Overslaan en naar de inhoud gaan

FAQ breed offensief

Deze FAQ geeft antwoord op veelgestelde vragen rondom het breed offensief.

    • Wat verplicht geregeld moet worden, staat in de wet Breed offensief (zie concreet artikel 8a tweede lid c t/m g). Het model geeft voorbeelden van hoe daaraan invulling kan worden gegeven. Gemeenten zijn echter, binnen de grenzen van de wet, vrij hun lokale verordening vorm te geven

    • Gemeenten kunnen altijd aansluiten bij deze LinkedIn-groep om tips en voorbeelden uit te wisselen.

    • Gelet op artikel 47 Participatiewet is een gang naar de cliëntenraad wel aan de orde. Hoe de cliëntenraad wordt betrokken, staat als het goed is in jullie verordening. Maar in principe moet ze wel betrokken worden. Op sommige punten is het puur technisch en is er weinig beleidsruimte. Dat kun je natuurlijk ook meegeven.

    • Artikel 45a Betaling loonkostensubsidie:
      Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de termijn waarbinnen het bedrag aan loonkostensubsidie, bedoeld in artikel 10d, vierde of vijfde lid, wordt berekend en betaald.

      De AMvB hebben we nog niet gezien.

    • Waarschijnlijk zal in de praktijk ook de Sociale werkvoorziening (een vorm van) vervoer hebben geregeld of gemeenten zelf, bijvoorbeeld met leerlingenvervoer of vervoer naar de dagbesteding. Daarom het advies: ga eens kijken hoe dit is geregeld. Zo erg nieuw is het niet voor gemeenten of de sw-sector. 

    • Dit is lastig te achterhalen. Er is eventueel wel een rekentool van Berenschot beschikbaar van het Gemeentefonds – deel Participatiewet.

    • Ja, uit artikel 8a, tweede lid, onder e, onderdeel 1 van de Participatiewet volgt dat je ook de persoonlijke ondersteuning door middel van subsidieverstrekking moet regelen.

    • De jobcoach moet aan andere eisen voldoen dan de interne werkbegeleider (collega). Zie onder andere het nieuwe artikel 10 lid 3 onder a en b van de wet. En de MvT bij dat artikel in de wet. Het is beide inderdaad ondersteuning, maar niet hetzelfde. Het is de wet die het onderscheid maakt.

    • Gemeenten worden inderdaad verplicht dit te regelen in de verordening.

    • Vanuit de MvT: allereerst kan het gaan om de inzet van een erkende deskundige (hierna: jobcoach) die methodische ondersteuning biedt aan iemand met een arbeidsbeperking en aan diens werkgever. Daarnaast kan het ook gaan om iemand die binnen het bedrijf zorgdraagt voor de dagelijkse werkbegeleiding. Bij een jobcoach is er sprake van een expert met specifieke kennis en vaardigheden die de werknemer begeleidt en ondersteunt.
      Tips uit de handreiking voor vaststellen van kwaliteitseisen!
      De gemeente kan (waar mogelijk) aansluiten bij de kwaliteitseisen die UWV stelt aan een jobcoach. Deze kwaliteitseisen zijn te vinden op de website Samen voor de Klant.

      Jobcoaches en -organisaties die erkend zijn en voldoen aan kwaliteitscriteria zijn onder andere te vinden:

      • in het overzicht van UWV;
      • in het Nationaal Jobcoachregister van Blik op Werk en de Nederlandse Vereniging voor Support (NVS); 
      • bij brancheorganisatie OVAL;
      • bij beroepsorganisatie Noloc.
    • In de wet zelf wordt in art. 8a lid 2 onder e sub 2 gesproken van kwaliteitseisen en in art. 10 lid 3 onder a van erkende deskundige. Zie ook de toelichting op beide artikelen. Of kijk anders bij de (bestaande) regelingen van UWV, bijvoorbeeld voor inspiratie. Vraag is of kwaliteitseisen iets (veel) anders zijn dan een erkende jobcoach. In de praktijk kan dat door elkaar lopen. Maar de wet noemt beide, daarom staan ze ook in de verordening.

    • Het vastleggen van de kwaliteitseisen is de eerste noodzakelijke stap om te zorgen voor kwaliteit. De vervolgstap is de uitvoering hiervan. Dit vraagt om controle in de vorm van toezicht en handhaving. Dat kan uiteraard alleen indien de criteria vooraf duidelijk in de verordening zijn vastgelegd.

      Dat staat gelijk aan kwaliteitsborging van de huidige inkoop van externe dienstverlening. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook in de Wmo en Jeugdwet. Daarover worden vaak afspraken gemaakt bij de inkoopvoorwaarden, aanbesteding of contractering. Advies is om dit bij collega’s van contractmanagement of inkoop even na te gaan.

    • In principe wel. Om die reden is in de verordening in artikel 13 de optie opgenomen dit te regelen. Een LKS is dan meestal tijdelijk. Overigens wordt dan ook niet betaald uit de BUIG.

