Overslaan en naar de inhoud gaan

Het geheim van West-Friesland om kwetsbare jongeren aan werk te helpen

10 juli 2025

Als iemand weet hoe je kwetsbare jongeren hun plek laat vinden in de maatschappij is het wel Peer Scheepers, netwerk-coördinator VSO/PRO Noord-Holland Noord. De laatste 30 jaar zette hij zich daar in allerlei functies voor in. Nu hij bijna met pensioen is, blikt hij terug. ‘Ik kan wel eens een drammer zijn als onze zwakste leerlingen de minste kansen krijgen.’

‘In 2014 stonden enkele oud-leerlingen van de praktijkschool elke avond voor het nieuwe gemeentehuis van Stede Broec jointjes te roken’, vertelt Peer Scheepers. ‘Ik ging als stagecoördinator met mijn toenmalige schooldirecteur naar de gemeente: zouden wij deze jongens naar werk kunnen leiden? We kenden die jongeren en gingen naar hun ouders, die ze op hun lazer gaven. Een paar weken later waren ze aan het werk.’

Peer Scheepers
Peer Scheepers

Het krediet dat Scheepers zo opbouwde was het vliegwiel voor arbeidstoeleidingsorganisatie ZOWh@t. Bij de invoering van de Participatiewet begeleidde die met geld van de 7 Westfriese gemeenten jongeren naar werk, een opleiding of dagbesteding. Eerst alleen jongeren uit het speciaal en praktijkonderwijs, later alle kwetsbare jongeren tot 27.

Het gaat om het idee, niet om het geld

Dit verhaal illustreert volgens Scheepers de nuchtere manier van werken in West-Friesland. ‘We gaan hier niet uit van grote plannen of beleidsmatige en bestuurlijke afstemming. Hier is het: eerst zien dan geloven. Mensen krijgen genoeg ruimte en vertrouwen om iets uit te proberen. Er wordt kritisch naar gekeken en als je resultaat laat zien, gaan bestuurders en beleidsmensen zoeken naar structurele inbedding.’ Scheepers benadrukt dat het gaat om het idee en niet om de financiering. Mensen zitten te wachten op een goed idee, op iets wat werkt

Te grote broek

3,5 jaar geleden zocht de regio een netwerkcoördinator VSO/PRO. ‘Toen heb ik mijn hand opgestoken’, zegt Scheepers. ‘Eigenlijk deed ik dat werk al. Met ZOWh@t zat ik al aan beleidsmatige en stuurgroeptafels.’ Helemaal vanuit het niets begon Scheepers niet. ‘We hebben hier in Noord-Holland-Noord al ruim 20 jaar het Stagecoördinatoroverleg Regio 8a. Daar kon ik op voortborduren.’

Scheepers merkte dat hij in eerste instantie ‘een te grote broek had aangetrokken’ als netwerkcoördinator van de hele regio boven het Noorzeekanaal: ’Als je te veel scholen onder je hebt, heb je alleen tijd om te praten met de directeur en de stagecoördinator. Het langsgaan bij scholen en vragen naar knelpunten schoot erbij in. Daarom beperkte hij zich de laatste 2 jaar tot Noord-Kennemerland, West-Friesland en Den Helder.

Schril contrast

Mede door de inzet van Scheepers is in Noord-Holland Noord het netwerk rondom VSO/PRO, werk en inkomen en het doorstroompunt prima geregeld. Er zijn vaste afspraken en de route arbeid per regio staat op papier. Verder hebben de regionale sociale ontwikkelingsbedrijven gezorgd dat de verplichte beschutte werkplekken er kwamen. 

Scheepers merkte dat dit niet overal zo goed liep. ‘Het probleem is dat een gemeente niet verplicht is beschut werk aan te bieden wanneer er geen aanvragen voor zijn. Maar in die gemeentes weet men: we kunnen het wel aanvragen, maar er is toch geen voorziening. 50% van alle gemeentes in Nederland haalt het quota aan beschutte werkplekken niet.’ Ook zag hij de laatste 10 jaar door verschillende ontwikkelingen dat er geen geld meer was voor stages in de dagbesteding. Sommige gemeenten dachten mee als hij buiten de lijntjes wilde kleuren en andere totaal niet.

Ik hou van cijfers

Hij legde zich er niet bij neer. ‘Ik kan wel eens een drammer zijn als onze zwakste leerlingen de minste kansen krijgen. Ook omdat ik te maken kreeg met bestuurders met beleidsmedewerkers die eigenlijk niet wisten waar ze het over hadden.’ Samen met de landelijke VSO/PRO-coördinatoren zette hij daarom 2 landelijke enquêtes over beschut werk en dagbesteding uit onder alle scholen. 

Door de resultaten te publiceren en te presenteren aan de sectorraden GO en Praktijkonderwijs, moesten gemeenten met de billen bloot. Verder legden veel netwerkcoördinatoren zich neer bij de verre van ideale situatie. ‘Daarom heb ik in 2023 op de Dag van het Praktijkonderwijs een lezing gehouden. Over de ontwikkeling van de wet- en regelgeving, de cijfers, maar ook de verplichtingen die in die wetten staan en die de gemeentes gewoon niet nakomen.’ We zijn als netwerkcoördinatoren uitgenodigd bij SZ&W om mee te denken over de aanpassingen die er binnenkort aan komen.

