindt plaats in de tweede helft van 2025.
    • In de zomer van 2025 worden de richtlijnen voor regionale websites in het huisstijlhandboek uitgewerkt.
    • We vragen regio’s om uiterlijk aan het eind van 2025 een regionale website gereed te hebben in de huisstijl.

    De bovenstaande planning is onder voorbehoud. We streven ernaar iedereen goed te informeren over ontwikkelingen en te betrekken gedurende het proces.

  • Bij de accounthouder van SZW voor jouw regio. Je kunt een vraag of opmerking aan ons doorgeven via het mailadres Postbusarbeidsmarktinfrastructuur@minszw.nl. Dan zorgen wij ervoor dat de vraag bij de juiste persoon terechtkomt en wordt beantwoord.