Overslaan en naar de inhoud gaan

Inzicht in verschillen helpt gemeentelijke beoordeling van jobcoaching verbeteren

Gepubliceerd op 06 december 2023

Wie krijgt welke jobcoach toegewezen? Gemeenten beantwoorden die vraag op verschillende manieren. Een verkennend onderzoek van ZINZIZ biedt inzicht in de verschillen. En daarmee aanknopingspunten voor verbetering en harmonisatie van beoordelingsprocessen. 
 

Met het Breed Offensief is er sinds 1 juli 2023 sprake van aanspraakrecht op jobcoaching. Gemeenten moeten vanwege dat recht kunnen onderbouwen waarom iemand al dan niet een jobcoach toegewezen krijgt. Het beoordelingsproces van sommige gemeenten is daarvoor nu nog niet toereikend. Door het inzicht uit het ZINZIZ-onderzoek kunnen die gemeenten zich laten inspireren om het beoordelingsproces te verbeteren. Bij voorkeur werken ze met andere gemeenten samen aan harmonisering binnen hun regio.  

Anner Bindels van ZINZIZ is één van de onderzoekers. ‘We hebben verkennend in kaart gebracht hoe gemeenten onderling verschillen in de manier waarop ze een aanvraag beoordelen.’ Bindels en zijn collega Hilde van Ravenswaaij voerden daarvoor onder meer gesprekken met gemeentelijke professionals, deskundigen, jobcoaches, werkgevers en cliëntvertegenwoordigers in verschillende regio’s. 

Een jobcoach begeleidt een medewerker.
Een regionaal plan kan gemeenten helpen de beoordeling van jobcoachaanvragen te harmoniseren.

De verschillen tussen gemeenten

Uit de inventarisatie van ZINZIZ bleek dat verschillende gemeenten en hun samenwerkingspartners zoals UWV en jobcoaches vaak niet dezelfde definities hanteren voor begrippen als interne of externe jobcoaching. Dat zorgt voor verwarring. Wie betrokken is bij de beoordeling varieert ook per gemeente: account- of klantmanagers, arbeidsdeskundigen of interne jobcoaches. 

Verder verschillen gemeenten in de eisen die ze stellen en de leefgebieden die ze meewegen in de beoordeling. Soms is er alleen een loonwaardemeting, soms ook gesprekken met de cliënt met een werkgever en jobcoach of andere professional erbij. 

Ten slotte kan het verschillen welke hulpmiddelen, informatie en wetenschappelijke kennis een gemeente gebruikt voor de beoordeling. Vaak gebruiken ze zelf ontwikkelde formulieren of professionele inschatting. Weinig gemeenten gebruiken het UWV-protocol of de Leidraad Jobcoach als hulpmiddel of noemen wetenschappelijke inzichten of onderbouwing.

Negatieve gevolgen van te grote verschillen

‘Gemeenten hebben hun beleidsvrijheid goed benut, waardoor iedere gemeente de beoordeling anders doet’, zegt Bindels.  Vooral grotere werkgevers en cliëntvertegenwoordigers, die per gemeente te maken krijgen met een andere werkwijze, ervaren negatieve gevolgen van te grote verschillen. Die kunnen leiden tot een proces vol verrassingen, wat het vertrouwen niet ten goede komt.’

Ook professionals vinden de verschillen onwenselijk. Bindels: ‘Zij willen dat mensen eerlijk en transparant, op eenzelfde manier wel of geen begeleiding toegekend krijgen. Tegelijk vinden ze maatwerk heel belangrijk en willen ze niet te veel protocollen opgelegd krijgen.’

Uit de verkenning blijkt verder dat professionals hun deskundigheid rondom de beoordeling willen vergroten en meer kennis over de doelgroep willen ontwikkelen. Ook willen ze meer methodische handvatten om cliënten op een gelijke manier te beoordelen. 

Tips en ervaringen

  • Maak eerst een visie op jobcoaching, begeleiding en duurzaam plaatsen. Wat is het, voor wie en waar moet het toe leiden? 
  • Voldoet de beoordeling nu niet aan de gestelde doelen? Start dan een proces om de kwaliteit van de beoordeling te verhogen.
  • Zorg voor (consensus over) eenduidige definities en voorkom zo onnodige verwarring.
  • Zoek andere gemeenten in de regio op en ga samen aan de slag met harmoniseren.

Verbeter je eigen beoordeling

Vanwege het aanspraakrecht op jobcoaching zullen gemeenten de beoordeling zelf willen verbeteren. Ze streven dan naar een meer methodische en inhoudelijker onderbouwing van de beoordeling. Leg daarvoor vast welke (persoons- en werkplek)aspecten en leefgebieden professionals meewegen. Bepaal ook welke informatie professionals nodig hebben om dat goed in beeld te brengen en hoe ze die informatie moeten afwegen om tot een onderbouwde beoordeling van noodzaak, hoeveelheid en duur van jobcoaching te komen. Eventueel kun je ook beschrijven hoe professionals een jobcoach goed kunnen faciliteren om hun coaching doelmatig te laten zijn.

Verklein verschillen in de regio

Het beoordelingsproces is ook te verbeteren door harmonisering tussen gemeenten. Bijvoorbeeld door met elkaar eenduidige begrippen af te spreken. Dat maakt de samenwerking en dienstverlening voor iedereen beter. Theo Van Vuuren, arbeidsdeskundige bij UWV, heeft daar ervaring mee: ‘Gemeenten in de regio Midden-Gelderland zijn bij elkaar gaan zitten om jobcoaching te harmoniseren. Gemeenten en WSP hebben toen met input van UWV een regionaal plan gemaakt. Tijdens workshops die we gegeven hebben in de regio, hebben we gebruik gemaakt van een stappenplan.’

Van Vuuren: ‘Het komt erop neer dat je samen kijkt naar de aard, duur en intensiteit van de begeleiding. Als professional kun je daarover goede vragen stellen. Je klant goed kennen is lastig, maar breng die in beeld. Dat is een kwestie van goed uitvragen. Laat je vragen aansluiten op je eventuele verantwoordingsrapportage. Dan kun je laten zien dat je onderzoek hebt gedaan. En dat is nu vanwege het Breed Offensief en het aanspraakrecht ook nodig.’