Kennisbron

Scheepers heeft een begin gemaakt met een landelijke database over het onderwerp speciaal en praktijkonderwijs en werk. ‘Niet alleen de laatste onderzoeken of rapportages, maar ook de ontstaansgeschiedenis sinds de Participatiewet en de gevolgen en evaluaties van die wet. Ook om te voorkomen dat mensen met steeds weer met dezelfde ideeën komen die al uitgeprobeerd zijn. Die kennis komt in ieder geval beschikbaar voor alle netwerkcoördinatoren.’

Focus niet op diploma’s

Hoe kijkt Scheepers naar de toegenomen uitval in het mbo? ‘Het gros van de vsv-problematiek is afkomstig uit het mbo. Het mbo is daar zowel slachtoffer als veroorzaker van. Door de drempelloze instroom landen alle hoofdpijndossiers uit het reguliere onderwijs in het mbo. Maar het mbo heeft zich te veel gefocust op diploma’s en minder op het voorbereiden op, of toeleiden naar een beroep. Ik hoop dat daar met de toegenomen financiering van loopbaanbegeleiding in de nieuwe wet ‘van school naar duurzaam werk’ verandering in komt.’

Ook in dit opzicht is zijn regio in het voordeel. Het Doorstroompunt (RMC) werkt er al sinds 15 jaar voor jongeren tot 27 jaar. Daarvoor zitten de collega’s van het Doorstroompunt en Werk & Inkomen samen in het Jongerenstartpunt. Aangevuld met collega’s van het WSP. Dat maakt de aanpak minder onderwijs gecentreerd, want jongeren van 23 zijn klaar met het onderwijsproces.

Praktijkleren

Scheepers is dan ook een groot voorstander van flexibel leren en praktijkleren. Hij zou graag zien dat het een grotere vlucht neemt. ‘Men denkt nog te veel vanuit het eigen onderwijsconcept en niet vanuit het maatwerk voor jongeren. Het mbo is ook erg top-down georganiseerd. Dat maakt mensen huiverig om iets nieuws te organiseren.

Hoe moet het dan wel? ‘Hier knippen we met sociaal opleidingsinstituut Orgb ieder kwalificatieproces in 10 stukjes als dat bij een jongeren en een werkgever past. We bieden gewoon alle entree- en niveau 2 opleidingen aan. We hebben al 5 oud-leerlingen als vrachtwagenchauffeur rondrijden. Er zijn meiden in de zorg aan het werk, in de kinderopvang, in de horeca. Nu gaan we het een stap verder brengen. We starten een pilot praktijkleren op voor jongeren die nog op school zitten maar daar niet in staat zijn om vakken als rekenen, burgerschap of Engels te halen.’

Samenwerking is de sleutel

Dat brengt het gesprek op de toekomst. Denkt Scheepers dat de nieuwe wet Van School Naar Duurzaam Werk gaat helpen bij projecten als praktijkleren? ‘Wetten helpen niet bij dit soort projecten. Die moet je gewoon gaan starten. Wel zal de nieuwe wet lichtelijk dwingen om te gaan samenwerken. En samenwerking is de sleutel om de wet tot een succes te maken.’ 

Mensen vinden volgens Scheepers de eigen organisatie vaak te belangrijk. Zo is in Alkmaar nauwelijks samenwerking tussen Doorstroompunt en gemeente. In West-Friesland zitten alle partijen op dezelfde locatie waar jongeren met welke hulpvraag dan ook terechtkunnen. En dan ga je achter je bureau wel kijken wie een jongen oppakt. Het risico is volgens Scheepers wel dat de gemeentes, vooral de centrumgemeentes lokaal maatwerk  zo ruim invullen dat er niet zoveel concreet gaat veranderen.

Uitval in vmbo en havo

Scheepers ziet dat er ook in West-Friesland nog werk aan de winkel is. ‘We krijgen nu te maken met de wet van de remmende voorsprong. We boeken goede resultaten, dus vinden dat we achterover kunnen leunen. Terwijl uit een analyse van adviesbureau LPBL toch een paar kritische noten kwamen. Er vallen steeds meer jongeren uit op het vmbo en op de havo. Die gaan naar het entreeonderwijs. Het is de kunst om binnen de nieuwe regionale aanpak voor die groep zaken voor elkaar te krijgen. Zonder het speciaal en praktijkonderwijs te vergeten natuurlijk.’

Peer Scheepers met een van zijn opvolgers, Mieke Pelger
Peer Scheepers met een van zijn opvolgers, Mieke Pelger

Blijf in gesprek

Dat gaat Scheepers zelf niet meer doen. Hij gaat later dit jaar met pensioen. Het is tekenend voor zijn werkkracht dat hij maar liefst 2 opvolgers krijgt. ‘Die ben ik sinds een jaar aan het inwerken. In januari verbrijzelde ik mijn pols en die 2 meiden pakten alles gewoon op. Veel werk krijg ik niet meer terug.’ 

Heeft hij nog een advies aan collega’s? ‘Mensen zijn tegenwoordig te gefocust op mail en digitaal. En dat haalt de menselijke maat er een beetje uit, ze gaan vallen over punten en komma’s. Blijf gewoon veel koffie met elkaar drinken. Blijf met elkaar in gesprek en niet noodzakelijk alleen maar over je werk. De beste resultaten haal ik altijd een kwartier voordat de vergadering begint. Even hallo zeggen, even wat dingen kortsluiten.’