‘Dit gaat niet vanzelf goed’
Onder het mom ‘gewoon dóen’ besloten Beemsterboer en Wieringa samen de kar te trekken in een project voor drempelloze doorstroom beide kanten op. Regels en belemmeringen horen tenslotte ondergeschikt te zijn aan het belang en het (werk)geluk van de mensen om wie het gaat. “We beseften: als we niets doen, gaat dit nooit vanzelf gebeuren”, aldus Wieringa.
Het project liep van 2018 tot 2020 en werd onderverdeeld in vijf deelprojecten: doorstroom naar arbeidsmatige dagbesteding bij Cordaan, doorstroom naar sociaal werk bij Pantar, de ontwikkeling van een (begeleidings)methodiek die ervoor zorgt dat ook in de begeleiding de doorstroom drempelloos is, een vierde deelproject om juridische, financiële, beleidsmatige en organisatorische drempels te slechten en tot slot een deelproject voor de externe en interne communicatie. In alle vijf projectteams zaten medewerkers van beide organisaties.
Selectie van potentiële ‘overstappers’
De drempelloze doorstroom begon met een selectie binnen beide organisaties van medewerkers die toe zijn aan een overstap. Geen eenvoudige klus, vertelt Beemsterboer. “Je zou denken: er moeten genoeg mensen zijn die hiervoor in aanmerking komen. We konden ze niet zomaar uit het systeem halen en na een oproep onder teamleiders binnen Pantar bleken er ook mensen te zijn die niet zozeer bij Cordaan op hun plaats waren, maar eerder op een andere plek binnen Pantar. Bovendien voerden we gesprekken met de kandidaten zelf, hun naasten, de begeleiders én moest er een geschikte plek binnen Cordaan worden gevonden. Bij al die stappen vielen mensen af.”
Aanvankelijke bedoeling was om tien mensen te laten overstappen van Pantar naar Cordaan; het werden er acht. “Andersom zijn er vijf van Cordaan naar Pantar gegaan”, vertelt Wieringa. “Pantar is voor ons één van de mogelijke plekken waar cliënten uit de dagbesteding naartoe kunnen doorstromen als ze in een betaalde beschutte baan beter op hun plaats zijn. Vandaar dat ook wij de tien niet hebben gehaald.”
Maatwerk binnen taaie regelgeving
Cordaan en Pantar besloten de pilot met gesloten beurs uit te voeren. Medewerkers die van betaald werk naar dagbesteding gingen, hielden met een detacheringsconstructie hun salaris. De personele inzet voor het project streepten Pantar en Cordaan tegen elkaar af.
De dertien ‘overstappers’ zitten nu bijna allemaal beter op hun plek, zien Wieringa en Beemsterboer na afloop van de pilot. Voor een structureel vervolg zijn onder andere afspraken gemaakt over onderaannemerschap binnen de Wmo/Wlz. Op deze manier kunnen mensen vanuit de dagbesteding wennen aan werken bij Pantar met voldoende ondersteuning.
“Betaald werk en dagbesteding sluiten niet naadloos op elkaar aan, maar we weten nu hoe we de drempels moeten slechten”, zegt Wieringa. Beemsterboer: “Van dagbesteding naar werk gaat relatief eenvoudig. Andersom moet een cliënt een taaie procedure volgen met negatieve stappen: je moet uit dienst of arbeidsongeschikt worden verklaard. Aan die regelgeving kunnen wij weinig veranderen; dat zijn harde noten die op Rijksniveau gekraakt moeten worden. Wij kunnen wel binnen de huidige regelgeving zoveel mogelijk maatwerk leveren.”
Als de beide initiële trekkers van drempelloze doorstroom hebben ze hun ervaringen en oplossingen zoveel mogelijk omgezet in beleid en werkprocessen, “zodat het succes niet van ons blijft afhangen”.