Het ministerie van VWS is niet genoemd in de samenwerking. Waarom niet, gezien het belang van werk voor mensen met psychische klachten?
Voor verschillende doelgroepen worden verschillende arrangementen afgesproken, zoals de IPS-regeling voor mensen met een achtergrond in de psychiatrie. Daarbij zijn ook verschillende soorten organisaties betrokken, zoals in dit geval de geestelijke gezondheidszorg. Het is niet de bedoeling om al deze organisaties in één arbeidsmarktinfrastructuur op te nemen, want dan loopt het systeem vast. Wij willen wel kijken of we organisaties meer bij elkaar kunnen brengen. Wat dat betreft zijn de regionale verbinders statushouders een goed voorbeeld.
De indeling van de 35 arbeidsmarktregio’s komt niet overeen met de indeling van de regio’s in het Integraal Zorgakkoord. Hoe kijken jullie tegen zoiets aan?
Het is niet onze bedoeling om alle indelingen in regio’s te harmoniseren. Het zou ook niet mogelijk zijn omdat er te veel historie is. Wij zijn wel aan het kijken of we themagroepen kunnen koppelen aan het landelijk en regionaal beraad, om zo een betere verbinding te leggen. We verwachten dat daarbij grote stappen gezet kunnen worden.
In het Regionaal Werkcentrum (RWC) worden het Leerwerkloket, het regionaal mobiliteitsteam en het regionaal WerkgeversServicepunt opgenomen. Zij hebben echter alle 3 geen juridische entiteit. Hoe zit het dan met UWV, gemeenten en sociaal ontwikkelbedrijven die ook aan het RWC meedoen?
Allereerst: het WSP is een wettelijk geregelde entiteit, al het is het geen eigen rechtspersoon, en ook het RMT heeft een wettelijke grondslag. Maar in antwoord op de vraag: de samenwerking is en blijft een netwerksamenwerking. De partners hebben ieder een eigen identiteit. Zij houden dus een eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid en eigen taken.
Hoe gaan we de samenwerking in het Regionaal Werkcentrum beter maken, met misschien wat minder middelen?
Om een misverstand te voorkomen: er komen middelen bij, al is het niet heel veel. Het organiseren van het Regionaal Werkcentrum en de publiek-private samenwerking wordt een opdracht van UWV en gemeenten in de regio, net zoals bij het WSP al het geval is. Dat is soms een beetje ingewikkeld. In verschillende regio’s heeft het vrij lang geduurd voordat de samenwerking in het WSP handen en voeten kreeg. Maar als het lukt, kunnen partijen samen echt meters maken. Dit hebben we ook voor ogen bij het RWC.
Op zich zijn verschillen tussen regio’s begrijpelijk maar landelijke werkgevers worden er stapelgek van. Hoe kan er meer lijn komen in onder meer regelingen en toegangen? Draagt de hervorming hieraan bij?
Dat is wel de bedoeling. Voor landelijke werkgevers en landelijke organisaties als UWV werkt het niet om met de 35 arbeidsmarktregio’s telkens andere afspraken te maken. Het wordt wel een van de dilemma’s bij het opstellen van een regionale meerjarenagenda. Er worden landelijke kaders vastgesteld maar gemeenten zullen denken: wat past het beste voor mijn eigen gemeente? We streven naar meer vergelijkbaarheid maar we gaan dit niet in één keer oplossen.