Laagdrempelig en herkenbaar
Het concept voor de campagne is ontwikkeld door Havas Lemz. Het Amsterdamse creatief bureau borduurt daarbij voort op de in maart gelanceerde huisstijl van het Werkcentrum. De campagne is ontworpen om zowel landelijk als regionaal in te zetten.
De landelijke communicatiewerkgroep met daarin vertegenwoordigers vanuit de arbeidsmarktregio’s heeft een stevige vinger in de pap. “We hebben goed gekeken naar wat we met de campagne willen bereiken”, zegt Ingrid Hogervorst, communicatieadviseur van Werkplein Twente. “We vinden het erg belangrijk dat de campagne laagdrempelig en herkenbaar is.”
Dit is gelukt, blijkt uit pretesten onder de drie doelgroepen van het Werkcentrum. “Vooral bij werkenden en werkzoekenden is de eerste opzet van de campagne goed geland. Zij hebben het idee dat het Werkcentrum zeer toegankelijk is en dat er niets moet. Ze kunnen gewoon binnenstappen.” Bij werkgevers is het minder duidelijk wat het Werkcentrum voor hen kan betekenen. Daar is nog een slag te slaan bij het concept.”
Ingrid benadrukt het belang van de campagne voor de arbeidsmarktregio’s. “Hiermee wordt het Werkcentrum landelijk echt op de kaart gezet, maar het is ook belangrijk om onze thema’s in de regio onder de aandacht te brengen. Zo kun je de campagne je eigen maken.”
Zorgen voor bekendheid en beweging
Het statement ‘We beginnen bij jouw vraag’ is de centrale gedachte achter de campagne, aldus Michiel Cox (strategisch directeur) en Merien Kunst (creatief directeur) van Havas Lemz. “Het is zaak om focus te houden en niet te veel te willen vertellen. Daarom kiezen we voor één duidelijke boodschap.”
De campagne moet zorgen voor bekendheid en voor beweging, zowel bij de doelgroepen als bij de samenwerkende partners. Michiel: “We willen ervoor zorgen dat op het moment dat het Werkcentrum overal beschikbaar is, mensen ook begrijpen wat het Werkcentrum is en de stap ernaartoe weten te zetten. Omdat het gaat om verschillende doelgroepen met verschillende belevingswerelden en verschillende redenen om hulp te vragen, is er een campagne nodig die flexibiliteit kan bieden.”
De basis is:
- Weten: Ik ben me ervan bewust dat het Werkcentrum bestaat.
- Denken: het Werkcentrum is het centrale punt voor vragen over werk.
- Doen: bij vragen over werk ga ik naar mijn regionale Werkcentrum of de website.
Overal kansen
Toegankelijkheid voor alle doelgroepen staat voorop, geeft Michiel aan. “We gaan van beleidstaal naar mensentaal. We spreken zoals mensen dat doen; persoonlijk en direct, zonder jargon en abstracties. Wij willen met de campagne uitstralen dat we mensen en mogelijkheden verbinden, vindingrijk zijn en overal kansen zien.”
Er worden enkele voorbeelden van posters met beelden van mensen getoond. Daarop staan kernachtige vragen als: hoe vind ik werk waar ik blij van word? Welke baan past bij mij? Hoe kan ik me laten omscholen? En voor de werkgever: waar vind ik HR-advies? Welke subsidies kan ik krijgen?
“We spreken mensen direct aan met echte vragen en door vergelijkbare mensen uit de doelgroep in de spotlight te zetten”, licht Merien toe. “Zo presenteren we het Werkcentrum niet als een saai loket, maar juist als een plek waar je op een menselijke manier te woord wordt gestaan en verder wordt geholpen.”
Gemakkelijk inhaken door regio
Door het flexibele karakter van de campagne kan de regio er gemakkelijk op inhaken. Merien geeft een voorbeeld van een slagzin voor Amersfoort: voor werkvragen over je bijbaantje bij Dikke Dirck. “Dit is het bekendste café in de stad. Door op deze manier te communiceren voelt het gelijk alsof je echt door lokale mensen wordt geholpen.” Wel een voorbehoud: “Alle beelden en vragen zijn niet definitief, want we ontwikkelen de campagne nog verder.”
De campagne voor het Werkcentrum wordt waarschijnlijk in het eerste kwartaal van 2026 gehouden en gaat 2 à 3 weken duren. Het precieze moment hangt af van diverse factoren. Zoals: wanneer zijn de regio’s er klaar voor? Op welk moment kan gunstig mediaruimte worden ingekocht? En ook niet onbelangrijk: wat vindt de minister ervan?
Een deelnemer vraagt welke media worden ingezet. Gaat het ook om televisie en radio? Dat wordt nog bepaald, reageert Jikke Kuipers, senior communicatieadviseur bij SZW. “We zijn op dit moment in gesprek met mediabureau Initiative om media te zoeken bij de nu gepresenteerde campagne. Het bureau maakt een mediastrategie. Daarbij zal zeker worden gekeken naar wat er mogelijk is op tv en radio en natuurlijk online.”