Overslaan en naar de inhoud gaan

Rijnmond stelt wensen werkgever centraal bij praktijkleren

Gepubliceerd op 30 juni 2020

De regio Rijnmond is drukdoende met trajecten waarmee werkzoekenden een praktijkverklaring kunnen behalen. Deze trajecten worden ingericht aan de hand van de wensen van werkgevers.

“Mensen kunnen zich door de praktijkverklaring met kleinere stappen duurzaam ontwikkelen. Zo’n oplossing ontbrak eerder.” De coronapandemie mag dan tijdelijk roet in het eten gooien, maar dat heeft het enthousiasme van Eric van der Westerlaken over de trajecten richting een praktijkverklaring niet getemperd. Ook Celeste Kamp is er blij mee. “Hierdoor is maatwerk mogelijk. We gaan toe naar partnerschappen met scholen en bedrijven. Het certificaat is daarbij een waarborg voor kwaliteit.”

Van der Westerlaken is projectleider bij Stroomopwaarts, het participatiebedrijf van de gemeenten Maassluis, Schiedam en Vlaardingen, en Kamp is adviseur Werk & Ontwikkeling bij Voorne-Putten Werkt, het leerwerkbedrijf van de gemeente Nissewaard voor de eilanden Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee. Zij zijn in de arbeidsmarktregio Rijnmond de trekkers van de pilot voor praktijkleren met een praktijkverklaring in het mbo
 

Tips

  • Laat de werkgever aangeven welke werknemers- en basisvakvaardigheden hij zoekt. 
  • Vertaal de wensen van de werkgever door naar werkprocessen in het kwalificatiedossier.
  • Verzorg in eigen huis een voortraject om de werkgever te ontlasten.
  • Hanteer binnen de regio een uniforme werkwijze voor praktijkleren met een praktijkverklaring.
  • Streef naar een uitgebreid aanbod van leerlijnen in de regio.
  • Zorg ervoor dat iedereen binnen de eigen organisatie de waarde van de praktijkverklaring begrijpt.

Voor werkgevers herkenbaar getuigschrift

De praktijkverklaring is een voor werkgevers herkenbaar getuigschrift waarmee in de praktijk opgedane kennis en vaardigheden inzichtelijk wordt gemaakt. Trajecten die hiermee eindigen, zijn volgens Van der Westerlaken een uitkomst voor werkzoekenden zonder startkwalificatie voor wie een mbo-opleiding – in ieder geval voorlopig – niet haalbaar is. “Zij leren op deze manier vakvaardigheden aan. Kandidaten vinden het fijn dat ze echt bij een ontwikkelingsbedrijf zitten.”

Ook werkgevers en mbo-instellingen hebben er veel baat bij. “Ondernemers zijn blij omdat zij handjes nodig hebben”, zegt Van der Westerlaken. “Scholen zien de praktijkverklaring als een mooie opstap naar een volgend niveau. Mensen krijgen hierdoor meer zelfvertrouwen en gaan later misschien wel een mbo-opleiding volgen.”

Leeftijd doet er niet toe; van schoolverlaters tot zestigplussers kunnen meedoen. Kamp: “Momenteel richten wij ons vooral op werkzoekenden die onder de Participatiewet vallen. We willen het ontwikkelaanbod ook passend maken voor andere doelgroepen. Onder meer voor de SW-doelgroep, die nooit een mbo-diploma zal halen maar wel al heeft laten zien over vakvaardigheden te beschikken.”

Vaardigheden aangegeven door werkgever

De wensen van de werkgever staan centraal in de praktijkleertrajecten, aldus Van der Westerlaken. “Dat is een sterk punt van onze pilot. De werkgever geeft aan welke werknemers- en basisvakvaardigheden hij zoekt. Deze vertalen we dan door naar werkprocessen in het kwalificatiedossier van het mbo.” 

Dit voorkomt volgens Kamp een mismatch op de arbeidsmarkt. “De vraag vanuit de markt en het aanbod van werkzoekenden sluiten nu onvoldoende op elkaar aan. Door praktijkleren in te zetten kunnen wij maatwerk aan werkgevers en kandidaten leveren.  We verzorgen eerst een voortraject in eigen huis om de werkgever te ontlasten. Hierbij gaat het om werknemersvaardigheden en een stukje vaktheorie en vakvaardigheden.” 

