Overslaan en naar de inhoud gaan

Nieuwkomers krijgen taalles en zorgopleiding ineen in Utrecht

Gepubliceerd op 08 maart 2023

Werkzoekenden die in de zorg willen werken maar het Nederlands nog niet onder de knie hebben, krijgen in Utrecht een opleiding waarin taal en vakkennis gelijk op gaan. De gemeente Utrecht, taalinstituut NCB en zorgorganisatie Zorgwacht sloegen daarvoor de handen ineen. Ze zijn tevreden over de eerste resultaten.

Mensen die nieuw in Nederland komen wonen en nog geen Nederlands kunnen, beginnen doorgaans met taalles. Eigenlijk zonde van de tijd om niet meteen ook een vakopleiding aan te bieden. Drie Utrechtse partijen intensiveerden daarom hun samenwerking: gemeente, zorgorganisatie en taalinstituut.

Het initiatief voor de gecombineerde opleiding kwam van de gemeente, vertelt Erica Swaters, beleidsontwikkelaar re-integratie. ‘We wilden intensiever betrokken zijn bij de belangrijkste doelgroep voor dit project: statushouders. Gewoonlijk gaan mensen eerst inburgeren en krijgen dan de vraag: welk werk wil je doen? Het is effectiever om de taal van een beroep meteen in de taalcursus mee te nemen. We hebben combitrajecten opgezet voor de zorg, de horeca en de logistiek. Met name in de zorg en de horeca blijkt dat een effectieve aanpak.’

Sirin Akel is als projectmanager van taalinstituut NCB betrokken bij het traject, dat inmiddels voor de vierde groep is georganiseerd. ‘Mensen hebben meestal al een idee van het werk dat ze willen doen. Als je dat beroep meeneemt in de taalles krijgen mensen meteen het gevoel dat ze aan hun toekomst werken. Ze krijgen ook inzicht in de soorten opleidingen en banen die er in dat vakgebied zijn.’

Geslaagden van de opleiding Anderstaligen in de zorg houden hun diploma en bloemen omhoog

Taalles inclusief steunkous

Zorgorganisatie Zorgwacht is als werkgever betrokken bij het project. De deelnemers krijgen hun vakinhoudelijke opleiding van de praktijkopleider van Vakschool Zorgwacht en een docente van MBO Utrecht. ‘Wij schakelen MBO Utrecht in voor dit traject, zodat de deelnemers een landelijk erkend certificaat krijgen’, vertelt Wilhelmien Looymans, directeur van Zorgwacht.

Looymans is erg enthousiast over de samenwerking met de gemeente en NCB. ‘Ik moest altijd vrouwen die echt een zorghart hebben afwijzen vanwege hun gebrekkige taalkennis. Ontzettend jammer. Al sinds de oprichting van Zorgwacht in 2007 zoek ik naar mogelijkheden om vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen. Dit traject past prachtig in die doelstelling. Vrouwen leren niet alleen de basis van het Nederlands, maar ook woorden als steunkous en tillift.’

‘We werken al langer samen met Zorgwacht en NCB’, vertelt Swaters. ‘Dat maakte het makkelijker om dit traject in cocreatie te ontwikkelen.’ Looymans: ‘We zijn gewoon samen aan tafel gaan zitten. Het is belangrijk om zo’n opleidingstraject helemaal samen te ontwerpen. Zorg- en taaldocenten moeten gewoon eens bij elkaar in de klas komen en samen bespreken hoe ze hun onderwijs het beste op elkaar kunnen afstemmen.’

Dankzij de begeleiding van NCB, Zorgwacht en mijn werkmatcher kan ik nu betaald werk én een opleiding doen. Ik zie dit traject als een startpunt. Ik wil me graag verder ontwikkelen tot gespecialiseerd verpleegkundige.

Nina, deelnemer opleiding Anderstaligen in de zorg

Trajecten verder aanscherpen

Het opleidingstraject duurt 15 weken en gaat over taal, vaktaal, kennis en vaardigheden voor de zorg en een stage in de wijkzorg. ‘Na het eerste traject hebben we daar digitale vaardigheden aan toegevoegd’, vertelt Swaters, ‘Mensen moeten bijvoorbeeld op hun telefoon een route door de wijk kunnen aflezen.’ Akel: ‘Zo hebben we van ieder traject iets geleerd. We hebben bijvoorbeeld de toegangseis van basale kennis van het Nederlands iets aangescherpt. Het bleek te optimistisch om het taalniveau gaandeweg het traject bij te spijkeren.’

Direct werken of verder leren

Na het traject behalen deelnemers vrijwel zonder uitzondering een deelcertificaat op mbo 2-niveau, binnen de leereenheid wonen, leven en welzijn. Daarna gaan ze werken in de huishoudelijke zorg. Of ze stromen door naar de eenjarige BBL-opleiding Helpende Zorg en Welzijn, mbo-2. Na het behalen van dat diploma kunnen ze doorstromen naar de verkorte opleiding Verzorgende IG.

‘Tijdens het eerste traject krijgen mensen inzicht in hun talenten en vaardigheden. Dan wordt ook duidelijk of doorstromen naar een vervolgopleiding een optie is’, vertelt Akel. ‘Een deelnemer uit Iran uit het eerste traject heeft het diploma Helpende Zorg en Welzijn behaald bij Zorgwacht. Nu volgt ze de BBL-opleiding Verzorgende IG bij een verpleeghuis in Utrecht. Haar uiteindelijke doel is om als verpleegkundige te werken in het ziekenhuis. Voor anderen blijkt na het eerste traject dat werken als huishoudelijke hulp de beste optie is.’

Tips en ervaringen

  • Zoek samenwerkingspartners bij elkaar die bij elkaar passen en een positieve instelling hebben: van elkaar willen leren. Spreek de onderlinge samenwerking goed door - inclusief feedback/evaluatiemomenten - vóór de werving van start gaan.
  • Denk goed na over alle toelatingseisen voor kandidaten: van taalniveau tot bijvoorbeeld kunnen fietsen. Knip het wervingstraject op in een taaltoets en een snuffelstage in de zorg. Zo zorg je ervoor dat kandidaten weten waar ze aan beginnen.
  • Stel het opleidingsprogramma zo nodig regelmatig bij; beweeg mee met wat nodig is.
  • Zorg ervoor dat een vertegenwoordiger van de gemeente zichtbaar is in het opleidingstraject, bijvoorbeeld voor vragen over uitkering of kinderopvang.

Werkgeversbelang niet voorop

Het idee achter de gecombineerde zorg- en taalopleiding is dat de deelnemers zoveel mogelijk bij Zorgwacht worden geplaatst. In de praktijk lukt dat vaak. ‘Deze opleiding heeft er zeker toe bijgedragen dat ons personeelstekort kleiner is geworden’, stelt Looymans. ‘Aan de andere kant: mijn werkgeversbelang staat niet voorop. We leiden mensen op voor een baan in de zorg. Als Zorgwacht niet de goede plek blijkt, kijken we of er elders een passende vacature is.’