    • Per 1 juli 2023 verdwijnt de wettelijke grondslag om LKS te blijven betalen voor mensen die in andere Nederlandse gemeenten wonen, dus zij zullen inderdaad warm overgedragen moeten worden naar hun nieuwe Nederlandse gemeenten. Er zijn al gemeenten die dit doen. Zij vliegen het praktisch aan, nemen contact op met de nieuwe gemeente en wisselen hiermee informatie uit. Zo zorgen deze gemeenten ervoor dat de LKS vanaf 1 juli of de datum van verhuizing (na 1 juli) doorloopt vanuit de nieuwe gemeente.

      Er wordt vanuit gegaan dat de nieuwe gemeente de hoogte van de LKS en het reeds vastgestelde moment voor herbeoordeling overneemt.

    • Per 1 juli 2023 is er geen grondslag meer om de LKS verstrekken aan een inwoner van een andere gemeente. Dit betekent dat je het huidige bestand moet nalopen en een warme overdracht moet verzorgen.

    • Zie pagina’s 21 en 22 van de handreiking Breed Offensief - Implementatie.

    • Ja, de toolkit wordt twee keer per jaar gecontroleerd en indien nodig aangepast. Bekijk de toolkit preferent proces LKS op de site Samen voor de Klant.

    • De ingangsdatum van loonkostensubsidie per datum aanvraag in deze situaties ligt naar ons idee voor de hand. De tekst van de Participatiewet zoals die op 1 juli ingaat en toelichting verbieden terugwerkende kracht niet. Maar naar ons idee is het met terugwerkende kracht objectief op basis van de feitelijke werkzaamheden op de werkplek (zoals vereist) vaststellen van de loonwaarde in praktische zin niet uitvoerbaar.

    • Voor zover hier wordt gedoeld op artikel 13: zie hiervoor. Je mag als instrument ook (tijdelijk) LKS inzetten, niet zijnde LKS voor iemand met een arbeidsbeperking. Dit is als optie in de verordening opgenomen, omdat in de praktijk er gemeenten zijn die LKS als (tijdelijk) re-integratie-instrument inzetten.

    • Alles wat voor Hoofdstuk 3A staat, geldt voor iedereen. Hoofdstuk 3A behelst specifieke bepalingen voor mensen met een arbeidsbeperking. Maar de algemene bepalingen van bijvoorbeeld artikelen 2 en 3 van de verordening gelden voor zowel mensen met een beperking als overige mensen in de Participatiewet.

    • Artikel 13 is optioneel en ziet niet op mensen die tot de doelgroep behoren. Zie ook hiervoor. Overigens: forfaitaire LKS kan toch alleen maar worden toegepast als iemand tot de doelgroep behoort? Zie art. 10 d lid 5 Participatiewet. Zie ook art. 10 d lid 1: het moet gaan om iemand die tot de doelgroep LKS behoort.

    • Dit verandert niet.

    • Zie art. 14a lid 4. Het is een optie. 

    • Op grond van de wet mag je de doelgroep loonkostensubsidie (ook met een hoge loonwaarde) niet beperken. Vanuit praktisch oogpunt en in overleg met werkgever en werknemer kan een andere keuze worden gemaakt. Het is dan met name van belang dat de werkgever hiermee genoegen neemt. Dan kan ervoor worden gekozen geen loonkostensubsidie te verstrekken.

    • In principe gaat het bij aanvragen om LKS toch om mensen met een beperking? En als dat door indicatie of van rechtswege (VSO/PRO) is vastgesteld, dan is LKS toch ook voor de hand liggend? De route is toch: indicatie (en dan in het register), loonwaardemeting en subsidie. Vaak zal een en ander ook in overleg gebeuren en vindt het ambtshalve plaats.

    • Dat klopt, de vrijlating geldt voor alle met LKS geplaatste werknemers.
      Voorbeelden:

      • De gemeente Almere gaat sinds 2018 al soepel om met het zoekproces voor kwetsbare jongeren. Deze gemeente nodigt alle jongeren uit voor een gesprek om de kwetsbaarheid te bepalen. Nadeel is dat je AVG/privacytechnisch nog van alles niet mag.
      • De gemeente Amersfoort werkt standaard met een actieve invulling van de zoektermijn door de jongeren te laten begeleiden door Trajectbegeleiders Jongerenloket. Jongeren met een beperking kunnen inderdaad al eerder door voor de aanvraag uitkering.
      • In de gemeenten Arnhem, Leeuwarden, Alphen aan den Rijn en Apeldoorn wordt gewerkt op basis van maatwerk.
    • Dit is afhankelijk van de lokale regelgeving. In de implementatiehandleiding bij de modelverordening wordt hieraan aandacht besteed.

    • Op dit moment geldt voor alle jongeren tot 27 jaar dat wanneer zij een aanvraag e-bijstand doen via werk.nl, na de verkorte inschrijving, tegen een blokkade aanlopen. Vervolgens leest de jongere een tekst die mogelijk ooit door de gemeente daar is geplaatst.

      Veel gemeenten zijn niet meer op de hoogte dat zij zelf via de rol EROW de bewuste tekst in de aanvraag bijstand zelf kunnen aanpassen en ook de zoekperiode kunnen uitschakelen. Daarom hebben UWV en VNG de handreiking configuratie zoekperiode samengesteld, specifiek voor de zoektermijn. Ook is er de handleiding Decentrale Beheermodule aanvraag bijstand voor het doen van aanpassingen in de aanvraag bijstand via de beheermodule.