Daarna kan de werkgever verder aan de slag met de vakvaardigheden. De werkgever toetst of een kandidaat voldoet aan de eisen in het kwalificatiedossier. “Het traject duurt meestal tussen de twee en zes maanden”, zegt Kamp. “De duur hangt af van de leerbaarheid van de kandidaat.”

Streven naar uitgebreid aanbod van leerlijnen

Zowel Stroomopwaarts als Voorne-Putten Werkt biedt op het ogenblik zes leerlijnen aan. Ze richten zich niet allemaal op dezelfde branches en dat is ook niet de bedoeling. Van der Westerlaken: “Wij willen binnen de regio toe naar een uitgebreid aanbod van verschillende leerlijnen. Daardoor kan iedereen iets van zijn gading vinden. Een kandidaat van Stroomopwaarts kan dan bijvoorbeeld deelnemen aan een voor hem aantrekkelijke leerlijn op Voorne-Putten en vice versa.”

Dit is mogelijk omdat in Rijnmond een uniform proces voor praktijkleren wordt gehanteerd. Een kernteam van de clusterpartners zorgt hiervoor. “De regio bestaat uit zes clustergemeenten”, legt Kamp uit. “Deze zijn allemaal aangesloten. Verder doen onder meer UWV, SBB, de leerwerkloketten en de mbo-instellingen mee. Deze partijen denken mee over de opzet, de kwaliteit en het proces.”

Domper door coronacrisis

Voorne-Putten Werkt reikte in november 2019 voor het eerst een praktijkverklaring uit. Het ging om een leuk traject in de horeca, vertelt Kamp. “De jongen deed eerder met tegenzin productiewerk in een andere leerlijn. Eenmaal overgestapt naar de leerlijn horeca bloeide hij helemaal op; we leerden een heel andere kandidaat kennen. Hij volgde een ontwikkeltraject van drie maanden binnen een horecabedrijf en kreeg na afloop een jaarcontract.” 

En toen kondigde het kabinet met ingang van 15 maart strenge coronamaatregelen aan. In alle leerlijnen waren op dat moment kandidaten gestart, vertelt Kamp. “Er was zelfs een wachtlijst, maar helaas konden wij niet doorpakken. We moesten onze leerlijnen tijdelijk stilleggen.” Daardoor is het op Voorne-Putten vooralsnog bij één praktijkverklaring gebleven. Inmiddels worden de leerlijnen weer langzaam opgestart. Kamp: “Vanaf begin juli zijn er kleine klasjes in de leerlijnen schoonmaak, groen, chauffeurs en logistiek. We zijn aan het kijken of we een deel van het voortraject digitaal kunnen organiseren.”

Stroomopwaarts heeft praktijkleren ondergebracht in het eigen Opleidingshuis. De officiële start hiervan op 5 maart 2020 werd opgeluisterd met het uitdelen van de eerste twee praktijkverklaringen. Ook waren toen meer dan 25 mensen bezig met een voortraject. “Wij moesten hen een week later naar huis sturen”, zegt Van der Westerlaken. “We gaan hun trajecten nu opnieuw opstarten. Dat doen we vanaf het begin, want de deelnemers moeten waarschijnlijk weer helemaal in het ritme komen.” 

Eigen organisatie succesvoorwaarde

De structurele doelstelling voor Rijnmond is honderdvijftig praktijkverklaringen per jaar. Ondanks de economische gevolgen van de coronacrisis is Van der Westerlaken optimistisch gestemd. “Dat doel moeten we als regio over een aantal jaar zeker kunnen halen.”
Kamp wijst nog op een belangrijke succesvoorwaarde: de implementatie van praktijkleren begint bij de eigen organisatie. “Als het proces stagneert, ligt het probleem vaak intern. Je moet met elkaar begrijpen waarom je het doet. Leer daarbij van andere regio’s. Iedereen is welkom om bij ons te komen kijken!”

Celeste Kamp en Eric van der Westerlaken