Intensief bestuurlijk traject
De arbeidsmarktregio besloot een publiek-private samenwerking aan te gaan met UWV, VNO-NCW en FNV en uitzendbureaus: Regionaal Werkcentrum (RWC) Groot-Amsterdam. Daar ging een bestuurlijk traject aan vooraf, dat vooral vanwege de spanning tussen het regionale vraagstuk en bestaande programma’s in gemeenten vrij intensief was. “Wethouders vroegen zich af hoeveel invloed ze op het RWC hebben en in hoeverre het hun eigen lokale activiteiten zou doorkruisen. Daar hebben we veel bijeenkomsten aan gewijd.”
Werknemers bereiken via werkgevers
Juni 2020 ging het RWC van start met Corien Taatgen als programmamanager. Zij ging met een publiek-privaat team van accountmanagers aan de slag om bedrijven te benaderen. Het RWC is er in de eerste plaats voor met werkloosheid bedreigde werknemers, maar de strategie is om die te bereiken via werkgevers. Daarom wilde het RWC de dienstverlening snel kenbaar maken bij zoveel mogelijk bedrijven.
Matchen op skills
“Oorspronkelijk was het doel alleen werkgevers aan elkaar te koppelen voor personeelsuitwisseling”, vertelt Taatgen, “Maar bedrijven vonden het lastig om daarover in gesprek te gaan. Daarom bieden we nu ook matching en bemiddeling aan. Zo breiden we onze dienstverlening steeds verder uit. Er is nu ook een tool om op skills te matchen: HalloWerk Naar Werk.” Inmiddels werkt het RWC ook samen met de regionale mobiliteitsteams die zich op de werknemers richten.
Mooie matches
Overcapaciteit was er vooral bij Schiphol en in de hospitality- en cultuursector, zo bleek. Vacatures waren heel divers. Op Schiphol namen bedrijven elkaars werknemers over, al dan niet tijdelijk. Zo hebben enkele mensen de overstap gemaakt van een bagage-afhandelaar naar de e-commerce. Anderen gingen tijdelijk bij Flora Holland werken. Ook zijn er voorbeelden van werknemers die de cultuursector verruilden voor de zorg.
Vermolen en Taatgen noemen ook het Tozo-taxi-project. Veel taxichauffeurs zijn zich aan het omscholen omdat ze beseffen dat het werk niet meer terugkomt op het oude niveau.
Ander deel van de markt
Hoe verhoudt de van-werk-naar-werk-dienstverlening zich tot die van het WSP? Taatgen antwoordt dat het RWC een breder bereik heeft omdat het bedrijven een helpende hand biedt, ook bij overschot. Het spreekt ook een ander deel van de markt aan. “Bij dat nieuwe deel brengen we nu de WSP- dienstverlening onder de aandacht. Ook delen we veel vacatures met het WSP.”
Concurrentie
Vermolen geeft toe dat de concurrentiepositie van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt verslechtert nu er veel mensen met recente werkervaring op de arbeidsmarkt komen. “Aan de andere kant kunnen ze ook profiteren van het netwerk en scholingsmogelijkheden van het RWC. Op dit moment is het nu eenmaal slimmer om te zorgen dat er niet meer langdurig werklozen bijkomen. Dan kan er na de crisis weer meer geïnvesteerd worden in mensen met afstand tot de arbeidsmarkt.”
Resultaten
Medio maart 2021 heeft het RWC meer dan 1.000 bedrijven benaderd en zijn er tussen werkgevers ruim 200 verbindingen gemaakt. Daarnaast zet het RWC interventies in die medewerkers helpen aan de slag te blijven. Alle inspanningen hebben inmiddels geleid tot meer dan 120 plaatsingen. Daarnaast is het RWC druk bezig mensen in een andere sector aan het werk te helpen via loopbaanpaden.
Vermolen: “De aantallen zijn nog niet overweldigend. Dat komt doordat veel werkgevers en werknemers dankzij het Steun- en Herstelpakket en hoopgevende berichten over vaccinaties nog in de wachtstand staan. Ze denken word ik wel werkeloos? Heb ik mijn mensen nog nodig? Maar alle prognoses zeggen dat de ontslagen er vroeger of later gaat komen.”
Goede infrastructuur
De winst zit dus voorlopig vooral in de infrastructuur. Die is al helemaal ingericht. Zo wilde de arbeidsmarktregio al langer samenwerken met het onderwijs. Dat is in elk geval voor het mbo al gelukt, en het hbo en private opleiders volgen nog. Het RWC hoopt verder dat er nog meer private dienstverleners aansluiten om hun diensten aan te bieden aan werkgevers en werknemers. Hoewel het RWC is begonnen als crisisaanpak, biedt de opgebouwde structuur volgens Vermolen ook kansen voor de langere termijn: “Ik verwacht dat publiek-private samenwerking rond mobiliteit en scholing niet meer weg te denken is.”